Friedrich Nietzsche

Friedrich Nietzsche (1844-1900) was klassiek filoloog, dichter, hartstochtelijk muziekliefhebber en een van de grootste denkers van de moderne tijd.

Nietzsche werd geboren in een protestants milieu in het plattelandsdorpje Röcken onder de rook van Lützen in Duitsland. Zijn vader Karl Ludwig – predikant - overleed toen hij vijf jaar was. De familie verhuisde een jaar later naar Naumburg. Friedrich groeide op tussen vijf vrouwen - zijn moeder Franziska, zijn jongere zus Elisabeth, zijn grootmoeder en twee tantes. Hij was een ernstige, gevoelige jongeman die zich probeerde te harden met een ijzeren discipline. 

Op het internaat Schulpforte ontwaakte zijn interesse voor de klassieke oudheid. Hij studeerde na het gymnasium eerst theologie maar stapte vrij snel over op klassieke filologie in Bonn en Leipzig. Hij raakte er zeer onder de indruk van Richard Wagner, met wie hij een tijd lang een hechte vriendschp onderhield, en van Arthur Schopenhauer. Het werden zijn grote voorbeelden. Later nam hij afstand van Wagner vanwege de christelijke thematiek in diens opera Parsifal.

Waanzin en productie
Het multitalent Nietzsche werd op 24-jarige leeftijd hoogleraar klassieke filologie aan de universiteit van Bazel. Het functioneren werd hem bemoeilijkt door hevige migraineaanvallen die hem in toenemende mate het zicht benamen. In 1879 stortte hij in. Hij moest ontslag nemen. Met behoud van een uitkering van de universiteit werkte hij vervolgens als zelfstandig filosoof. Regelmatig reisde door Europa naar plekken waarvan hij meende dat zijn gezondheid erop vooruit zou gaan. Zo bezocht hij onder andere Turijn, Sils-Maria (Zwitserland) en Genua. Ondanks ziekte en eenzaamheid bleef hij productief. Regelmatig bracht hij geschriften uit. Vooral in het jaar 1888 verscheen de ene verhandeling na de andere. Het betroffen schotschriften tegen het christendom of zeer diepzinnige, dichterlijke verhandelingen vol tegenstrijdigheden. Ook schreef hij een autobiografie. Het waren werken die de tijd ver vooruit waren, waar weinigen destijds mee uit de voeten konden. In 1889 sloeg de waanzin toe. Tot zijn dood 1900 leefde hij in een schemerig niemandsland, verpleegd door zijn moeder en zuster.

belangrijkste werken:

'Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik' (1872)
Hierin beschrijft hij in de Griekse kunst twee tegenovergestelde krachten namelijk de dionysische drift, oerwil, bedwelming tegenover een apollinische maat en harmonie.

'Unzeitgemässe betrachtungen' (1873-1876)
Nietzsche kritiseert het machtige Duitsland in 1870 dat voorbijgaat aan kernwaarden van kunst en cultuur en zo gedoemd is tot vervlakking. Het volk zou kunst als maatstaf voor het leven moeten nemen. Met Schopenhauer en Wagner als voorbeelden.

'Menschliches allzumenschliches' (1878)
Kunst en metafysica zijn toch niet zaligmakend. Nietzsche verdiept zich vervolgens in de wetenschap. Het boek is gewijd aan Voltaire.

‘Die fröhliche Wissenschaft’ (1882)
Nietzsche openbaart in dit werk dat alles zich oneindig herhaalt. De mens die hierin berust, leeft in de vrolijke wetenschap dat hij of zij alles al eens gedaan of beleefd heeft. Dit is de ultieme gelukzaligheid volgens Nietzsche. In dit boek komt de uitspraak ‘God is dood’ voor.

'Also sprach Zarathustra'(1883)
Hierin beschrijft Nietzsche de drie fases die de mens doorloopt tijdens zijn ontwikkeling: - afhankelijkheid van autoriteiten - het zich hiervan losmaken - het komen tot eigen waarden Het derde bovenbeschreven stadium wordt in dit boek bereikt. Het boek is bovenal een dichterlijke uiting van Nietzsches gedachtegoed. Zijn pleidooi voor de 'Übermensch' in dit boek behelst de komst van een mens die weet dat God dood is, die zich verheft boven de christelijke 'slavenmoraal’. Een mens die het leven omarmt in de wetenschap dat elke neiging tot het bovenaardse en ideële een hersenspinsel is.

'Jenseits von gut und böse'(1886)
Inleiding op groots overzichtswerk dat 'Der Wille zur Macht, Versuch einer Umwertung aller Werte' moest gaan heten. Het is bij de inleiding gebleven en niet door Nietzsche voltooid.

'Genealogie der Moral' (1887)

'Antichrist' (1888)
Schotschrift tegen het Christendom

'Ecce homo' (1888)
Nietzsches autobiografie

Der Fall Wagner (1888)
Werk waarin hij afrekent met Wagner

Nietzsche-huis

In Naumburg bevindt zich het Nietzsche-huis. Tussen 1858 en 1897 was dit het woonhuis van Franziska Nietzsche, die er met beide kinderen vanaf 1850 woonde. Sinds 1994 is er een permanente tentoonstelling te zien over het leven en werk van Nietzsche. Vanaf 2010 is het Nietzsche-Dokumentationszentrum er gevestigd. Hier doet men onderzoek naar Nietzsche-receptie door de eeuwen heen.  

Voor meer info zie: http://www.mv-naumburg.de/nietzschehaus

Nietzsche-archief

Het Nietzsche-archief is gevestigd in "Villa Silberblick" in Weimar. In dit huis overleed Nietzsche in 1900. Elisabeth Förster-Nietzsche richtte het huis na zijn dood in als museum ter nagedachtenis aan haar broer. De herinrichting verzorgde architect en Henry van de Velde. Het opende in 1903 de deuren. 

voor meer info zie: http://www.klassik-stiftung.de/en/institutions/museums/nietzsche-archive

Functie / titel:
filosoof
Plaats geboorte:
Röcken (Duitsland)
Plaats sterven:
Weimar (Duitsland)
Sekse:
Man

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0