Sterke verhalen in Rotterdam

Vorige week vrijdag liep ik rond op de tentoonstelling ‘Sterke verhalen’ in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Het was nog voor de officiële opening, die ’s avonds zou plaatsvinden.

Met ‘Sterke verhalen’ zet het museum een nieuwe koers uit. Voortaan staat fotografie uit Nederland centraal en daarbij kan het museum putten uit zijn eigen collectie. Er komt zelfs een permanente tentoonstelling van de fotografiegeschiedenis van Nederland. Die komen in een Eregalerij die volgend jaar geopend wordt. 

Testament

De tentoonstelling opent met foto’s van Hein Wertheimer. Zonder hem was het museum er überhaupt niet geweest. Wertheimer liet bij zijn overlijden in 1997 een testament achter, waarin hij had laten schrijven dat van zijn bezittingen een bedrag van 22 miljoen bestemd was voor de oprichting van een fotomuseum. Niemand had ooit gedacht dat hij zo rijk was. In dat fotomuseum moest volgens het testament zowel de professionele als de amateuristische fotografie tot zijn recht komen. 

Dat museum, kwam er, in Rotterdam. Daar is destijds nogal over heen en weer gepraat in fotografie kringen. Sommigen vonden Rotterdam geen geschikte stad voor zo’n museum. Enfin, het museum kwam er en vier jaar later verhuisde het naar een nieuw gebouw aan de Wilhelminakade, vlakbij hotel New York, met twee keer zoveel ruimte als het eerste gebouw in de Witte de Withstraat. Er was ruimte om een depot van Nederlandse fotografie goed uit te gaan bouwen.   

Het museum wist in de loop der jaren de twijfels en scepsis te verdrijven door een divers programma, de verdieping van het depot, het in huis halen van geavanceerde technische specialisten en door tentoonstellingen die veel publiek trokken. 

De bal is rond

Nu is er dus de tentoonstelling ‘Sterke verhalen’ als start van een nieuwe koers van het museum. Een sterke start zou ik zeggen. Het gaat om foto’s die een verhaal in zich hebben. Er zijn tien thema’s gekozen en bij elk thema twee fotografen die dat thema op een eigen, vaak tegenstelde, manier opgepakt hebben. Je gaat vanzelf vergelijken, maar ook de aanpak van ieder van die twee fotografen komt erdoor sterker naar voren.

Zo staan er bij het thema ‘De bal is rond’ de voetbalfoto’s van Kees Molkenboer tegenover de Hollandse velden van Hans van der Meer. Van Molkenboer is er onder andere de foto van de wedstrijd van Sparta – DOS op 13 oktober 1957 te zien. In Het Kasteel van Sparta verrichtte Jayne Mansfield de aftrap. Rinus Terlouw, de rots in de branding van Sparta, kreeg van Jayne een zoen, en was daardoor zo van slag, dat hij geen bal meer raakte en vervolgens het hele team aanstak dat verdwaasd rond ging lopen, zodat Sparta kansloos met 1- 7 van DOS verloor.

En dan zijn daarnaast de Hollandse weiden, getransformeerd in een voetbalveld, van Vermeer te zien. Als de bal wordt overgeschoten, moet die via gammele loopplankjes, of met gebruik de polsstok, van het volgende weiland, omzoomd door geknotte wilgen, opgehaald worden.

De stad van aankomst

Een ander thema is ‘De stad van aankomst’ met de foto’s van Maria Toby en daartegenover die van Lamia Naji. Rotterdam heeft altijd migranten ontvangen, binnenlandse en buitenlandse. De foto’s van Maria Toby pakken het sociale in ‘ontvangstwijken’ als Crooswijk en het Oude Noorden. Je ziet kinderen van diverse herkomst met elkaar op straat spelen, Deuren en ramen staan o[pen en er is een levendig straatleven.

Lamia Naji kreeg, als Marokkaanse fotografe, de uitnodiging om in Rotterdam een half jaar lang de Marokkaanse gemeenschap te fotograferen. Het idee was dat zij eerder geaccepteerd zou worden dan een lokale fotograaf. In ‘Parcours Rotterdam’ legde zij haar indrukken van Rotterdam vast met beelden van schimmen en schaduwen, doorzichten en reflecties.

Nu of nooit

In het thema ‘Nu of nooit’ zien we foto’s van Ata Kando tegenover die van Ad van Denderen. Hoe is het om vluchteling te zijn? Ata Kando, een tijdje de vrouw van Ed van der Elsken, trok als oorspronkelijk Hongaarse in 1956 naar de grens van Oostenrijk en Hongarije en maakte, samen met een collega-fotografe, in tien dagen en nachten 1400 opnamen van de vluchtelingen en vooral de kinderen. Van de opbrengst van een fotoboekje kon ze het bedrag van 500.000 gulden ter beschikking stellen aan de vluchtelingkinderen.

Ad van Denderen, die in zijn jonge jaren les kreeg van Ata Kando, deed hetzelfde in de jaren negentig voor vluchtelingen die Europa trachtten binnen te komen, via Turkije, Griekeland of Spanje. In die foto’s zit veel spanning en actie. Ook hij maakte er een boek van met de titel GoNoGo dat veel publiciteit kreeg.

En zo zijn er nog zeven thema’s: van ‘Hollandse taferelen’, ‘Bloot tegen naakt’ tot en met ‘De camera en wij’. 

https://www.nederlandsfotomuseum.nl/

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0