De wereld van de Amsterdamse kunstenaar, 15 - Nel Waller Zeper

Nel Waller Zeper houdt van lijnen. Haar werk is lineair, levendig en bewegend. Tekeningen van haar hangen op een expositie van enige leden van de kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken, met de titel ‘Kleur in Witte de With.’

Ik spreek Nel, een krasse dame van over de 80, in de galerie. Nel heeft een avontuurlijk leven achter de rug. Ze woonde vier jaren in de Pyreneeën, met haar man, die dichter en journalist was. Het zijn de beginjaren zestig. Franco is nog aan de macht in Spanje. De Franse Pyreneeën zitten vol met de eerste en tweede generatie gevluchte communisten en socialisten. Het zijn de vrienden van Nel en haar man, Frans Babylon, de auteursnaam van Frans Obers. Namens de Gelderlander maakt hij verhalen over het Spanje van Franco.

Catalaans boerenhuis

Met een visum gaan ze Spanje in. Ze gaan langs allerlei mensen, bezochten ook musea, maar de geheime politie is niet ver weg. “Dat waren mannen die je tegenkwam en die gezellig en goed konden praten. Mijn man zag het meteen als het er een was.” En na een paar maanden gingen ze weer terug en werden de artikelen uitgewerkt. Nel maakte de illustraties bij de artikelen. 

Ze woonden in verschillende plaatsen: Talairan, Perpignan. In Perpignan werkte Nel, om wat extra inkomsten te verdienen in een aardewerkfabriek. Dat aardewerk was onder andere ontworpen door Lurçat. “Het ontwerp was al op het aardewerk ingetekend. Ik vulde het met kleuren in. Daarna werd het gebakken. Ook woonden we in Paziols (Aude) en Ceret. Daar woonden we in een Mas, een Catalaans boerenhuis.”

Frans Babylon

Maar Frans Babylon was een nogal romantische en avontuurlijke man, die het niet zo nauw nam met de huwelijkse verplichtingen. In Eindhoven kwam ze hem voor het eerst tegen. Ze was met de collega’s van de ontwerpafdeling van Rath &Doodeheefver, een behangfabriek, waar ze werkte als assistente van de ontwerpers, naar het carnaval van Eindhoven gegaan

“In Eindhoven logeerde ik bij vrienden van vrienden. Op een van de carnavalsfeesten danste ik met  met Frans. Hij bleek dichter en journalist, en kreeg een oogje op mij. En ik was ook geïnteresseerd in hem. Dat hij een echte versierder was, had ik toen nog niet zo goed in de gaten. En hij was ook nog eens alcoholist en manisch depressief. Maar dat werd pas veel later duidelijk.”

“Enfin, we gingen samen naar Zuid-Frankrijk. We trouwden niet lang erna in Amsterdam en we gingen terug naar het Mas. Daar hebben we drie jaar gewoond en gewerkt, de boeren bij het oogsten geholpen, onder andere van kersen uit de kersenbomen. Op zeker moment was mijn man op reis gegaan en kwam niet terug. Ik merkte dat ik van ons eerste kind in verwachting was. Ik hoorde een tijdje later dat hij in Eindhoven was, carnaval aan het vieren. Het was het carnaval van 1964.

Een zusje van mij en haar man waren in Spanje op de motor op vakantie geweest en kwamen op de terugweg bij mij langs. “’Wat ga je doen?’ vroegen ze.” “Ik ga terugliften, naar Nederland.” Ik kon een lange lift krijgen van een vrachtwagen die naar Nederland ging. Ik ging naar Eindhoven. Het carnaval was in volle gang. Daar was Frans, in de feestvreugde, met een meisje. Het avontuur dat hij met mij gehad had, leek een nieuwe ronde te krijgen. Hij schrok zich te pletter.”

Atelierwoning

Ze kwamen tot de overeenkomst samen terug te gaan naar Amsterdam, de stad waar ze gestudeerd had, om het kind geboren te laten worden. “We konden tijdelijk terecht bij vrienden in de Prinsenstraat. Een paar maanden later kregen we een woning toegewezen van de Doopsgezinde Gemeente. De woning bevond zich tussen de Noorder- en Westerkerk. Onze oudste zoon werd in augustus 1964 geboren. We hebben nog een tijd – met problemen – samen doorgeleefd. In 1967 werd de tweede jongen geboren. In de tussentijd waren we gescheiden. Ondanks dat hebben we het nog even geprobeerd, maar toen dat niet lukte, zijn we uiteen gegaan. Het is tragisch voor mijn man afgelopen. In 1968 overleed hij.”

