René Magritte

René Magritte is een Belgische surrealistische kunstenaar. In zijn werk zien we gewone objecten in een ongebruikelijke context, waardoor vertrouwde dingen een nieuwe betekenis krijgen. Verschillende werken kennen we allemaal, zoals ‘Ceci n'est pas une pipe’ (‘Dit is geen pijp’), ‘Golconde’ en  ‘Le Fils De L'Homme’. 

In 1922-1923 werkte Magritte als tekenaar in een behangfabriek en daarnaast was hij tot 1926 poster- en advertentieontwerper. In dat jaar stelde Galerie Le Centaure in Brussel hem, met een contract, in staat om fulltime te schilderen. Hij maakte zijn eerste surrealistische schilderij, ‘Le jockey perdu’, en het jaar er op had hij zijn eerste solotentoonstelling in Brussel.

Naar Parijs

Er was flinke kritiek. Magritte werd er depressief van en vertrok naar Parijs. Daar raakte hij bevriend met André Breton die hem betrok bij zijn surrealistische groep. Margritte creëerde zijn eigen versie van het surrealisme, met een illusionistische, droomachtige sfeer. Hij werd een belangrijk lid van de beweging en bleef drie jaar in Parijs. In 1929 exposeerde hij bij Galerie Goemans in Parijs met Salvador Dalí, Jean Arp, de Chirico, Max Ernst, Joan Miró, Picabia, Picasso en Yves Tanguy. Op 15 december 1929 nam hij deel aan de laatste publicatie van La Revolution Surrealiste, No. 12, waar hij zijn essay ‘Les mots et les images’ publiceerde, waarin woorden spelen met afbeeldingen die synchroon lopen met zijn werk ‘La trahison des images’.

Terug naar Brussel

Galerie Le Centaure sloot eind 1929 zijn deuren en daarmee beëindigde hielden de contractinkomsten van Magritte op. Ook omdat hij in Parijs weinig verkocht keerde hij in 1930 terug naar Brussel en hervatte het werk in de reclame. Met zijn broer Paul startte hij een agentschap dat voor hen beiden geregelde inkomsten zorgde. In 1932 trad hij toe tot de Communistische Partij, die een paar keer verliet om even zovele keren weer terug te komen. In 1936 had hij zijn eerste solotentoonstelling in de Verenigde Staten in de Julien Levy Gallery in New York, gevolgd door een expositie in de London Gallery in 1938.

Verwarde jeugdjaren

Dat was zijn doorbraak. Daarmee stapte hij definitief uit de verwarde en moeilijke jeugdjaren. Zijn vader Léopold  was kleermaker en textielhandelaar en zijn moeder was hoedenmaakster. Toen hij dertien was pleegde zijn moeder, Régina Bertinchamps, zelfmoord door zichzelf te verdrinken in de Sambre. Dit was niet haar eerste poging om zich het leven te nemen, in de loop van een aantal jaren had ze meer pogingen gedaan, wat haar echtgenoot Léopold ertoe gebracht haar in haar slaapkamer op te sluiten. Op een dag ontsnapte ze en was ze dagenlang vermist. Haar lichaam werd later een paar kilometer verder, bij een zijrivier ontdekt.

Er werd verteld dat de 13-jarige Magritte aanwezig toen haar lichaam uit het water werd gehaald, maar dat wordt nu betwijfeld, het verhaal kwam van de familieverpleegster. Wat wel waar is, is dat toen haar moeder werd gevonden, haar jurk haar gezicht bedekte. Dit zou de bron zijn van verschillende schilderijen in 1927-1928 van mensen wiens gezicht met kleding is omhuld, daaronder ‘Les Amants’.  

Impressionistisch begin

Magritte's vroegste schilderijen, die uit ongeveer 1915 dateren, waren impressionistisch van stijl.  In de jaren 1916–1918 studeerde hij aan de Académie Royale des Beaux-Arts in Brussel, onder meer met als leraar Constant Montald, die hij niet erg inspirerend vond. Ook volgde hij lessen aan de Académie Royale van de schilder en posterontwerper Gisbert Combaz. De schilderijen die hij in de periode 1918–1924 maakte, werden beïnvloed door het futurisme en door het figuratieve kubisme van Metzinger.

