Lucie van Duyn - een bijzondere Haagse kunstenaar

Lucie van Duyn, een bijzondere Haagse kunstenaar

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was Lucy van Duyn een bekende Haagse kunstenaar. Ze bouwde een imposant oeuvre op van vooral grafisch werk. Ze maakte ook decors voor de experimentele toneelgroep Studio Scarabee. Haar werk en haar persoonlijkheid weerspiegelen de bloeiende Haagse kunstkringen en hun tijdgenoten, intellectuelen en kunstenaars.

Roel van Duijn, haar broer, schreef onlangs ‘Mijn zus Lucie, kunstenares en inspiratiebron, 1933 – 2013’. Hij roept mooie beelden op van het Haagse gezin in de jaren veertig, vijftig en zestig in een directe stijl. In het tweede deel van de uitgave gaat Ella Arps, kunstkenner en galeriehouder, nader in op de kunstzinnige aspecten van haar werk.

Sprankelend meisje

Lucie was een voorbeeld voor de tien jaar jongere Roel, die ook bekendheid zou verwerven, maar dan als politiek activist, schrijver en journalist. Lucie was een sprankelend meisje dat niet bang was aangelegd. Samen staan ze de Canadezen in mei 1945 op te wachten en toe te zwaaien. Beiden groeiden op in een theosofisch gezin, waarin de geschriften van mevr. Blavatsky – “gedachten zijn levende wezens” – een leidraad vormden. Dit is, aldus Roel van Duijn, terug te zien in haar werk. “Wij kinderen zongen over zonnestralen die door de lucht dartelen zoals de mensengedachten door de kosmos dansen. Lucie is ze gaan schilderen, reconstrueer ik nu.”

Na het vergissingsbombardement op het Bezuidenhout in 1945 trok het gezin Van Duijn, vader, moeder, drie meisjes en drie jongens naar een van de zijstraten van de Laan van Meerdervoort, de Laan van Eik en Duinen. Lucie gaat naar de Tekenacademie aan de Prinsessegracht (nu de Koninklijke Academie) en kiest daar de specialisatie Mode-Ontwerpen.

Een vrouw met vele gedaanten

Al spoedig komt ze thuis met een vriendje van de HBS: Thijs. Als die het uitmaakt krijgt ze een grote aanval van overmatig verdriet. Haar broertje  leeft met haar mee. Na het afronden  van de academie trouwt ze met de tien jaar oudere kunstschilder Johan de Haas. Met hem krijgt ze een zoon. Tot schrik van de familie wil ze na een aantal jaren van hem scheiden. Johan wordt docent aan de Kunstacademie in Arnhem en het kind blijft bij hem wonen. Lucie betrekt een atelier in een slooppand in de buurt van station Hollands Spoor.  Ze verdient haar inkomen met rondleidingen in het Costuummuseum.

Waarschijnlijk was het de combinatie van haar aantrekkelijkheid en volstrekte autonomie door haar kunstzinnige werkzaamheden. Zij werd een boeiende partij werd voor maatschappelijk succesvolle mannen. De kunstenaar Johan de Haas, George Lampe, ook kunstenaar en flamboyant directeur van de Vrije Academie, de vooraanstaande advocaat-generaal bij het Hoog Gerechtshof Baron Van Voorst, de miljonair Frits Sanders, allemaal vielen ze voor haar bijzondere eigenschappen.

Vaderfiguren

Roel van Duijn schrijft: “ Ze kon razend verliefd worden, een hart op trippelvoetjes. Een nieuwe wereld opende zich dan voor haar. Vaderfiguren waren het voor haar, lijkt mij, ze had ook onze vader gevolgd in zijn raad om kunstenares te worden. Wel had ze er de mannen uit gepikt waaraan zij in haar verschillende fasen behoefte had. Johan, op de kunstacademie toen zij kunstenares wilde worden. De baron, toen zij zich omhoog wilde werken uit de armoe en onbekommerd wilde kunnen schilderen. Het Holocaustslachtoffer, tevens kosmopoliet toen haar d’r mogelijk Joodse afkomst fascineerde en ze de wereld in wilde.”

De echte Lucie

De echte Lucie is evenwel de jonge Lucie, aldus Roel. Op haar zestigste had ze geen behoefte aan een nieuwe man. Ze keert in 1993 terug uit Frankrijk en betrekt een riante parterre in het Statenkwartier.

