Diva Virgo Hallensis
Diva Virgo Hallensis
Het boek bevat 2 grote delen: de geschiedenis van Halle en mirakels toegeschreven aan de zwarte madonna.
Ligging en naamgeving worden verklaard. De belegering door Filips van Kleef in 1489 en de aanval door Olivier van den Tympel in 1580 komen aan bod. Een ets van Cornelius Galle illustreert de pogingen tot inname van de stad door beide vergeefse pogingen om de stad binnen te geraken met zicht op de stadsmuren weer te geven. Er wordt ook aandacht besteedt aan bekende bedevaarders en weldoeners. Een ets van dezelfde kunstenaar toont het interieur van de Onze-Lieve-Vrouwkapelkapel. Een legende vermeldt wie wat geschonken heeft.
Bij het lezen van “Diva virgo Hallensis” valt duidelijk op dat Lipsius bij het schrijven ervan als mens én schrijver op zijn terugweg was. Eruit is ook gebleken dat hij als geschiedkundige geen top was. Kritische zin ontbrak volledig. 3 voorbeelden volstaan om te illustreren. Hoewel nog tal van mensen leefden die de aanval van 1580 meegemaakt hebben, blijken ze niet om hun verhaal gevraagd te zijn. Mirakels worden bijna klakkeloos uit het Gulden Boek overgenomen. Hoewel Lipsius integraal voor de tekst heeft gezorgd, is het opzoekingswerk te Halle voor Lipsius gedaan door Jan Mireaus, neef van de bisschop van Antwerpen, en Franciscus Costerus. “Diva virgo Hallensis” kan dan ook beschouwd worden als een compilatiewerk.