Late Rembrandt

Ik geef eerlijk toe: ik ben geen Rembrandt-kenner. Ik weet de dingen die de gemiddelde historicus over hem weet. Dat het onduidelijk is in welk jaar hij geboren werd. Dat hij zijn vrouw verloor, en ook een heel aantal van zijn kinderen. Dat hij de Nachtwacht onder een afdakje schilderde in zijn Amsterdamse tuin, omdat het doek niet in zijn atelier paste. Dat hij veel geld verdiende en dat ook weer kwijt raakte, en dat zijn werk in en uit de mode raakte. Ik las zelfs dat Rembrandts leerling Samuel Hoogstraten over de Nachtwacht zei dat het wel wat meer licht had kunnen gebruiken.  

In mijn werk als medewerker onderwijs van het Rijksmuseum ben ik ook vooral in praktische zin met Rembrandt bezig. Het zelfportret van de jonge Rembrandt bleek bijvoorbeeld de perfecte beelddrager voor de nieuwe profielwerkstukprijs: hij was pas 21 toen hij dat schilderij maakte, een fractie ouder dan de doelgroep. Posters hebben we ervan laten maken, en prachtige folders. Verder stuur ik drie keer per week informatie over de Nachtwacht naar leerlingen die met een werkstuk of spreekbeurt bezig zijn.

Aan de gevel

Maar terwijl ik mij tot de praktische zaken verhield, kwam het fenomeen Rembrandt het afgelopen jaar stilaan dichterbij. Het begon met een Excel-sheet tijdens een presentatie, waarin de term Late Rembrandt viel. Er zat een tentoonstelling aan te komen die dat thema behandelde, wilde ze maar zeggen. De titel was nog niet definitief. Een paar maanden later viel het op dat mijn collega Inge, die de beteksting in het museum verzorgt, dag en nacht bezig was met verhandelingen over Bathseba, Lucretia en Alexander de Grote. Toen ik op een dag van de tram naar de kantoren liep, zag ik een gigantische Rembrandt aan de gevel van het museum hangen.

Personeelsbezichtiging

Het werd mij hoe langer hoe duidelijker: de tentoonstelling Late Rembrandt was echt een ding. Maar hoe groot het precies was, zag ik vorige week toch pas echt. Met de hele afdeling liepen we richting het museum voor de personeelsbezichtiging. ‘Ik  ben nerveus’, zei ik; tot vermaak van collega’s die meer spanning gewend zijn in hun leven. Door de grote toegangspoort gingen we, de hal door richting Philipsvleugel, langs de Bredase muur, de trap op, en dan, pats: Rembrandt die je van drie muren aanstaart. En een zaal met tekeningen, en nog een, en een gigantisch paard, en dat vreemde schilderij van Claudius Civilis. Voordat ik verdwaalde in het geweld kwam ik gelukkig rondleidster Elke tegen. Zij verwoordde het precies: ‘Je denkt nu moet ik goed opletten en alles onthouden, maar het enige dat je kunt denken is: wow!’

Overal

En nu is Rembrandt overal. Op abri’s, in commercials, op De Wereld Draait Door, op RTL Late Night, in alle kranten. Ik word op alle mogelijke manieren wijzer. Het gaat over de moderniteit van Rembrandts late stijl, dat hij schilderde wat hij zag, warts and all, dat hij een impressionist was avant la lettre, dat hij experimenteerde met ongebruikelijke benodigdheden als paletmessen. Op tv aan bidden schilders hem als ware hij een godheid. En ik begrijp het iets beter. Al ben ik natuurlijk nog steeds geen kenner.

Tentoonstelling Late Rembrandt, Rijksmuseum, vanaf 12 februari 2015

Dit verhaal / blog verscheen eerder op www.historici.nl

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0