Een beloning voor Beverwijk

In Beverwijk werd Napoleon bij zijn bezoek in 1811 groots onthaald, maar in het naburige straatarme Wijk aan Zee en Wijk aan Duin hadden de bewoners geen zin in een feest. Voor straf mocht Beverwijk de twee dorpjes annexeren.

Keizer Napoleon van Den Helder reisde op 17 oktober 1811 via Alkmaar en Beverwijk naar Amsterdam. De keizer bezocht het stadje Beverwijk met een speciale reden. Hij wilde kijken hoe het er voor stond met de herstelwerkzaamheden aan de Linie van Beverwijk. Deze waren de jaren daarvoor enigszins verwaarloosd. 
De keizer had zowel de aanleg van de linie, als de herstelwerkzaamheden laten uitvoeren. Na de Slag bij Castricum realiseerde hij zich dat Beverwijk en (nog belangrijker) Amsterdam, te kwetsbaar waren.

Feest

Toen de keizer de gemeentegrens naderde, barstte er ter ere van de keizer een hevig feest los. Napoleon was overduidelijk in zijn nopjes. Ook de dorpen Wijk aan Duin en Wijk aan Zee lagen op zijn route, maar hier was de ontvangst aanmerkelijk minder hartelijk. Geen wonder: deze dorpelingen waren namelijk al jaren straatarm en kwamen dagelijks naar Beverwijk om te bedelen; ze konden een feest gewoon niet betalen.

Er was nog een reden voor het matige enthousiasme, zeker in Wijk aan Zee. De Linie lag namelijk achter het dorp. Mocht de Linie belegerd worden, dan moest Wijk aan Zee halsoverkop worden afgebroken en worden ontruimd. Wanneer daar geen tijd voor was, kwam het dorpje middenin het schootsveld te liggen, ook geen aanlokkelijk perspectief. Geen wonder dat de keizer niet het eerbetoon ten deel viel waar hij in Holland zo aan gewend was geraakt.

Napoleon was woedend. Hij besloot Beverwijk voor de betoonde gastvrijheid te belonen en tegelijkertijd de beide dorpjes duidelijk te maken dat met de keizer niet te spotten viel. Kort na zijn bezoek bereikte de maires van Beverwijk, Wijk aan Zee en Wijk aan Duin dan ook een keizerlijk bevel, waarin de keizer vroeg voorbereidingen te treffen voor een fusie van de gemeenten. Anders gezegd: Wijk aan Zee en Wijk aan Duin zouden voortaan onderdeel uit maken van Beverwijk en hun zelfstandigheid verliezen.

Armoedzaaiers

De fusie werd inderdaad een feit, al bleef de vraag of de Beverwijkers er wel zo blij mee waren dat de naburige armoedzaaiers nu ineens binnen hun gemeentegrenzen kwamen wonen. Na de val van Napoleon en het oprichten van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd de gemeentelijke samenvoeging dan ook deels teruggedraaid: de dorpjes herkregen hun onafhankelijkheid, maar bleven samen één gemeente.

De nieuwe gemeente 'Wijk aan Zee en Duin' (met het gemeentehuis in het monumentale pand aan het Westerhoutplein; tegenwoordig Museum Kennemerland) en Beverwijk bleven echter in een soort vreemd verstandshuwelijk bij elkaar. De gemeentesecretaris van Beverwijk was namelijk tevens burgemeester én gemeentesecretaris van Wijk aan Zee en Duin. Deze situatie werkt al gauw onhoudbaar en in 1936 zijn beide gemeenten daarom, na een referendum onder de bevolking, wederom samengevoegd onder de vlag van Beverwijk.

Identiteit

Negentig procent van de Wijk aan Duiners (dat al tegen Beverwijk aangegroeid was) was vóór de fusie, in Wijk aan Zee was eenzelfde percentage tegen. Helaas voor Wijk aan Zee was Wijk aan Duin net iets groter qua inwoneraantal en dus werd de samenvoeging met 55 tegen 45 procent aangenomen.

Het dorp Wijk aan Duin is tegenwoordig opgeslokt door Beverwijk en niet meer als aparte kern te ontwaren. Wijk aan Zee bestaat nog steeds als aparte kern. Toch bestaat de angst de eigen identiteit te verliezen nog steeds. De huidige Beverwijkse politiek tracht daarom Wijk aan Zee te betrekken bij alles wat gaande is in de gemeente, zonder dat daarmee de eigen identiteit van Wijk aan Zee in gevaar komt.

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0