Cultuur & Europa (13) – Margriet de Jong

Hoera, de Polen komen!

Als je de situatie bij de Nederlandse musea nader beschouwt, zie je dat het vooral de grote en middelgrote musea zijn die internationale contacten onderhouden. En natuurlijk zijn die ermee gebaat dat de uitwisseling van collecties eenvoudiger, met meer zekerheid en minder regels verloopt.

Want in de praktijk blijkt dat “het vrije verkeer van goederen” soms minder vrij is dan deze Europese regel doet vermoeden. Er zijn echter talloze stedelijke en provinciale musea in Nederland (en in de rest van Europa), waarbij van uitwisselingen internationaal zelfs nauwelijks of geen sprake is.

Juichen bij de val van de muur

Sinds het Verdrag van Maastricht (1992)  staat Cultuur officieel op de Europese agenda. Niet als prioriteit, maar als iets dat “best belangrijk” is. De Nederlandse Museumvereniging (NMV)  voert met haar Europese collega’s structureel (Network of European Museums Organisations)  overleg om binnen Europa in de museale sector contacten te bevorderen en afstemming over bepaalde knelpunten ( zoals de discussie over indemniteit en collectiemobiliteit)  te bereiken en zich daarmee gezamenlijk tot de Europese Commissie en het Europees Parlement te richten.

Er gebeurt dus wel het een en ander, en natuurlijk dragen Europese programma’s zoals Cultuur 2000 daar ook aan bij, maar zet het voldoende zoden aan de dijk? Voelen burgers van de Europese Unie zich Europees? Ervaren ze de verdere integratie en uitbreiding als een zegen of juist als een bedreiging?

Als je afgaat op wat er in de Nederlandse media verschijnt, vermoed je eerder het laatste. Ruim tien jaar geleden stonden de meeste mensen in het westen te juichen bij de val van de muur en het ijzeren gordijn. Maar nu het na de booming nineties even een tandje lager gaat met de economie werpen we angstvallig barrières op voor de nieuwe lidstaten.

Europese canon

Glijden we in Europa af naar een simplistisch denken in “wij” versus “zij” en ervaren we de onderlinge verschillen alleen nog maar als bedreigend? Een dergelijke polarisatie is niet rationeel en bovendien destructief. Daarom is aandacht voor cultuur in Europa “heel belangrijk”, ook als onderdeel van het te vormen Buitenlands Beleid van de Unie.

Allereerst is het positiever en constructiever om meer aandacht te hebben voor de onderlinge overeenkomsten dan de verschillen. In breed cultureel perspectief zijn er de gezamenlijke waarden van democratie, vrijheid en mensenrechten die de lidstaten niet alleen onderling delen, maar die zelfs harde toelatingscriteria zijn voor nieuwe lidstaten (zogenaamde Kopenhagen-criteria).

Daarnaast bestaat er een eeuwenoude Europese canon binnen de muziek, beeldende kunst, theater en literatuur. Integratie is daar al lang een feit. De grotere verschillen vind je vooral op regionaal niveau of nationaal niveau binnen uitingen van volkscultuur en gebruiken ( Sinterklaas, Kreeftenfeest, Feria’s en ga zo maar door). Dat is mooi, een enorme rijkdom die juist gekoesterd moet worden.

Constructieve confrontaties

In een Europese Unie van 25 lidstaten, met zo’n 500 miljoen inwoners, is het belang en de aandacht voor cultuur een noodzaak. Cultuur kan ertoe bijdragen dat burgers zich Europees voelen, de rijkdom ervaren van wat er op een relatief klein grondgebied aanwezig is en dat zij deel uitmaken van een verenigd, vreedzaam en stabiel Europa.

Aandacht voor cultuur, als onderdeel van Buitenlands Beleid kan juist bijdragen tot een gevoel van ‘erbij horen’ in plaats van zich ‘buitengesloten’ voelen. Natuurlijk is cultuur geen panacee en leidt het soms tot heftige confrontaties. Maar culturele confrontaties zijn bij uitstek constructief, want zij inspireren tot nieuwe wegen, nieuwe inzichten. Terwijl politieke confrontaties helaas te vaak tot destructie voeren.

Kruisbestuiving

Deze visie heeft als gevolg dat er in de EU meer geld voor cultuur beschikbaar moet komen. Wel moet er een absolute garantie zijn dat kunst en cultuur niet tot propagandamiddel verworden. Het zou bijvoorbeeld fantastisch zijn als het HGIS-C bezoekersprogramma op Europese schaal uitgevoerd zou worden.

De kruisbestuiving en het stimuleren van Europese netwerken zou daarmee een flinke vaart krijgen. “Hoera, laat de Polen maar komen!”

Margriet de Jong is coördinator Internationale Betrekkingen van de Nederlandse Museumvereniging en kandidaat namens D66 voor het Europees Parlement

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0