Op bezoek bij Art Project Space 1646 in Den Haag

Ik was laatst op bezoek in Project Space 1646 in de Boekhorststraat, om er de Background Evening van de tentoonstelling Office Paintings van de Amerikaanse kunstenaar Bryan Zanisnik te zien. Ik was juist op tijd: de film startte. Een komiek, Andy Kaufman, veranderde zichzelf in beroemde zangers, en ging hun liedjes zingen. Even later zag ik fragmenten van Werner Herzog waar hij commentaar gaf bij beelden van zijn ruzie met Klaus Kinski bij het maken van de film Fitzcaraldo.

Voorts bekeek ik de tentoonstelling die Bryan Zanisnik in de zowel de achterruimte als de voorruimte had gemaakt – opgewerkte ‘pilaren’ van gipsplaat met daarin glazen gevuld met rode en witte wijn en gekleurde meisjesschoentjes.  Met een van de jongens van 1646 sprak ik af terug te komen om nog eens te spreken over het werk van Zanisnik en over de Project Space.

Iets nieuws maken

Een week later ben ik terug en spreek ik met drie van de vier personen die 1646 runnen: Floris Kruidenberg, Johan Gustavsson en Clara Palli Monguilod. De naam van hun ruimte, 1646, blijkt het bouwjaar van het pand te zijn. Tot 2008 zat er een steen met de vermelding van het bouwjaar in de gevel, maar bij een verbouwing werd die weggehaald. Hij ligt nu in de kelder.

Sinds 1994 heeft het pand een artistieke bestemming. Het begon als antikraakruimte. In 2004 kwamen het huidige viertal erin. Zij maakten de ruimte tot een plaats voor hedendaagse beeldende kunst, waar geëxperimenteerd kon worden. 1646 nodigde kunstenaars uit, in het begin nationaal, uit Den Haag, Rotterdam, Amsterdam,  maar allengs ook internationaal om hun ideeën in een tentoonstelling om te zetten.

Floris Kruidenberg: ‘We zijn altijd op zoek, welke mensen maken iets interessants, iets spannends? Zij kunnen bij ons iets nieuws maken. Wij weten niet hoe het werk eruit gaat zien. De tentoonstellingen zijn projecten, we zijn immers een Project Space. Het gaat om solo-exposities. De kunstenaars werken vaak met meer media, installaties, schilderijen, video.’

Johan Gustavsson: ‘Als je voor solo’s kiest, zoals wij doen, kun je je helemaal concentreren op het werk en de ideeën van de kunstenaar, een ‘totaalervaring’. Als er meer mensen meedoen wordt vaak een thema gekozen, zeg ‘licht’ en daar worden vervolgens werken bij gezocht. Dat vermindert de kracht van de tentoonstelling. In musea is dat nog sterker het geval. Daar staan bij alle werken bordjes. De bezoekers lezen dan eerst die bordjes in plaats van dat ze het werk ondergaan.’

Supermarket Art Fair

Het team van 1646 is zeer internationaal. Floris Kruidenberg is Nederlander, Johan Gustavsson komt oorspronkelijk uit Zweden, Clara Palli Monguilod komt uit Spanje en Nico Feragnoli uit Italië. Ze hebben samen gestudeerd aan de Koninklijke Academie  voor Beeldende Kunsten, KABK in Den Haag. Ze zijn alle vier beeldend kunstenaar. Het werk bij 1646 neemt zoveel tijd in beslag dat er niet zo veel ruimte overblijft voor het maken van eigen werk. Bovendien zijn twee van de vier, Johan en Floris, ook docent. Johan doceert Visualisation aan de afdeling Interactive Media Design en Image Development aan de afdeling fotografie van de KABK – ‘zeg maar de relatie tussen beeldende kunst en fotografie’-  en Floris werkt op de School voor Jong Talent (een interfaculteit van de KABK en het Koninklijk Conservatorium) waar middelbare schoolleerlingen naast hun gewone lespakket 12 uur per week les krijgen in muziek, dans of beeldende kunst.

Ze volgen goed wat er qua talent op de Kunstacademies, masteropleidingen en de Rijksakademie opstaat. De KABK en de Rietveld zijn erg interessant – docenten goed, reputatie uitstekend, dus strengere selectie van studenten - , en soms ook wel HKU Utrecht en St. Joost. En daarnaast reizen ze behoorlijk veel naar het buitenland. Johan was vorige week nog in Kiev, en daarvoor in Sofia en Polen. De komende dagen zijn ze met zijn allen een week in Stockholm waar de Supermarket Art Fair plaatsvindt, de grootste alternatieve kunstbeurs van Europa. Daar zijn altijd wel interessante projecten op te pikken. Ze gaan er al sinds 2009 heen. Overigens zijn niet alle interessante kunstenaars ook geschikt voor 1646. ‘Je moet echt mensen hebben die iets met de ruimte kunnen doen. Niet iedereen kan dat.’