Het werk

Ella Arps was enige jaren bevriend met Lucie. Ze leerde haar in 1964 kennen in een kleine galerie naast café De Posthoorn aan het Lange Voorhout, waar de tentoonstelling ‘Bewogen Beweging’ te zien was. In 1965 was er in de Haagse Kunstkring de ludieke expositie ‘Kunst in Bed’. De samenwerking verdiept zich als beiden samenwerken in het experimentele theater van Studio Scarabee. Lucie maakt decors en Ella doet publiciteit.

Poëtische werkelijkheid in geometrische vormen

Ella Arps: “Lucie creëerde een poëtische werkelijkheid in gedeeltelijk geometrische vormen, vormen in de meest pure betekenis die zij vervolgens in rook laat opgaan. Ze schilderde archetypes, meestal vrouwen, minuscule figuurtjes die uit een andere wereld leken te komen en maakte triptieken met verrassende effecten. Fascinerend waren haar miniaturen, portretten zo groot als een postzegel.”

Bij Scarabee waren de theaterproducties een kijkdoos vol Tableaus Vivants. Ella: “Het ging richting het absurde. Van het zware werd iets lichts gemaakt, misschien wel kenmerkend voor de naoorlogse getraumatiseerde generatie kunstenaars.”

Ze werkte van 1963-1973 samen met niet de minsten: Woody van Amen, Hans Hollenbach, Lucebert, Herman Berserik. De productie Poppetgom van Scarabee kwam in 1968 op kleurentelevisie, iets nieuws in die tijd. De werkstijl werd bestempeld als metafysisch realisme.

In de almanak van Scheen wordt ze gekenmerkt als een surrealistisch kunstenaar. Ze hoorde eerder bij de symbolisten, aldus Ella Arps. “Symbolisten hebben een hang naar het verleden en een gerichtheid op het onderbewuste. Zie bijvoorbeeld het werk van Charley Toorop. ”

Lucie was meer dan 50 jaar lid van Haagse Kunstkring en ook lid van Pulchri, waar ze regelmatig exposeerde. In haar nalatenschap bevinden zich honderden fascinerende grafische werken. Ze zijn bijna allemaal verkocht.

De publicatie is uitgegeven door Einstein Publishers en wordt digitaal verspreid via ISSUU. 

Je kunt het hier lezen: https://issuu.com/einsteinpublishers/docs/mijn_zus_lucie

Oproep

In verband met de uitgave en een mogelijke tentoonstelling en het vervaardigen van een complete biografie doet Ella Arps een oproep aan collectioneurs van Lucie van Duyn om werk van haar te fotograferen en naar haar toe te sturen. Email: ella.arps@gmail.com 

Het werk van Lucie van Duyn is opgenomen in diverse privé collecties, en collecties van Gemeente Museum Amsterdam, Gemeente Gouda, Museum de Fundatie Zwolle, kunsthandel Delta98 Den Haag. Grafisch werk werd opgenomen in de jaarkalenders van de Haagse Kunstkring 1966, 1969, 1971, 1973.

Afbeeldingen

1) Lucie op school, 1943, 2) portret door Paul Citroen 1969, 3) Dierenpark Wassenaar, 1944, 4) Het complete gezin, 1962, 5) Gedachten zijn levende wezens, olie, lak op mahonie, 2 cm dik, 6,5 cm, onderdeel van groot paneel, 1970, 6) Bezielde Cosmos, olie, lak op paneel,.ø 100 cm. 1970, 7) Feesteling, linosnede, 50 x 64,5 cm. 1963/65, 8) Kruisridder, bladgoud, gemengde techniek, 24 x 30 cm. 9) De Smaragden Tafel, olie, lak op paneel, ø 110 cm.10) z.t., 11) z.t., gemengde techniek met pen, 24 x 30 cm 1964, collectie Museum De Fundatie, 12) Ziet, hij is waarlijk opgestaan, linosnede, 60 x 30 cm. 1962, 13) Zelfportret en Verschijningen, linosnede, 60 x 40 cm. 1967, 14) Juristen en Rechters, 15) Rechtershuisje, triptiek, lak op hout, 16 x 11cm. 1974, 16) Bewegende panelen, 39 x 41 cm 1980, 17) Zelfportret in Landschap, triptiek, blad en kistje lak op hout, 51 x 25 cm. 1972, 18) Landschap in bladgoud, bladgoud op paneel, 24 x 38 cm. 1970. Lijst in twee tinten blauw, 19) Landschap in bladgoud, detail, 20) Dames, Jong en Oud, gemengde techniek op paneel, 55 x 55 cm, 1980, 21) Geheimnis met Cristallen Karakters, paneel goud, bladgoud en lak, 39 x 41 cm. 1995   

https://lnkd.in/eZTdB5GM 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0