Groene forten

Onlangs dook ik eens wat dieper in de historie van Fort Vossegat. Niet alleen vanwege die bijzondere naam (dat is een verwijzing naar een boerderij die zo heette en ooit op de plaats van het Fort stond, maar hoe de boerderij dan weer aan deze naam is gekomen…?), maar ook omdat het eigenlijk een grotendeels verdwenen fort is. Grotendeels, want delen ervan zijn geïntegreerd in een kazerneterrein, campus van het University College van de Universiteit Utrecht en het omliggende gebied, opgeslokt door mijn stad Utrecht. Je komt er langs als je richting het gebied rond Fort Rhijnauwen fietst. Er zijn wat mooie overblijfselen bewaard zoals de ‘tamboershut’ en de ‘brug met de 12 gaten’ die je alleen van een afstandje kunt zien, wat het extra intrigerend maakt. Maar er was nog een bijzonderheid op het fort die mijn aandacht trok, namelijk de aanwezigheid van een ‘militaire kwekerij’.

De militaire kwekerij
De militaire kwekerij is er in de eerste helft van de 19e eeuw geweest en hier werden zelfvoorzienend bomen en struiken opgekweekt die voor allerlei doeleinden konden worden gebruikt op en rond de forten en werken. Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw werd dit werk steeds meer uitbesteed aan ‘burger’kwekerijen.
Terug naar de bomen en struiken. Deze maakten de linie zo groen zoals we hem nog steeds kennen. Het linielandschap is een landschap waarin de linie vaak redelijk onherkenbaar verborgen zit, de linie moest opgaan in het landschap, en dat is goed gelukt. Ergens las ik dat de ontwerpers van de linie weleens werden vergeleken met ontwerpers van de Engelse landschapsstijl. Het ontworpen landschap moest de natuur zo dicht mogelijk naderen. Als ik op en rond een gemiddeld fort rondloop dan ervaar ik dit altijd als een oase van rust. Een natuurlijke oase met veel begroeiing, zowel op als (meestal) rondom het fort. In veel gevallen zijn de forten nadat ze niet meer functioneel werden bevonden ook in handen gekomen van organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, organisaties die natuurbeheer een warm hart toe dragen.
Dat die forten zo groen zijn, is voor een groot deel te danken aan de militaire kwekerijen. Ik schrijf kwekerijen, omdat er in ieder geval het bestaan van nog een militaire kwekerij bekend is. Deze kwekerij bevond zich bij Fort Vijfhuizen, onderdeel van de Stelling van Amsterdam, en is in later aangelegd, eind 19e eeuw.

Functie van het groen.
Het groen op en rond de forten en werken had de volgende functies:

Beplanting als camouflagemiddel
Beplanting moest het fort aan het zicht onttrekken en tegelijkertijd de militairen dekking geven. Vaak werden hier schietwilgen en Canadese populieren voor gebruikt, bomen met buigzame takken zodat de kogels er niet in zouden blijven hangen en te vroeg zouden ontploffen.
Buiten de forten werden hakhoutbosjes aangelegd waardoor de precieze ligging van het fort verdoezeld werd. Het hout uit deze bosjes werd ook gebruikt als gebruikshout, brandhout bijv. of om schotbalken mee te maken voor inundatiesluizen.
Binnen de forten werden struiken geplant. Deze moesten ervoor zorgdragen dat niks goed zichtbaar was dat boven de borstwering uitstak.

Beplanting als barrière
Natuurlijk prikkeldraad was nog niet uitgevonden. Er werden hagen aangelegd met stekels zoals Meidoorn. Ook waren deze stekelstruiken een goed alternatief voor houten palissaden, omdat levend hout niet bederft en ook werden ze minder snel kapot geschoten door vijandelijk vuur.

Overige beplanting voor gebruikshout
Ook werd er binnen en buiten het fort beplanting aangebracht waaruit gebruiksgoederen konden worden gemaakt zoals gereedschap. Maar ook natuurlijk gras bovenop het fort om de grond bij elkaar te houden (en te camoufleren natuurlijk). Ook werd beplanting gebruikt om de grond van de wallen bijeen te houden en de oevers van de gracht te beschermen.

Onderzoeken stichting Probos en eigen veldwerk en beleving
In 2007 heeft de stichting Probos literatuur onderzoek gedaan naar beplantingen op de forten en (vesting)werken van de linie. In 2008 is er vervolgens veldwerk gedaan d.m.v. inventarisaties op verschillende forten en (vestingwerken). Met voorgaande informatie in mijn achterhoofd ben ik gewapend met mijn camera zelf nogmaals het veld in gegaan en ben op / bij de forten Nieuwersluis en Tienhoven eens gaan speuren in het groen. Normaliter gaat mijn aandacht meteen uit naar de gebouwen en heb ik, naast het feit dat ik, zoals ik al schreef, van de rust en natuur geniet, op dat moment minder oog voor de beplanting. Dat was nu heel anders, ik zag structuur, ik zag gelijkenissen op beide locaties. Ik beleefde de forten weer anders, en dat is het mooie van het linielandschap. Je beleeft het keer op keer anders. Saai wordt het in ieder geval nooit!

 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0