Simon Carmiggelt

Simon Carmiggelt, winnaar van de Constantijn Huygens en de P.C. Hooftprijs,  begon zijn schrijfcarrière als 17-jarige volontair bij Het Vaderland. Niemand schreef in zijn tijd mooier en beknopter over dagelijkse dingen dan de geboren en getogen Hagenaar Simon Carmiggelt (1913 – 1987).

De ouders van Simon, Herman Carmiggelt en Adriana Bik, zijn in 1908 getrouwd en op het adres Loonsduinsekade 206 – op één hoog – gaan wonen. Vader werkte bij de firma Stegeman en Co als vertegenwoordiger en zijn moeder is in 1915, toen ze verhuisd zijn naar het adres Westeinde 172, een winkel in hoeden en petten begonnen. Ze hebben hier gewoond totdat het naastgelegen ziekenhuis Johannes de Deo in 1930 uitgebreid werd. Noodgedwongen moesten ze verhuizen en ze zijn vervolgens in de Druivenstraat op nummer 19 gaan wonen. Inmiddels was hun eerste kind, Johannes Simon, in 1909 geboren en Simon zelf, die voluit Simon Johannes heette, werd op 7 oktober 1913 geboren. De namen van beide grootvaders zijn zowel bij Jan als bij Simon terug te vinden.

Ook al omdat zijn moeder hem van de straat wilde hebben, ging Simon al jong naar de bewaarschool op de Noordwal, waar de woorden ‘Licht Liefde en Leven’ boven de deur stonden. Het gaat hier om een christelijke school en omdat zijn ouders dit geloof niet aanhingen – ze waren overtuigd socialist – ging hij vervolgens naar de openbare lagere school der 2e klasse op het adres Lijnbaan 38.

Gemiddelde leerling

Simon was een gemiddelde leerling, die op jonge leeftijd al versjes schreef en zelfs een spannend verhaal bedacht, dat door zijn meester aan de klas werd voorgelezen. Hij ging liever winkeltje spelen en was vaak op de markt aan de Prinsegracht te vinden. Mede hierom besloten zijn ouders hem naar de Gemeentelijke Handelsdagschool op het Stadhoudersplein te laten gaan. Ook hier komt hij zeker niet boven het gemiddelde uit. Waar hij zich wel voor inzet is het schoolblad De Schakelaar. Er bestond in die tijd een overkoepelend schoolblad voor tien Haagse middelbare scholen en dat leek hem wel wat. Samen met een vriend, Jan Meijer, werd hij hier redacteur van. Vrijwel de gehele opmaak, en dat geldt ook voor de teksten, werd door hen aangeleverd. Zo leert hij de gang van zaken op een drukkerij kennen, maar zijn schoolwerk komt dit zeker niet ten goede.

Het schrijven gaat hem steeds beter af, ook al staan er nog de nodige fouten in zijn teksten. Na drie jaar gaat hij van school af. Hij wil journalist worden. Wil je tegenwoordig voor een krant werken, dan zijn daar prima opleidingen voor. In die tijd ging dat veelal anders. Al doende moest je maar zien of je het vak onder de knie kon krijgen.

Z’n broer Jan

Zijn broer Jan kon goed leren en is na de middelbare school economie gaan studeren. Vader vergeleek de beide broers en was uitermate trots op zijn oudste zoon. Tijdens de tweede wereldoorlog is Jan door de Duitsers weggevoerd en in Kamp Vught na een slopende ziekte overleden. Simon moest dit aan zijn vader vertellen en die regeerde met: ‘ Alles tevergeefs’.  Dat heeft Simon – hij telde kennelijk niet mee – de rest van zijn leven met zich mee moeten dragen.

Na enig aandringen van zijn kant, kon Simon – hij was inmiddels 17 jaar – als volontair bij Het Vaderland komen werken. Dat wil zeggen dat hij geen salaris kreeg en wat zijn werkzaamheden precies inhielden was ook niet erg duidelijk. Hij schreef wat stukjes die onder een andere naam gepubliceerd werden en daar bleef het bij.

Vooruit

Enkele maanden later treffen we hem aan bij een persbureau. Hier werden artikelen geschreven die in het wekend in plaatselijke bladen versschenen. In 1932 krijgt hij de kans om als leerling-journalist bij Vooruit te komen werken. Het gaat hier om de Haagse editie van Het Volk, waar Klaas Voskuil de leiding had. Veel verdiende hij niet, maar hij had zijn zin: hij was journalist geworden. Aanvankelijk schreef hij verhaaltjes over van alles en nog wat, maar in 1936 kreeg hij de kans om film- en toneelrecensies te gaan schrijven. Ook verzorgt hij een vaste rubriek met verhaaltjes, cursiefjes zoals ze genoemd werden: Kleinigheden. Uiteraard wist hij toen nog niet dat hij hier beroemd mee zou worden.

