Tropenmuseum uit de gevarenzone

Het Tropenmuseum hoeft zich voorlopig geen zorgen te maken. Tot en met 2016 stelt de overheid 16,5 miljoen beschikbaar voor het behoud van het museum. Dat heeft minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 19 juni gezegd.

Voorwaarde is dat het museum zich loskoppelt van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), waar het een onderdeel van is. De collectie komt in handen van het Rijk en het museum moet fuseren met het Museum Volkenkunde in Leiden en het Afrikamuseum in Berg en Dal.

Adem

Opluchting overheerst. ‘We hebben weer ademruimte en een hoopvol toekomstperspectief. Maar er moet nog wel een hoop gebeuren,’ zegt een woordvoerder van het KIT. Voor het publiek verandert er voorlopig niets. Ook niet als de musea straks fuseren tot een Rijksmuseum voor Wereldculturen. De drie musea willen het liefst ieder hun eigen locatie behouden. De collectie van het Tropenmuseum blijft intact. Woordvoerder KIT: ‘De insteek bij de fusie is dat de kwaliteit gewaarborgd blijft bij een kostenreductie van 20%.’ Over de inhoudelijke invulling na de fusie is nog niets bekend. Dit wordt nog met de betrokkenen besproken.

KIT gaat afgeslankt verder

Het KIT bestaat, naast het Tropenmuseum, uit kennisafdelingen die onderzoek doen en adviseren op het vlak van biomedisch onderzoek, gezondheid en educatie, duurzame economische ontwikkeling en gender (vrouwenparticipatie) in ontwikkelingslanden. Voor een overgangsfinanciering voor 2013 en 2014 is KIT nog in gesprek met het ministerie van Buutenlandse Zaken, waarna Het KIT zelfstandig verder gaat. Het instituut wordt ingrijpend gereorganiseerd. De bibliotheek sluit per 1 augustus a.s.,  bijna de helft van de museummedewerkers wordt boventallig en de stafafdelingen worden flink afgeslankt. Dit om een gezonde toekomst tegemoet te kunnen gaan.