De wereld van de Rotterdamse kunstenaar, 35 - Zhanhong Liao

Ik zag werk van Zhanhong Liao hangen op de Rooting Inbetween tentoonstelling van Stichting Kunstwerkt in Schiedam. Het was het tweede deel van het ‘Rooting-project’ dat in 2016 in Remagen, Duitsland was gestart. Het rondreizend kunstproject is bedoeld als een creatieve connectie tussen kunstenaars uit diverse landen en verschillende achtergronden die samen het thema onderzoeken. Zhanhong was ook de curator.

Er hingen enige dagboeken van Zhanhong, een paar schilderijen en een video, waarin we Zhanhong omhoog gaand op een steile berghelling vol afgevallen bladeren een boom zien bereiken. Ik spreek Zhanghong over haar werk in Café Engels op het Stationsplein van Rotterdam.

Lessen creativiteit

Zhanhong komt uit een normaal gezin, zoals ze zegt, in Guangzhou. Haar moeder was onderwijzeres en haar vader zat in het zakenleven als manager van een bedrijf. Beiden waren intellectueel georiënteerd. Ze groeide heel beschermd op en was gehoorzaam zoals verwacht werd, zegt ze. Al jong maakte ze de Culturele Revolutie mee. Haar moeder moest als ‘vertegenwoordiger van de bezittende klasse’ een tijd naar het platteland. “Het was een onrustige tijd. Mijn ouders waren best gespannen, ook nadien. Het was moeilijk voor hen om liefde te tonen voor hun kinderen, ikzelf en mijn jongere broer, maar op een bepaalde manier gebeurde dat toch.” Zhanhong deed wat haar ouders vroegen en oefende in haar vrije tijd Chinese kalligrafie, maar diep van binnen verlangde ze altijd naar onafhankelijkheid. Ze wilde zichzelf ontwikkelen.

Zhanhong was dol op de lessen creativiteit. “Ik deed veel aan dans op school. In China is allerlei soorten dans te zien: Chinese dans, Japanse dans, Koreaanse dans. Die dansen gingen we op school ook uitvoeren. Bij iedere dans hoorde weer een nieuw kostuum. Dat was zó kleurrijk! Ik heb mooie herinneringen aan.” En bij een privédocent nam ze schilderlessen, daar ontmoette ze ook haar man.  Ze was erg nieuwgierig hoe de rest van de wereld eruit zag. In 1989 kreeg zij de kans om in Engeland kunst te gaan studeren. Tijdens deze studie greep ze de vrijheid met beide handen aan. Zij reisde vaak op haar eentje naar allerlei landen in de vakantieperiode. Onder andere ging ze naar Italië, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Griekenland en de V.S., ze vond het allemaal geweldig.

Eenmaal afgestudeerd stak ze de Noordzee over en kwam in Nederland waar haar man toen woonde. Het was 1996. “Het was een onzekere  en ook mooie periode. We deelden een flatje met twee anderen, in Vlaardingen, vlakbij Rotterdam. In die kleine ruimte moest ik op een of andere manier mijn gevoelens uiten. Dat deed ik door te mediteren en door dagboeken te gaan maken. Het is een onderzoekend verslag van wat ik beleefde.” Het was puur en alhoewel er geen commerciële gedachten waren, werden haar Dagboeken al snel warm ontvangen door de kunstwereld. Ze exposeerde in veel galeries in heel Nederland. Zij is dankbaar dat ze in het begin van haar kunstenaarschap een Basisstipendium van het Fonds Beeldende Kunst mocht ontvangen.

Project ‘Made in China’

Ze kregen een verblijfsvergunning op voorwaarde dat ze zelf hun inkomen konden verdienen. Ze gingen les geven en natuurlijk kunstwerken maken. Ze kregen twee kinderen, jongens. Haar man had meer heimwee naar China en in 2005 koos hij ervoor terug naar China te gaan. “Ik zat met twee jongens, allebei jong. Ik had mijn normen en waarden om een goede vrouw te zijn meegenomen, maar nu moest ik het alleen doen. Hoe moeilijk het ook was, ik besefte steeds meer dat het ook een kans was voor mij te groeien na de scheiding. Wie wilde ik worden?”