Residency

Qua opzet en uitgangspunt zijn er weinig vergelijkbare ruimten. ‘Het meest nog W139 in Amsterdam, en dan vooral zoals het een paar jaar geleden functioneerde, onder leiding van Ann de Meester en Gijs Frieling. En in Den Haag Walden Affairs. Hun ruimte wordt nu helaas verbouwd tot appartementen. Zij werken iets conceptueler. Maar ons budget is groter.’ Dat budget krijgen ze van een aantal partijen: het Mondriaan Fonds, Stroom en de gemeente Den Haag.

Er zijn kunstenaars die bij 1646 geëxposeerd hebben, die ‘doorgestoten’ zijn en grotere bekendheid hebben gekregen. ‘Navid Nuur had in 2008 bij ons een tentoonstelling. Een van de tentoongestelde  werken werd later door het Gentse SMAK gekocht. En via Rein Wolfs kwam hij in Kassel in het Museum Fredericianum. Olga Balema’s werk, dat in 2013 in de ruimte werd geëxposeerd, wordt besproken in vooraanstaande kunstbladen als Art Forum en Frieze. En ook Zin Taylor heeft in Frieze gestaan.’

1646 fungeert ook als Residency, een plaats waar kunstenaars en curatoren voor een periode van twee maanden kunnen verblijven. Er is een klein atelier achterin het pand. Twee maal per jaar is er een open call voor geïnteresseerden. De kandidaten moeten enigszins passen in het 1646 concept. ‘Het is goed voor de stad, voor de nieuwe contacten van Haagse kunstenaars en voor de uitwisseling. Een vriend uit Canada die in 2008 een geselecteerd werd voor de residency van 1646 komt sindsdien ieder jaar terug. Op deze manier hebben we ook hele goede contacten met Montreal gekregen.’

Bryan Zanisnik

We komen nog even terug op de expositie van Bryan Zanisnik. Ik hoor dat hij in eerste instantie in de ‘pilaren’ allerlei onbetekende voorwerpen wilde plaatsen. Met name omdat ieder voorwerp een verhaal zou meebrengen. Maar Bryan besloot het te beperken en plaatste identieke zaken: glazen rode en witte wijn en gekleurde meisjesschoentjes. ‘Het is op deze manier minder romantisch. In Amerika is wijn iets luxer dan bij ons. Een glas wijn brengt bij iedereen iets teweeg. Voor de schoenen koos hij de simpelste van de simpelste schoen, schoenen zonder ‘ziel’ van Primark.’

Zanisnik toont het gemiddelde superamerikaanse leven.  Ik zie een film die ik de week ervoor nog niet had gezien waarbij vader Zanisnik op een vuilnisbelt allerlei voorwerpen heeft verzameld en daar hele verhalen bij vertelt. Het is een klein kabinetje geworden met afbeeldingen van een wolf en een tijger  en waarbij een ‘Fishtank’ een belangrijke rol speelt. In een volgende filmpje zie je hem en zijn vrouw in een antiekwinkel met Bryan verstopt onder de canapee. Het past allemaal in de Office Paintings, het kunstwerk van Bryan Zanisnik. De vader speelt het spel bijzonder overtuigend.  ‘Hij speelt met echt / niet echt, soms is de grens nauwelijks te zien. Hij heeft  ooit in een eerder werk zelfs zijn oma een scène uit de Tweede Wereldoorlog laten spelen.’  

De Boekhorststraat

Ten slotte: hoe bevalt het in de Boekhorststraat? ‘Het is een leuke straat, een straat met een gezicht. Cafe Koos – enige maanden geleden gesloten - is weer open en er is een goede band met een aantal winkeliers, met name met de slager, de visboer, het Surinaamse Moksi restaurant en de bouwmarkt. Al het hout voor de laatste tentoonstelling hebben we er gehaald. We zijn ook lid van de winkeliersvereniging.’ Twee jaar geleden is zelfs geprobeerd met het project Small Acts ontwerpers en kunstenaars te koppelen aan winkeliers in het kader van de Vernieuwing van het zicht van de stad. Het was een pilot in samenwerking met de gemeente Den Haag.

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0