De familie Vroman en de RHBS te Gouda

Drs. Samuel Jacob Vroman, geboren 4 januari 1875 te R’dam behaalde in 1896 het staatsexamen om toegelaten te worden tot de studie geneeskunde. Al snel daarna stapte hij over op de studie natuurkunde. Het kandidaatsexamen werd in 1900 te Amsterdam afgelegd en het doctoraal examen in 1909. In 1911 werd Vroman benoemd als leraar aan de Rijks HBS te Gouda tot 1940.

En op 31 augustus 1910 trouwt hij met Anna Vromen, geboren 5 juni 1884 te Zutphen. Ook Anna is ruim een jaar invaldocente wiskunde op de RHBS.  Maar net als haar echtgenoot is zij ook bevoegd om natuurkunde  te doceren.  Op 30 maart 1918 geeft Anna haar laatste lessen op de RHBS.

Als Samuel begint op de RHBS is de school nog gevestigd aan de Lange Tiendeweg in het pand van de voormalige St.-Joris-Doelen (thans no 79). Op 17 oktober 1865 werd de school op plechtige wijze geopend.

Tegen de tijd dat Samuel Vroman in 1911 zijn aanstelling krijgt als docent wis- en natuurkunde, is de school sterk aan het groeien. Tussen 1910 en 1915 stijgt het aantal ingeschreven leerlingen boven de 200.

In 1909 wijst de Commissie van Toezicht de minister er op, dat het gebouw der Rijks H.B.S “een stil rustige omgeving mist, zulks tot schade der leerlingen en tot ongenoegen der leraren, die bovendien in hun spraakorganen de nadelige gevolgen dragen. Onhoudbare toestanden dreigen!”

In 1915 wordt begonnen met de bouw van een nieuwe school aan de Burg. Martenssingel met de ingang aan de Krugerlaan. En in diezelfde Krugerlaan wordt op 10 april 1915 de tweede zoon bij  de familie Vroman geboren, Leo. En zo kunnen de ouders van Leo niet alleen zien hoe Leo groeide, maar ze konden ook de groei van het in aanbouw zijnde nieuwe onderkomen van de school volgen.  

Het oude ‘hok’ aan de Lange Tiendeweg wordt verlaten en op 6 november 1916 wordt het nieuwe schoolgebouw aan de Burg. Martenssingel no 15  feestelijk geopend

Ook Leo Vroman moest naar school. Leo bezocht de Willem de Zwijgerschool voor gewoon lager onderwijs aan de Burg. Martenssingel 72 (sinds 1982 is het pand het brugklasgebouw van de Goudse Scholengemeenschap Leo Vroman)

In 1927 ging Leo naar de HBS, waar hij nu ook les kreeg van zijn vader. Dit gebouw aan de Burg. Martenssingel 15, is sinds 2014 de mavolocatie van de GSG Leo Vroman.  

In een interview (wat staat in Rijks HBS/MMS 125 jaar RSG) met Leo in 1990 met de toenmalige docent Nederlands Lydia Stefanski antwoorde Leo op de vraag hoe het was om les te krijgen van zijn vader. “Ik vond het nogal wisselend”.

In de natuurkunde les zat hij vooraan. Als zijn vader klaar was met een bepaald onderwerp, keek hij Leo aan en glimlachte verwachtingsvol. Leo keek dan heel rustig en onschuldig terug en daar kon zijn vader niet tegen. Die begon dan een beetje te grinniken, zijn buik ging onrustig op en neer en ten slotte kon hij niet verder spreken, terwijl Leo niets kwaads in gedachten had. Het omgekeerde gebeurde ook. Leo werd ‘s avonds door zijn vader klaargestoomd voor bijvoorbeeld het constante product van druk en volume. Het was na elven en hij kon niet meer helder denken. Dan boog zijn vader het hoofd waar hij krulletjes op had en zei: “Trek eens aan mijn haar want die pijn is beter te verdragen dan al die stomme antwoorden die jij geeft.”

De volgende dag in de les stelde hij dan een moeilijke vraag over het onderwerp aan Piet van Heumen die het antwoord niet wist, aan Jacob en Koen die het ook niet wisten en tenslotte aan Leo, die evenmin het antwoord wist te geven. Dan verloor zijn vader al zijn geduld en zei: “Daar hebben we nu gisterenavond de hele avond aan gewerkt!” Dat had hij natuurlijk niet mogen zeggen. Leo schaamde zich niet voor zijn onwetendheid, hij vond het zijn vaders verdiende loon”.  

In het Lustrumnummer Eigen Teelt van 17 januari 1948, (de schoolkrant) schrijft Leo het volgende stukje over zijn herinneringen aan zijn schooltijd op de RHBS.

“We bleven vaak samen, als ik het laatste uur les van mijn vader had gehad, om een toestelletje te zien werken wat hij had gedemonstreerd, of om alleen maar door zijn verzameling te lopen, van klankbollen en spiegels, de stoomtoren en de nevelcamera. Dat vond ik dan wel weer leuk”.

In hetzelfde stuk schrijft Leo; “ook herinner ik mij de schoolfeestjes nog, met dansen en een toneelstuk in de Schouwburg. Kaarsvet op de vloeren, confetti, serpentines om de stoelpoten, soms hier en daar een ballonnetje, en, ik hoor het goed, een toetertje.

Ik vond mezelf toen nog niet te lelijk om een lefzakdoekje te dragen, want soms schiet me nu nog wel een spiegelbeeld te binnen van een jongetje met een scheiding, wiens handje met wit machetje bezorgd naar de hartstreek tast. Ook dorst ik toen nog te dansen. Ik weet nog het gevoel, - dat ook springers op een duikwedstrijd moet overvallen -, wanneer de muziek opnieuw begon en ik was de eerste die de onbevolkte vlakte overstak, soms een eindje glijdend om mij een houding te geven, naar een of ander meisje toe. En dan mijn eigen angst, dat mijn oren te rood zouden zijn en mijn neus te snavels, of vooral het scheef zitten van mijn das waar dan niets aan te doen zou zijn omdat ik mijn handen vol had met dansen.

Daar, nu heb je een heel verhaal. Zou je deze brief, of stukken eruit voor je blad willen gebruiken? Gedichten heb ik, op het ogenblik ten minste, niet”.

In 1932 behaalde Leo zijn diploma op de RHBS en zijn vader heeft tot de oorlog uitbrak in 1940 les gegeven op de nu naar Leo Vroman vernoemde Goudse Scholengengemeenschap.

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0