Hoewel ze een groot contrast tussen de Chinese en de Nederlandse cultuur ervoer – “Die directheid vond ik heel moeilijk” – sijpelde er desondanks steeds meer van de Nederlandse cultuur binnen. “Chinezen vertellen alles met ‘een omweg’. Nu denk ik soms ‘Zonde van de omweg’.” Ze zag dat het imago van China en de Chinezen soms negatief was, ‘Jullie met je goedkope producten’. Ze raapte in 2006 alle moed bij elkaar en ging de confrontatie aan met het project ‘Made in China’. Het was een interactief project, waarbij ze niet schuwde haar eigen kwetsbaarheid te tonen. ‘Durf te kijken naar China’ was haar uitdaging aan mensen die foto’s van China met een verhaaltje erbij te zien kregen. “Er waren zo veel stereotypen. Die wilde ik graag aan de orde stellen.”

Het thema van haar kunst is identiteit, zegt ze. “Mijn werk is heel dicht bij mijn persoonlijk leven. In een aantal werken, ook uitgevoerd in dans, zijn cirkels en vierkanten te zien. “De cirkels vertegenwoordigen de samenleving, het vierkant ben ikzelf. Ik ben nu de vijftig gepasseerd, de helft van die tijd heb ik doorgebracht in China, de andere helft in Europa. Hoe Europees ben ik geworden?” In ander werk doet ze aan morphing, het geleidelijk overvloeien van de ene afbeelding in de andere, onder meer vloeit zo het gezicht van Christel uit Duitsland over in het gezicht van Zhanhong. Vele jaren werkte ze samen met de galerie Josien Bokhoven aan de Prinsengracht in Amsterdam. Daarnaast is lid van de Haagse sociëteit Pulchri sinds 1999 waar ze elke 2/3 jaar een solo-expositie had. In Stichting Kunstwerkt uit Schiedam krijgt zij de kans ook exposities te maken als curator en kunstenaar.

Het Nederlandse leven

Ze laat foto’s zien van gevouwen handen, de oosterse bidhouding. De mozaïeken op de achtergrond zijn van de inzendingen van het project ‘Made in China’. Deze serie foto’s kwam in 1.70 x 1.20 meter, op canvas. “Mijn boodschap was: het westen en het oosten moeten elkaar ontmoeten met een respectvolle houding.”  Ze ervoer de reacties als steuntje in de rug om meer projecten in het verlengde hiervan te maken, waarbij ze bij de gemeenten en fondsen aanklopte voor financiering. En die steun kreeg ze.

"Ik wil meer dan alleen met mezelf bezig zijn", zegt ze. “Ik wil ook bijdragen aan de samenleving. Veel Chinezen in Nederland leven in hun eigen wereld, hoor ik vaak. Ik ben dan een van de uitzonderingen. Ik denk niet over mezelf: ‘ik ben een Chinees’, nee, ik denk ‘ik ben een mens’. Als ik een probleem heb, zoek ik, net als de Nederlanders, hulp. Zo had ik vragen over de opvoeding hier en de rol van de moeder in de opvoeding. Ik stapte naar het maatschappelijk werk en ik kwam terecht in praatgroepen over dit onderwerp. We praten over cultuur, over godsdienst, onder andere ook de islam. Ons geloof is niet zo stellig als dat van de islam. Maar ik zit niet in Chinese maatschappij, ik zit dagelijks in het Nederlands leven. Zozeer dat ik niet precies kan peilen hoe groot het probleem van de Chinezen is die blijven hangen in hun eigen wereldje.”

