Lembit Juksaar

Tallinn – Estland

Uit het niets komt hij tevoorschijn. Hij loopt achter mij om, tikt op mijn schouder en schuift het paneel weg waarnaar ik sta te kijken. Foto’s van Russische soldaten met teksten eronder verdwijnen uit mijn blik. Op een paneel daar achter komen foto’s en affiches van Stalin en Hitler tevoorschijn. Hij praat met een dwingende stem en articuleert overdreven.

‘Pro-pa-gan-da!’ roept hij en schuift het paneel met de Russische soldaten nog verder weg.
‘Re-a-li-ty!’ vervolgt hij terwijl hij naar het paneel wijst dat nu zichtbaar is. Hij herhaalt het nog een keer, inclusief de choreografie van schuivende panelen en de tik op mijn schouder.

‘Pro-pa-gan-da! Re-a-li-ty!’

Hij gaat dichtbij mij staan en kijkt me doordringend aan. Zijn huid is bleek en rossig, zijn schedel heeft alleen nog haar aan de zijkant. Ik schat hem een jaar of tachtig. Waar ik vandaan komt, vraagt hij. Holland, antwoord ik. Zijn ogen lichten even op. Op het paneel hangt een door de nazi’s gemaakte affiche van Stalin met daaronder getallen van het aantal mensen dat in Sovjet-kampen stierf. Hij wijst naar Stalin. ‘This was my neighbour,’ zegt hij en hij wijst vervolgens naar een foto van Hitler. ‘This was your neighbour.’ Hij kijkt me opnieuw doordringend aan, het zou me niet verbazen als hij leraar is geweest. Ik protesteer even omdat hij wat hij ‘re-a-li-ty’ noemt in mijn ogen propaganda van de nazi’s is. Hij snapt gelijk wat ik bedoel en wijst naar de cijfers onder de spotprent van Stalin.
‘Onder het mom van bevrijding uit de handen van de nazi’s werden we door Stalin afgevoerd en vermoord.’ Hij tikt op de afbeelding van Stalin. ‘Hij is door de nazi’s afgebeeld als een monster omdat hij een monster was.’ Hij wijst naar de cijfers. ‘Re-a-li-ty!!! Tweeëntwintig miljoen mensen zijn door hem vermoord.’ Over Hitler en genocide praat hij niet. 
 

Ik sta in het Stadmuseum van Tallinn, de meest noordelijke Hanzestad in Estland. Ik leer in dit museum dat de grote Hanzeregisseur, de stad Lübeck, hier de wet voorschreef maar dat ook daarna die wet (bijna altijd) door anderen bepaald is: de Denen, de Zweden, de Duitse adel en de Russen. Alleen van 1919-1940 was, en vanaf 1991 is, Estland onafhankelijk.
‘Als je eindelijk een eigen huis hebt, is het belangrijk wie je buurman is. Als dat je vijand is, gaat dat ten koste van het woongenot,’ gaat de man verder terwijl hij weer op mijn schouder tikt. Hij heeft een badge op zijn colbert. Onopvallend probeer ik zijn naam te lezen. Lembit is zijn voornaam zie ik. ‘Poetin is mijn buurman,’ vervolgt hij, ‘maar hij is niet mijn vriend, beslist niet, toch moet ik ervoor zorgen dat hij niet mijn vijand wordt want dat verknalt mijn woongenot. Begrijpt u dat?’ Ik knik en probeer ondertussen terloops zijn achternaam te lezen. Juksaar. Lees ik het goed, ja Juksaar. Lembit Juksaar.
‘Is Obama uw vriend?’ Hij stelt de vraag ook aan zichzelf: ‘Is Obama mijn vriend?’ ‘Als hij op bezoek komt, doet hij dat omdat hij uw vriend is?’ En voordat ik een antwoord kan geven, geeft hij het zelf: ‘No friendship, it’s politics.’ 
 

Ik geef hem een hand en bedank hem. 
‘No friendship, it’s politics,’ roept hij mij na. Alsof het een huiswerkopdracht is waarbij ik iets uit mijn hoofd moet leren. Die avond zoek ik hem op Google. Ik vind foto’s waarop hij met jonge mensen praat, hij tikt een jongen op zijn schouder. Hij is in 1932 geboren. Toen de Duitsers zijn land bezetten was hij een kind van acht jaar. Daarna leefde hij tot zijn zestigste onder het regime van de Sovjets. Het regime van de Russen was het ergst, zei hij.
Lembit is de eerste inwoner van de Baltische staten die ik spreek. Hij heeft mij de vragen gesteld die mij tijdens de reis door deze landen niet meer loslaten.
Wie is hier vriend of vijand? Wat is erger een nazi of een communist? Er waar ligt de grens tussen de overtuigde patriot en enge nationalisten? En wat te doen als de kinderen van de grote vijand Stalin, nu jouw buren zijn, naast jou wonen – er is geen landsgrens maar slechts een schutting of een heg – en jouw taal niet spreken?

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0