Beleg van Delfzijl (1813-1814)

Van 13 november 1813 tot het ontzet op 23 mei 1814 werd Delfzijl belegerd. Dit Beleg van Delfzijl (ook wel de Blokkade van Delfzijl genoemd) speelde zich af in een overgansperiode. De inwoners van het huidige Nederland verzetten zich tegen de Franse overheersers en probeerden een eigen land te stichten. Dit zou het Koninkrijk der Nederlanden worden.

Delfzijl in Franse handen

Al sinds de dag dat Willem V Nederland verliet (19 januari 1795) was Delfzijl in Franse handen. De Fransen raakten vrij snel onder de indruk van de stad, die op een belangrijke strategische positie lag en goed uitgerust was. Zelf voegden de Fransen nog het nodige toe aan de verdedigingswerken van de stad. Toen keizer Napoleon zich na de Volkerenslag bij Leipzig (16 en 19 oktober 1813) terug had getrokken, werd Delfzijl ook voor de opstandige Nederlanders interessant.

Staat van beleg

Onder leiding van de Nederlandse kolonel Marcus Busch werd op 13 november 1813 een belegering gestart. De troepen van de Nationale Garde, Kozakken en Pruisen en schepen van de Engelse Vloot wilden de stad weer in Nederlandse handen krijgen. Het beleg zou bijna 6 maanden duren.

Trouw aan Napoleon

De in de stad gelegerde Franse troepen werden geleid door kolonel Pierre Maufroy. Tot het einde bleef hij trouw aan zijn keizer, Napoleon Bonaparte. Hoewel Parijs op 31 maart 1814 veroverd werd, de keizer een week later afstand deed van zijn troon én verbannen werd, bleef de kolonel standvastig. Hij wilde niet geloven dat zijn keizer verslagen was en bleef Delfzijl daarom verdedigen. Met succes. De vesting bleef ook geruime tijd na Napoleons laatste nederlaag in Franse handen. Delfzijl was daarmee het laatste steunpunt voor Napoleon, die anderhalve maand voor het ontzet van Delfzijl (23 mei 1814) verbannen was naar Elba.

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0