Café’s

Onder andere om acteurs te ontmoeten – hij was ook niet vies van een slokje – kwam hij vaak in zijn stamcafé ‘t Wachtje. Dit café  stond bij de Bosbrug, had in oorsprong een militaire bestemming en is tijdens het bombardement op het Bezuidenhout in maart 1945 ernstig beschadigd en later afgebroken. In 1938 ontmoette hij hier zijn toekomstige vrouw, Tiny de Goey. Op 6 september 1939 zijn ze in het stadhuis aan de Groenmarkt getrouwd. Ze gingen in een bovenhuis op het adres Muzenstraat 16 wonen en begin 1940 werd hun dochtertje Marianne geboren. In deze periode had hij overigens een ander stamcafé gevonden en wel de Posthoorn. Het gaat dan om het oorspronkelijke café, dat aan het Smidswater stond, op de plaats waar nu de Amerikaanse ambassade staat. Ook dit pand is ernstig beschadigd tijdens voornoemd bombardement en de bodega is verplaatst naar het Lange Voorhout.

Vijftig dwaasheden

In deze tijd verscheen het boekje Vijftig dwaasheden, een bundeling van 50 korte stukjes uit de krant. Er zouden nog meer dan 80 (!) bundeltjes volgen. Een jaar later verscheen de enige detective die Simon geschreven heeft: Johan Justus Jacob. Voor verzamelaars een gewild boekje, maar Simon zag zelf ook wel in dat er geen groot detectiveschrijver aan hem verloren is gegaan. Een rommelig verhaal dat hij puur voor het geld geschreven heeft. We zitten immers in het begin van de Tweede Wereldoorlog en als fervent tegenstander van het fascisme weigerde hij teksten te schrijven die door de Duitsers moesten worden goedgekeurd. Na korte tijd – de Duitsgezinde M.M. Rost van Tonningen had inmiddels het beheer van de krant overgenomen – nam hij ontslag. In 1942 werd zijn zoon Frank geboren. Simon pakte alles aan om maar wat geld te verdienen. Zo gaf hij een tijdschriftje uit en deed vertaalwerk. Ook raakte hij steeds meer betrokken bij het uitgeven en verspreiden van de illegale krant Het Parool. Eerst in Den Haag en vanaf begin 1944 in Amsterdam, waarheen hij verhuisd was. En zo eindigde de Haagse periode van Simon Carmiggelt.

Kronkel  

Uiteraard wil ik u rest van dit verhaal – in grote trekken – niet onthouden. Op 5 mei 1945 verscheen het eerste legale nummer van Het Parool en binnen korte tijd had men al een bestand opgebouwd van rond de vierhonderdduizend (!) abonnees. Simon bepaalde in die beginperiode de opmaak van de krant en dat wil zeggen dat hij kon uitmaken wat wel en wat niet geplaatst werd. Op verzoek van de hoofdredacteur, G.J. van Heuven Goedhart, schreef hij vrijwel dagelijks een eigen column, die hij al snel ondertekende met Kronkel. Het zou uitgroeien tot de meest gelezen en meest gewaarde column uit de Nederlandse dagbladhistorie.

Ook schreef hij nog steeds toneelrecensies en artikelen voor weekbladen. Vanaf 1952 beperkte hij zich tot z’n dagelijkse Kronkel in Het Parool. Om precies te zijn: op 8 oktober 1983 verscheen de laatste Kronkel. Naast het journalistieke werk waren en nog vele bronnen van inkomsten: het houden van lezingen, hij verscheen op de radio en tv, de vele boekjes werden prima verkocht, reclamewerk, teksten die door anderen werden gebruikt met als bekendste voorbeeld Wim Sonneveld ….  Hij kreeg zowel de Constantijn Huygens als de P.C. Hooftprijs toegekend. Op 30 november 1987 is hij overleden.

Tot slot van dit verhaal een gedicht dat hij onder het pseudoniem Karel Bralleput – in 1974 – heeft gepubliceerd.

 

De Schilder

Zijn vrees staat als een bevend spook

te kijk op zijn Picasso-doeken.

Steeds angst. Op al die Talens-koeken.

En in de keuken staat ze ook.

 

Want deze vrouw, zo fel en kloek,

verdreef hem uit de luwe sferen

van landschap en van jutteperen,

te hoop gelopen op het doek.

 

O kalme jaren, toen hij dat nog deed;

de lichtvlek mikken op de vaas,

de gaatjes nadoen van de kaas.

Dat stille werk dat niemand leed.

 

Maar zij dreef blauwzuur in zijn coloriet.

Haar strengheid tormenteert zijn kwast,

en als zijn angst zich paars ontlast,

ageert hij tegen haar: ‘Kom eten, Piet’

 

Carl Doeke Eisma

www.deoud-hagenaar.nl

 

Zie ook de filmpjes:

http://www.youtube.com/watch?v=9ofu3ZkGw2w

http://www.youtube.com/watch?v=P59F_ELQCpA  (De Vieze Man)

http://www.youtube.com/watch?v=h4D9v0kKDVY  (Toon Hermans herinnert zich Carmiggelt)

http://www.youtube.com/watch?v=xojHdarAWHM (Annie M.G. Schmidt en Godfried Bomans)

 

Bijnaam / pseudoniem:
Kronkel
Functie / titel:
auteur
Geboorte- en sterfdatum:
7 oktober 1913 / 30 november 1987
Plaats geboorte:
Den Haag
Plaats sterven:
Amsterdam
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Den Haag, Amsterdam
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0