Niels Henrik David Bohr

Niels Bohr werd geboren in kopenhagen als zoon van Christian Bohr een hoogleraar fysiologie aan de universiteit van Kopenhagen en Ellen Adler die uit een rijke joodse bankiersfamilie komt.

Bohr groeit verder op in een warm en hecht gezin waar opleiding, sport en intelect het halen boven Godsdienst. Niels geniet zijn basis- en voortgezette opleiding aan een sterke school in Kopenhagen.

Zijn jongere broer Harald, die later wiskundige zou worden zorgt er echter een beetje voor dat Niels een beetje op de achtergrond blijft. Beide broers waren ook sterke voetballers, maar het was Harald die in het Deense elftal geraakte en  zilver wonbij de Olympische Spelen van 1908.

In 1903 ging Bohr studeren aan de universiteit van Kopenhagen met fysica als hoofdvak.  In 1907 won hij een gouden medaille van de Koninklijke Deense Academie van Wetenschappen en Letteren met een manuscript over metingen van de oppervlaktespanning van water. Omdat de universiteit niet beschikte over een natuurkundig laboratorium moest Bohr zijn experimenten uitvoeren in het fysiologisch laboratorium van zijn vader.

Zijn manuscript werd vervolgens in 1908 gepubliceerd in Transactions. In 1911 maakt hij dan een nieuw hij proefschrift: "Studies over de elektronentheorie van metalen".  Daarop ontving Bohr van de Carlsbergstichting (door de Deense bierbrouwerij Carlsberg), een studiebeurs om in het buitenland te gaan studeren. Hij besluit naar engeland te gaan om zich samen met Joseph John Thomson te verdiepen in de elektronentheorie. Dit was echter een domper, omdat Thomson  was gestopt met zijn elektronenstudies en  Bohrs vragen hierover niet echt wou beantwoorden.

Vervolgens maakte hij kennis met  Ernest Rutherford, die juist de ware aard van het atoommodel had gevonden en ging met hem mee naar Manchester. Hier gebruikte hij de relativiteitstheorie van Einstein en planck om zijn eigen theorieën over de atoomstructuur verder uit te werken en de fouten te corrigeren die hij waarnam in Rutherfords model. Al snel keerde hij terug naar Kopenhagen om daar te gaan doceren aan de universiteit.

Tweede Wereldoorlog

Bohr had in september 1941 in het door nazi-Duitsland bezette Kopenhagen een ontmoeting met zijn voormalige student en tevens persoonlijke vriend Werner Heisenberg. Over de inhoud van die ontmoeting bestaan twee lezingen. De ene is die van Bohr, die geschokt was dat Heisenberg geen morele bezwaren had tegen diens meewerken aan een Duitse atoombom. Heisenberg deed er naar zijn zeggen juist alles aan om dat project te vertragen.

In 1943 lekte uit dat alle Joden in Kopenhagen opgepakt zouden worden. Bohr, die van moederszijde van Joodse origine was, wist net als de meeste Joden in Denemarken, in een vissersboot naar Zweden te ontsnappen. Daarna ging hij samen met zijn zoon Aage naar de Verenigde Staten. Daar sloot hij zich aan bij het Manhattanproject. Hij werkte voor de rest van de oorlog mee aan de Amerikaanse atoombom.