Semarang, Schatkamer van Den Haag

Daon Salam, Djeroekperoet, Sereh, Laos, Ketoembar,
Kostbaar zijn jullie al heel lang, elke dag.
Hopelijk realiseren mensen zich op tijd
Hoe kostbaar.

Toko Semarang, verstopt in de Danckertsstraat achter het Statenkwartier, is er sinds ik er ben: 1953. De buurt heet officieel Duinoord, maar sinds beide wijken direct na elkaar werden gebouwd zijn ze door de bewoners nooit los van elkaar ervaren. Toch kent het merendeel van de tegenwoordige Statenkwartierders Toko Semarang niet meer.

Hoeken en gaatjes

Oorzaken: de explosie van het aantal expats – oudere bewoners zeggen in dit verband ‘De cultuur van het Statenkwartier is vermoord' – en de verstopplek van Semarang achterin de Danckertsstraat.

De werkelijkheid ligt echter genuanceerder: sinds Toko Semarang in 1953 ontstond lagen tot in de 80-er jaren tal van eethuisjes en toko’s als deze in Statenkwartier en Duinoord om hoeken van zijstraten verscholen. Waar het om gaat: betrokkenheid bij je woonomgeving.

Ken je buurt, dan weet je bijna alle hoeken en gaatjes. Zogenoemde expats hebben geen betrokkenheid bij hun tijdelijke woonomgeving. Betrokkenheid bij je woonomgeving komt aan op jezelf.

Toko Oen

Als ik Toko Semarang schrijf moet ik mezelf meestal corrigeren. Mijn vingers tikken bijna automatisch Toko Oen. Dit komt door de naam van eigenaar Goh Oen Gwan (1929), die eeuwen lijkt te overleven, en zijn twee zonen die in de tachtiger jaren op de hoek van de Danckertsstraat eethuis Toko Oen begonnen.

Deze naam bleek net iets te brutaal voor ’t statig Haagje maar Toko Semarang, met vader Goh Oen achter de kassa, hield onveranderd stand. Nog stand, want daar gaat het hier om. Ook Meneer Goh Oen heeft niet het eeuwige leven, al heeft dit lang zo geleken.

Onlangs nodigde ik een 15 jaar jongere vriendin in het Statenkwartier uit om mee te gaan naar ‘mijn’Indonesische schatkamer, wetend dat ook zij deze Haagse geheimtip niet kent. De Danckertstraat inlopend zag ik het al. ‘De markies hangt uit’ zei ik, ‘dus hij is open’.

Als altijd meldde het deurbordje gelukkig nog steeds ‘Woensdag t/m Zaterdag 12.00 – 18.00 uur’, vooral dankzij zijn nichtje Titi – steevast achter de vitrine staand of in de keuken haar helpende handen uit de mouwen stekend, zowel in de toko zelf als op de pasars vanaf Houytrusthallen tot op het Malieveld. Maar 2013 was Semarang’s laatste jaar op de Pasar Malam – Tong Tong wel te verstaan.

Kostbare ingrediënten

Tal van mensen, al of niet Indo, zijn met mij gek op de verse ingrediënten van Meneer Goh Oen. Ook mijn in Hamburg wonende zus Nina slaat tijdens haar jaarlijkse reis naar Den Haag geen bezoek aan hem over om onder meer haar favoriet, Sambal pecil – een groothandelpakket met 60 pakjes! – mee terug naar huis te nemen.

Tot mijn favorieten behoren Meneer Goh Oen’s huisgemaakte sambals, bereid met ingrediënten die vers uit Indonesië overkomen. Mijn levenslange lieveling: Sambal badjak.

Heksenblaadjes

Al meer dan 40 jaar staat op mijn standaard boodschappenlijstje voor weekinkopen, vanuit economisch omgaan met ruimte op papier, één woord: Heksenblaadjes – mij alleszeggend over de reeks bovenaan genoemde kostbare ingrediënten. En al net zo lang werk ik met de ruwstenen vijzels van Meneer Goh Oen: één kleine diepe en de ondiepe (bijna platte) met een grotere diameter.

De laatste vijzel heeft een beter geheugen dan ik: op de onderkant herinnert de geschreven tekst ‘Guus’met de hierbij genoteerde kortingsprijs mij aan het feit , dat hij deze wekenlang voor mij reserveerde – misschien wel mijn mooiste en blijvende herinnering aan kruidenaar Meneer Goh Oen Gwan.

Een snoepje

Ook typisch voor Meneer Goh Oen: iedereen die zijn toko bezoket, of je ites koopt of niet, krijgt van hem een snoepje. En bij besteding van 10 euro of meer – aan droge en natte kruiden of de door Titi vers bereide maaltijden die je thuis alleen nog hoeft op te warmen – krijgen klanten steevast een spaarbon voor zijn niet weg te denken spekkoek.

Guus van Baar 

 

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0