Welkom in de verdedigingslinie

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is bij velen bekend vanwege de grote forten, ooit bedoeld als onneembare verdedigingswerken liggen ze nu vaak als kleine natuurreservaten in het landschap. Neem fort Tienhoven. In het verleden heeft de mens het fort verlaten en sindsdien is de natuur er de baas. De ramen en deuren zijn dicht gemetseld waarbij men alleen een kleine opening heeft overgelaten voor de vleermuizen en de toegangsbrug is verwijderd. Dit heeft er toe geleid dat het hele fort aan het zicht werd onttrokken door de begroeiing. Maar dat was iets te veel van het goede. Ondertussen heeft Staatsbosbeheer het fort weer zichtbaar gemaakt en zorgt zij er voor dat het fort niet te snel tot ruïne vervalt.

Maar het fort is niet het enige element van de waterlinie. Aan de zuidkant ligt het terrein van de scoutinggroep Jan Campert op een voormalig epaulement, een zijvleugel van het fort. Met het houten bijgebouw voor de manschappen, de wal met natuurlijk prikkeldraad in de vorm van meidoorn en braam, de betonnen voet voor een stalen schietkoepel en een betonnen groepsschuilplaats. Geen ‘bunker’ dus. Bunkers zijn namelijk Duitse bouwwerken en dit is er van Hollandse makelij. De groepsschuilplaatsen dienen, zoals de naam al zegt, als schuilplaats voor een groep van 11 soldaten en zijn de laatste elementen die aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn toegevoegd. Er gingen vlak voor de tweede wereldoorlog al geruchten over vliegtuigen waarmee de vijand over de waterlinie heen kon vliegen en bommen kon droppen. Om de soldaten daartegen te beschermen werden de groepsschuilplaatsen aangelegd, met afgeschuinde bovenkanten, aangeduid als type P van piramide.

Op het terrein staat ook een aantal paaltjes met een ketting er tussen. Deze paaltjes horen daar niet. Het zijn de zogenaamde limietpaaltjes die het gebied ‘bepaalden’ rond het fort waar in tijd van mobilisatie de minister van oorlog de baas was. Twee paaltjes staan nog wel op hun oorspronkelijke plaats: een in de tuin van het huis langs het waterleidingkanaal (bij de waterval) en een vlak bij het bruggetje over het Tienhovens kanaal.

En voor de ware spoorzoekers is ook het betonnen fundament van de vechtwagenhindernis over de weg nog te vinden. Op zo’n honderd (?) meter vanaf het fort in oostelijke richting ligt nog een plaat beton waarin vroeger de ijzeren staven konden worden gestoken om verkeer tegen te houden. Nu alleen nog herkenbaar aan een iets afwijkende bermbegroeiing en een rand beton die alleen vanaf het water te zien is. Voor de ijzeren staven werd gebruik gemaakt van stukken spoorrails, maar of de palen van het hek bij de parkeerplaats ook daadwerkelijk diezelfde stukken rails zijn is niet duidelijk.

Al deze elementen behoren nu tot Neerlands grootste rijksmonument. De Nieuwe Hollandse Waterlinie staat zelfs op de voorlopige lijst van Unseco werelderfgoed. Om dit unieke verdedigingssysteem ook voor de toekomst zichtbaar en beleefbaar te houden worden op sommige forten nieuwe initiatieven ontwikkeld onder het mom ‘behoud door ontwikkeling’. En dat is mooi want er zijn mensen die graag eens een kijkje zouden nemen op fort Tienhoven, maar dat kan en mag niet. En het hoeft ook niet, want als u de fiets pakt en zes kilometer noordwaarts fietst komt u in Loenen bij fort Spion. En dat is precies zo’n zelfde fort als Tienhoven, alleen kunt u daar kamperen en als u wilt zelfs in het fort overnachten.

Dit verhaal is onderdeel van de QR Route: Bethunepolder, Nieuweweg, Tienhoven (Locatie 10)

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1