Jonghof van het schuttersgilde van Sint-Joris

Horizontal tabs

Beschrijving

Nummers 33-35. Voormalig Jonghof van de schuttersgilde van Sint-Joris.
1379: eerste vermelding van de gilde. Later splitsing in zogenaamd Jong- en Oudhof (cf. nummer 69-71).
1562: Marcus Gerards tekent het Jonghof als een vrij uitgestrekt, ommuurd domein met aan straatzijde een breedhuis met doorgang naar achterliggende tuin met galerijen en doelen.
1642: Sanderus tekent het gildenpand, toen zogenaamd "Hof Ternant", als breedhuis van negen traveeën met ter hoogte van de vier centrale traveeën de huidige renaissancegevel, in een cartouche gedateerd "1545" en met enkelhuisopstand en een deur in de rechter travee. Laatstgenoemde gevel is aan beide kanten geflankeerd door vrij sobere lijstgevels, beide voorzien van rondboogvensters; het linker deel is toegankelijk via een renaissancepoortje.
1768: aankoop van de gebouwen door Stad, verkoop van de bijhorende galerijen en doelen, en inrichting als armenhospitaal.
1772-circa 1900: gebouwen betrokken door nettenbreierij.
1824: op een tekening van J.B. Rudd wordt de renaissancegevel afgebeeld tussen twee muren die aan beide doorbroken zijn door een renaissancepoortje zoals dit links voorkomt op de gravure van Sanderus.
1903: restauratie van het renaissancegebouw en nieuwbouw voor het aanpalende rechter pand naar ontwerp van architect C. De Wulf (Brugge) cf. infra.

Aan de straat bestaat het complex heden van links naar rechts uit:
Nummer 33. Links, neoclassicistisch breedhuis van oorspronkelijk vier, nu drie brede traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), gebouwd in 1852 in plaats van een muur met poort. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met één travee ingekort aan de linker zijde. Vensters in geprofileerde omlijsting met druiplijst, op de bovenverdieping op doorgetrokken lekdrempel en bekroond door steigergat. Verzorgd houtwerk onder meer XIX-ramen met grote roedeverdeling, persiennes op de begane grond en latere, versierde rolluikkasten op bovenverdieping. Links poort met afgeronde bovenhoeken, gevat in geprofileerde omlijsting met druiplijst. Gecementeerde achtergevel met twee hoge, rondboogvensters ter hoogte van het trappenhuis. Voorts rechthoekige bovenvensters met origineel houtwerk en ijzeren tracering in het bovenlicht van de poort. Voormalige tuin ingenomen door enkele garageboxen.
Interieur. In de voormalige, deels overwelfde koetsdoorgang leidt rechts een fraaie rondboogdeur naar de vestibule, aan tuinzijde in verbinding met trappenhuis en bordestrap.

? Rechts Diephuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak, in cartouche gedateerd "1541". "Kunstige Herstelling" van 1903 naar ontwerp van architect C. De Wulf (Brugge) onder meer vervangen van verweerde natuurstenen elementen door Euvillesteen, inpassen van vensterkruisen en toevoegen in de geveltop van ornamenten als klauwstukken, siervazen en medaillon naar de tekening van Sanderus. Verankerde bakstenen renaissancegevel met gebruik van witsteen voor plint en sierelementen. Geordonneerde gevel waarvan de verhoudingen de laatgotische traditie voortzetten en alleen de ornamentatie vernieuwend werkt. In zijn huidige vorm, twee registers belijnd door geprofileerde en gekorniste kordons, boven de benedenvensters opgevangen door versierde consoles met kruisboogmotief en voorts onderbroken door de voetstukken van de vier gecanneleerde, natuurstenen halfzuilen die de bovenvensters flankeren. Geveltop uitgewerkt als breed geordonneerde aedicula tussen klauwstukken en een bekronend fronton met palmetversiering. Aansluitend postament en smallere ingezwenkte top met siervaas; ingeschreven medaillon met voorstelling van Sint-Joris en de draak. Alle vensters zijn traditiegetrouw gevat in rechthoekige nissen met geprofileerde dagkanten op natuurstenen basementen. De achtergevel is een verankerde bakstenen tuitgevel met vlechtingen; de bouwsporen wijzen op een verdwenen, lagere aanbouw met analoge dakhelling. Huidige aanbouw onder plat dak doorgetrokken over nummer 35.

Nummer 35. Breedhuis met enkelhuisopstand; vijf en twee bouwlagen onder leien zadeldak. Huidige neorenaissancegevel resultaat van "Kunstige Herstelling" van 1903 naar ontwerp van architect C. De Wulf (Brugge): vervangen van het pand met bepleisterde XIX-lijstgevel door nieuwbouw met gevelcompositie en -afwerking naar het patroon van de aanpalende renaissancegevel. Enigszins vereenvoudigde interpretatie van de geveltop voor het centrale dakvenster met een "1903" gedateerde cartouche. Korfboogdeur van de rechter travee, voorzien van een gedeeld bovenlicht nagenoeg naar het patroon van de deur in de renaissancegevel zoals opgetekend door Sanderus.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, dossier 202.
  • STADSARCHIEF BRUGGE, Bouwvergunningen, nummer 53/1852, nummer 123/1902, nummer 40/1903.
  • BEUCKELS L., De gilde van Sint-Joris viert, in Kontaktblad Gidsenbond Brugge & West-Vlaanderen, 1998, nummer 3, pagina's 35-41.
  • CONSTANDT L. (ed.), Stenen herleven, 111 jaar "Kunstige Herstellingen" in Brugge 1877-1988, 1988, pagina's 121-122.
  • DEVLIEGHER L., De huizen van Brugge, Brugge, 1975, pagina's 352-353.

Adres

Sint-Jorisstraat 33
Brugge (Brugge), België

Openingstijden

Facilities

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0