Bij de woning van de Doopsgezinde Gemeente was een hofje. Het werd bestierd door de directrice, maar op zeker moment overleed zij. Een Studentensociëteit trok in een deel van het pand. “’s Nachts vierden de studenten feest. Er was veel lawaai. De wanden tussen de kamers waren nogal dun. Je deed geen oog dicht. Het was niet te harden.” Van arremoede ging ze met haar kinderen slapen in haar atelier in de nabijgelegen Anjeliersstraat. “We sliepen daar op luchtbedden. Maar dat was geen houdbare oplossing.”

Die kwam er toen ze mocht verhuizen naar een atelierwoning in Osdorp. “In Osdorp kwam ik aan de rand van de stad. We keken uit op boerengebied, landerijen, groenten en bloemen erop. De atelierwoning had vier kamers, en een atelier. Ik heb er 27 jaar gewoond tot grote tevredenheid. Op gegeven moment, de kinderen waren het huis al uit, wilden ze de hele sociale woningbouwbuurt verbouwen tot koopwoningen. Toen moest ik het huis uit.” Ze kwam terecht in een kleinere woning in Oost, Zeeburg, zonder atelier. Waar ze nog steeds regelmatig tekent, maar dan aan de keukentafel.

Amsterdam  

Gaan we terug naar de jaren vijftig in Amsterdam. Daar kwam ze nadat haar ouders met een map van haar tekeningen naar de toenmalige directeur van het Instituut voor Kunstnijverheidonderwijs (later Rietveld Academie) waren gestapt. Hij bekeek de tekeningen aandachtig en zei toen: “Laat haar ‘t maar proberen. Ze kan beginnen in het voorbereidend jaar.” Nel was dolblij. Haar leraren waren onder andere Ap Sok, Lex Metz, Johan van Zweden, Henk Brouwer en David Schmidt. In 1955 studeerde ze cum laude af, in de Grafiek. Houtgravure had ze er geleerd, linosnede, steendruk (litho), etsen en droge naald, haar lievelingstechniek. Maar ook modeltekenen.

Parijs

Om te leren schilderen ging ze naar Antwerpen, naar de Academie der Schoone Kunsten. Daar ontdekte dat ze geen schilder was. “Ik bleek in lijnen te denken, niet in licht en schaduw. “Maar ze zat niet bij de pakken neer. Met een vriendin ging ze naar Parijs, naar de roemruchte Ecole Impériale et Spéciale des Beaux-Arts, waar vele Franse grote schilders ook hun opleiding hadden gehad.

“We kwamen er in september. In het jaar 1956. We wilden lithografie doen. Die afdeling had een grote naam. We moesten wachten tot oktober, de Franse studenten gingen voor. In oktober kwamen we dan aan de beurt. We kregen een rondleiding van een oudere student. Hij liet ons de gewone drukpersen zien en vervolgens gingen we naar een hele speciale drukpers. ‘Die is erg speciaal’, zei de student, ‘als je hem wil gebruiken,moet je eerst met mij naar bed’. “

Ondertussen hadden de twee jongedames een leuk onderkomen gevonden. “Het was bij een jong gezinnetje met twee jonge meisjes. We konden de benedenkamer gebruiken die op de tuin uitkwam en ook de keuken. Hele aardige mensen.“ Ze konden aan de slag, haar vriendin ging schilderen en Nel ging model tekenen. Aan de Académie de La Grande Chaumière kwamen er ieder dag verschillende.  De beroemde kunstacademie lieten ze links liggen. Wel profiteerden ze ervan dat ze daar ingeschreven waren. Op die manier konden ze goedkoop naar de film , het theater, de musea en de mensa. “Het was een leuk leven. Leuker kon niet.”

Naar Nederland

Na een jaar was het helaas voorbij, ze gingen terug naar Nederland. Nel kwam terecht op de Lijnbaansgracht waar ze kon wonen boven het atelier  van de surrealistische schilder Ger Langeweg. Ze werd lid van de Kunstenaarsvereniging De Brug (inmiddels opgeheven). Ze volgde een cursus bij De Werkschuit om les te geven, maar ontdekte dat dat niet voor haar was weggelegd. “Het werd een totale bende in de klas.” Na het verdwijnen van De Brug kon ze overstappen naar Kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken, een vereniging die al meer dan een eeuw bestaat. “Ze zeiden tegen ons van De Brug, ‘komen jullie maar’. Ik ben heel tevreden ermee. Ik pas er goed in.”

Tot haar spijt kan ze niet meer drukken. “Een litho pers bedienen kost me te veel inspanning want ik heb artrose.”  Maar nog altijd tekent ze, zoals we op de tentoonstelling kunnen zien. Nel: “Het is lekker om bezig te zijn en vanuit je gevoel te werken.”

 

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0