Echt zich druk maken daarover doet ze niet meer. “Ik ben blij met de verrijking van culturen in Nederland. Nu voel ik me gelukkig, meer in balans en dankbaar met wat ik heb. Een mooi innerlijk en harmonie met mijn omgeving is de grootste kunst. Ik leer van mijn fouten, ben wakker geworden door de ziekte van Pfeiffer. Ik ben yoga gaan doen en zit op Argentijnse tangolessen. Kunstsymposia en Artist in Residencies doe ik nog met veel plezier, ik krijg daar goede feedback van collega’s uit diverse landen en andere culturen. Tijdens mijn reizen ontmoet ik veel mensen, dat is mijn oplading.” In diverse mediums drukt Zhanhong haar zoektocht naar identiteit uit, die draait om haar functioneren in de maatschappij en haar diepe verlangen als mens een goede rol te spelen. Ze uit het in schilderkunst, fotografie, performance, maatschappelijk projecten en buitenlandse kunstuitwisselingen. “Alles is met elkaar verbonden. Wat we geleerd hebben, waarvoor we ons interesseren, wat we meegemaakt hebben in het leven, wat onze waarden zijn, wat voor persoon we zijn worden: dat alles kun je in de kunstwerken terugvinden.”

Taoïsme

Ze wilde zich ook bewijzen voor haar ouders, dat ze het, na de scheiding met haar man, toch wel kon rooien. “Ik had heel veel ‘drang’. Ik heb nu meer rust, ik pak dingen aan die op mijn pad komen. Een andere mindset dan voorheen. Ik zie in de spiegel hoe ontspannen ik ben. Daar ben ik blij om. Als ik les geef aan volwassenen, merk ik dat ik ook wijzer geworden ben. Ik heb meer mensenkennis en compassie, wat kan ik bij verschillende mensen het beste doen? Ik improviseer meer, ik vind het mooi om te ‘spelen’. Begrijpen is tweerichtingsverkeer.” Ze leerde ook meer complimenten geven, ook aan haar twee jongens, nu 17 en 14 jaar oud. “In China moet een kind perfect zijn, maar daarbij wordt het belang van een warme band vaak vergeten.” De band met haar ouders, nu 77 jaar oud, is ook goed ondanks dat er altijd verschillen zijn. “Het was een goede training in het niet-bitter worden, liever kalm blijven en een eigen koers houden, en vergeven.” Het videowerk in de expositie reflecteerde op het leven en het in contact blijven met de natuur en haar innerlijk. 

De Rooting Inbetween expositie werd afgesloten met tangodansers inclusief Zhanhong zelf, die dansend door de kunstwerken wervelden. “Zo verbonden we de werken met elkaar. De Argentijnse tango toont wie je bent, en wat je passie is. Mensen worden niet ‘gepleast’. Dat komt overeen met het taoïsme. In die filosofie streef je niet naar succes. Kunst is maar een deel van het leven. Iedereen heeft een andere opdracht in het leven. Ik ben gezond, geniet van het leven en ben lief voor mijn omgeving. En ik inspireer mensen. Je blijven ontwikkelen maakt je gelukkig."

Afbeeldingen

1) Identiteit II, 50 x 50 cm, digitaal werk, 2) Detail of Diary, Memory 2, Mixed Media, 1996, 3) Performance West Meet East, Pulchri Studio The Hague, 4) Dagboek Reflectie A4, 2016, 5) Rooting Inbetween, 2017, 6) Rooting Duitsland, 2016, 7) Expositie Rooting in Duitsland, 2016, 8) Videowerk Rooting Duitsland, 2016, 9) Solo in Galerie Josine Bokhoven, 10) Dialogen, 2016, 11) en 12) Exhibition in Pulchri Studio The Hague, 13)  Rooting Inbetween, 14) Expositie Rooting in Duitsland, 2016

http://www.liaozhanhong.com/                                                                          https://bit.ly/2JqNmG4 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0