In de jaren 1920/21 diende Magritte in de Belgische infanterie in de Vlaamse stad Beverlo bij Leopoldsburg. Het jaar er op trouwde hij met Georgette Berger, die hij in 1913 als kind had ontmoet.  De dichter Marcel Lecomte toonde hem een reproductie van Giorgio de Chirico's ‘Canto d’Amore’ (geschilderd in 1914). Het werk bracht Magritte tot tranen. Hij beschreef dit als "een van de meest ontroerende momenten in mijn leven: mijn ogen zagen voor het eerst gedachten."

Londen

En toen ging hij naar Parijs, waar hij, we zagen het, met het surrealisme in aanraking kwam. Halverwege de jaren ’30 woont hij in Londen, waar hij ook architectuur studeert. Hij kon verblijven in het huis van Edward James, die een groot liefhebber van de surrealisten was. James is op twee van zijn schilderijen te zien, ‘Le Principe du Plaisir’ (1937) en ‘La Reproduction Interdite’. 

Tijdens de Duitse bezetting van België bleef hij in Brussel. In 1943–44 had hij kort een kleurrijke, schilderachtige stijl, een intermezzo dat bekend staat als zijn ‘Renoir-periode’, als reactie op zijn gevoelens van vervreemding en verlatenheid ín het bezette België.

Terug naar het surrealisme

Toen de oorlog voorbij was, werd zijn werk optimistischer, de geweldscenes verdwenen. sloot hij zich aan bij verschillende andere Belgische kunstenaars bij het ondertekenen van het manifest “Le Surréalisme en plein soleil’.  Hij ging, in zijn ‘vache-periode’, schilderen in een ruwe en provocerende Fauve-stijl. Om voldoende inkomsten te krijgen, maakt hij, in samenwerking met zijn broer Paul, nep Picasso’s, Braques ’en  De Chiricos’. Hij drukt ook vervalste bankbiljetten. Eind 1948 keert hij terug naar zijn vooroorlogse surrealistische kunst.

Het succes laat niet op zich wachten. In Frankrijk krijgt hij een aantal overzichtstentoonstellingen en ook in Amerika komen, wat later, diverse tentoonstellingen, onder andere in het Museum of Modern Art, het Metropolitan Museum of Art en het San Francisco Museum of Modern Art.  

Al die tijd stond Magritte aan de linkerkant en hij hield ook in de naoorlogse jaren nauwe banden met de Communistische Partij. Hij was echter kritisch over het cultuurbeleid van communistisch links. Hij pleitte voor een autonomie van de kunst, en geen dienstbaarheid.

Pop-art, minimalisme en conceptuele kunst

In de jaren zestig nam de belangstelling voor Magritte's werk sterk toe. Zijn beeldtaal heeft de pop-art, het minimalisme en de conceptuele kunst be pop-art, het minimalisme en de conceptuele kunst beïnvloed. In 2005 kwam hij op de negende plaats van ‘Grootste Belg’, althans in de Waalse versie, de Vlamingen zetten hem op plaats 18.

In 1963 gaat de gezondheid van de schilder achteruit en dat brengt hem ertoe naar Ischia, in Italië  te gaan. Toch maken de Magritte's in 1965 hun eerste reis naar de Verenigde Staten voor een bezoek aan de overzichtstentoonstelling van het Museum of Modern Art in New-York.

Belgische hulde

Hij overlijdt thuis op 15 augustus 1967, elf dagen na de opening van een overzichtstentoonstelling  van zijn oeuvre in het museum Boymans-van-Beuningen in Rotterdam. In 1998, het jaar waarin de 100ste verjaardag van Magritte's geboorte werd herdacht, bracht België hem een bijzondere hulde. In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel vond de belangrijkste tentoonstelling plaats die ooit aan Magritte werd gewijd.

Afbeeldingen

1) Golconde, 2) Le Fils De L’Homme, 3) Jockey Perdu, 4) La trahison des images, 5) Les Amants, 6) Le Principe du Plaisir, 7) La Reproduction Interdite, 8) La Reconnaissance, 9) La Reconnaissance Infinie, 10) René Margritte  

https://bit.ly/32h46Lq

Functie / titel:
schilder
Geboorte- en sterfdatum:
21 november 1898 / 15 september 1967
Plaats geboorte:
Lessen
Plaats sterven:
Schaarbeek
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Lessen, Brussel, Parijs, Londen, Brussel, Ischia, Brussel/Schaarbeek

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0