Nederland vakantieland

De Hollandse kust Vertier en herstel

Op stap De eerste massatoeristen

Hoek van Holland Rotterdam aan zee

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Read comments (1)

Nederland vakantieland

Introduction

De Hollandse kust

Reizen was ooit voorbehouden aan de rijke elite. Die kon zich in de zeventiende en achttiende eeuw plezierreizen en buitenhuizen veroorloven. Voor de rest van de stedelijke bevolking waren dergelijk vertier zelden weggelegd. Daar kwam pas verandering in vanaf het midden van de negentiende eeuw. Vissersdorpen zoals Katwijk, Noordwijk en Scheveningen transformeerden in centra van vertier. Aan de kust konden gasten genieten van strand, zon en frisse zeelucht. Zwemmen was mogelijk, maar rijke gasten genoten nog liever van verwarmde zeewaterbaden in luxe hotels, of lieten zich met speciale badkoetsen de zee inrijden. Naar buitenlands voorbeeld volgden er al snel pieren, boulevards en entertainment. Overdag konden gasten op ezeltjes rijden, sporten of flaneren; in de avonduren genoten ze van casino’s, een hapje eten of een concert. Maar onze kuststrook was niet alleen een bron van plat vermaak. Een belangrijk aandeel van de toeristen kwam specifiek voor de natuurlijke omgeving. De weidse duinlandschappen, de ruwe zee en het harde vissersbestaan trok talloze kunstenaars naar vissersdorpen als Katwijk en Domburg. Daarnaast leefde tot diep in de twintigste eeuw onder artsen het idee dat zeewater, frisse lucht en zonlicht een helende werking zouden hebben op een hele reeks aan lichamelijke en geestelijke kwalen. Zo ontstonden er talloze hersteloorden langs de Nederlandse kust. Het bekendste voorbeeld zijn de sanatoria voor tuberculosepatiënten. Maar ook zwakke kinderen en psychiatrische patiënten werden richting kust gestuurd om te herstellen.

Op stap

In de jaren twintig en dertig beleefden de Nederlandse badplaatsen gouden tijden. Betere vervoersmogelijkheden richting de kust, zoals de tram of trein, zorgden ervoor dat een dagje strand voor steeds meer mensen was weggelegd. En met de Arbeidswet van 1919 hadden grote lagen van de Nederlandse bevolking voor het eerst echt vrije tijd. Badplaatsen speelden handig in op het nieuwe publiek. De badkoetsen en luxe hotels kregen gezelschap van strandstoelen, verkleedhokjes en goedkope strandpaviljoens. Het zorgde voor de eerste (kleine) golf van massatoerisme in ons land. Alle lagen van de Nederlandse bevolking konden omstreeks de jaren twintig genieten van de kust. Maar dat wil niet zeggen dat een dagje strand een egalitaire aangelegenheid was. De rijken en de middenklasse konden het zich veroorloven om voor langere tijd aan het strand te vertoeven. Het chique Scheveningen had daarbij de voorkeur. Rond Scheveningen lieten leden van de Haagse elite riante kustvilla’s bouwen, volgens de laatste mode. De welgestelde middenklasse deed het met vakantiehuizen op een minder luxueuze schaal. Naast hotels en vakantiehuizen groeide ook kamperen in het begin van de twintigste eeuw aan populariteit. Anders dan de moderne associatie met kamperen, was het destijds een elitaire activiteit die met name voorbehouden was aan rijken en welgestelden. Voor arbeiders zat al deze luxe er niet in. Zij kregen weinig tot geen vakantie en konden zich daarnaast geen luxe hotels of vakantiehuizen veroorloven. Arbeiders weken daarom vaak uit naar badplaatsen dichtbij huis. Rotterdamse arbeiders trokken in grote getalen naar Hoek van Holland, terwijl men in Amsterdam een dagje naar Zandvoort ging.

Hoek van Holland

In 1914 annexeerde Rotterdam Hoek van Holland. En met het voorzichtig ontluikende toerisme in Nederland, zag de gemeente Rotterdam een gouden kans. Hoek van Holland zou ontwikkeld worden tot een echte badplaats. Begin jaren twintig volgden de eerste echte voorzieningen, van kleedhokjes tot strandstoelen. Ook opende de gemeente in 1923 een kampeerplaats, destijds bijzonder modieus. Hoek van Holland kon moeilijk de concurrentie aan met gevestigde trekpleisters zoals Scheveningen. De gemeente Rotterdam gooide het over een andere boeg. “Hoek van Holland wil geen mondaine badplaats zijn”, zoals een brochure uit 1928 het verwoordde. Naast zwemmen en wandelingen door de duinen kwam met vooral naar Hoek van Holland voor een dagje vermaak. Het kijken naar de stroom van schepen die richting de Rotterdamse haven voer was een populaire activiteit. Het strand telde eveneens talloze strandpaviljoens. In advertenties prijzen ze zich aan om hun “prima consumptie” tegen “billijke prijzen”. De paviljoens boden ook muziek – van live-orkesten tot orchestrions – en de gelegenheid om te dansen. Al dat vermaak was ook nog eens goed bereikbaar met het (relatief goedkope) openbare vervoer. Die factoren zorgden ervoor dat Hoek van Holland een geliefde bestemming voor Rotterdamse arbeidersgezinnen gedurende de jaren twintig en dertig. Niet voor niets werd de badplaats ook wel “Rotterdam aan zee” genoemd.

Circa:
Nee

Adres

Zeekant 133
3151 HW Hoek van Holland
Nederland

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1

Reacties

Kijkduin en Monster waren mijn "stranden" in mijn jeugd. Lange fietstocht vanuit Delft, dat wel. Veel bijzonders was daar niet, in mijn herinnering, het was dan ook geen Scheveningen.