Slag bij Waterloo (long-read)

Nadat Napoleon het Europese continent meer dan vijftien jaar had geteisterd met zijn overwinnende Franse legers, werd  hij in 1814 bij Leipzig eindelijk verslagen.  De kwelgeest van Europa deed afstand van zijn keizerstitel en werd naar Elba verbannen.

Terwijl de Europese grootmachten in 1815 in Wenen over de toekomst van Europa vergaderden, vernamen ze echter dat Napoleon op 1 maart met een legertje van 20.000 man in Cannes was geland. Geschokt door het nieuws van de terugkomst van ‘het monster’,  gingen Groot- Brittannië, Pruisen, Oostenrijk, Rusland en het nieuw gevormde Verenigde Koninkrijk der Nederlanden, over tot de mobilisatie van hun legers.

De Honderd Dagen

Napoleon arriveerde op 8 maart in Parijs en had op de heenweg duizenden troepen zover gekregen om van het restaureerde Franse koninklijke leger naar hem over te lopen. Met name doordat de befaamde maarschalk Ney al zijn troepen aan Napoleon overdroeg, kon Napoleon zijn keizerstitel zonder moeite herpakken en had hij wederom de beschikking over een leger van 200.000 man.

 Hij realiseerde zich dat de tijden dat hij meerdere vijandelijke legers tegelijkertijd kon verslaan, achter hem lagen. Zijn plan draaide dus om de afzonderlijke uitschakeling van de geallieerde legers. Het was van het grootste belang dat hij de Brits- Nederlandse en Pruisische legers die rond Brussel gestationeerd waren, zou verslaan voordat de Oostenrijkers en Russen kwamen opdraven.

Slag bij Quatre-Bas

Terwijl de bevelhebber van het Brits- Nederlandse leger , de hertog van Wellington, zich opmaakte Frankrijk binnen te vallen, was Napoleon al met 120.000 man de Frans- Belgische grens overgetrokken. Als eerste liep hij op 16 juni bij Ligny het Pruisische leger onder leiding van Gebhard von Blücher tegen het lijf en wist deze met slechts een deel van zijn leger tot de aftocht te dwingen. Op dezelfde dag was Ney belast met de taak om de weg naar Brussel veilig te stellen. Op de kruising van deze weg en enkele andere belangrijke wegen bij Quatre- Bas, ontmoette Ney felle tegenstand door de Nederlandse troepen onder leiding van de prins van Oranje, de latere koning Willem II. Lange tijd wisten de Nederlandse troepen de vijand tegen te houden, maar werden door de Franse overmacht toch terug gedreven. Aan het eind van de dag arriveerde Wellington en heroverde de controle over de kruising bij Quatre- Bas, waardoor de weg naar Brussel was veilig gesteld. Door de Pruisische nederlaag bij Ligny ontbeerde Wellington echter de benodigde steun om de positie te behouden, waarna hij zich richting Brussel terugtrok. Napoleon kwam de volgende dag aan in Quatre- Bas om Ney te ondersteunen, maar trof een leeg veld aan en zette de achtervolging op Wellington in.

Timing

Wellington stelde zijn leger de volgende dag op langs een deel van de weg tussen Waterloo en Brussel om Napoleon op te vangen. Hij nam hiermee een grote gok aangezien het van cruciaal belang was dat hij het Franse leger lang genoeg kon ophouden om het Pruisische leger onder Blücher de tijd te geven tijdig op het slagveld te arriveren. Deze had zich na de nederlaag bij Ligny tot Wavre teruggetrokken op ongeveer 20 kilometer afstand van Waterloo. Omgekeerd was het voor Napoleon van groot belang Wellington te verslaan voordat Blücher op  het slagveld zou arriveren.

Hij had echter de pech dat het de hele nacht zo hard had geregend dat de grond onbegaanbaar was voor artillerie. Hierdoor werd naar verluidt het eerste schot van de slag pas om 13.00 s’ middags gelost door Napoleons Grande Batterie. Er is echter geen eenduidigheid in de bronnen over de begintijd van de slag. Verschillende Engelse, Franse en Nederlandse bronnen laten de slag ergens tussen 11.00 en 13.30 beginnen. In ieder geval vond voorafgaand aan de artillerie- beschietingen een Franse aanval op de boerderij Hougoumont plaats. Het was de bedoeling om door deze aanval Wellington te dwingen broodnodige reserves in te zetten bij de verdediging van de strategisch gelegen boerderij. Hoewel de Fransen aanvankelijk de Hannoveriaanse verdedigers wisten te verdrijven, bleek de boerderij dusdanig versterkt dat juist de Fransen gedwongen werden  meer troepen in te zetten dan gewenst. Tegen het begin van de middag was Hougoumont weer in geallieerde handen, waardoor Wellington zijn steunpunt op zijn rechterflank had behouden.

De grote aanval

Ondertussen bulderde Napoleons kanonnen van zijn Grande Batterie voort. Na dit grootschalige bombardement beval Napoleon de eerste grote aanval. Vier divisies van generaal d’Erlon werden op Wellingtons zwakkere linkerflank afgestuurd. De Fransen stuitte hierbij recht op de Nederlands brigade van Wylandt, die in linie voor de Engelsen stond opgesteld. Na door de eerste linie te zijn gebroken, werd de Franse aanval bij de tweede linie gestuit.

Wellington maakte meteen van dit momemtum gebruik door een aanval met de zware cavalerie te bevelen. Na vele Franse eenheden op de vlucht te hebben gejaagd, werd de Engelse bevelhebber van de cavalerie Uxbridge echter overmoedig en dacht ook even Napoleon’s Grande Batterie op te rollen. De Engelsen leden echter zware verliezen tijdens deze aanval waardoor de Nederlandse cavaleriebrigade van Trip als enigste nog volledig operationele cavalerie- eenheid van Wellington was overgebleven.

De tijd dringt

Tijdens d’ Erlons aanval meende Napoleon in de verte zijn generaal Grouchy te zien aankomen, die hij had ingezet voor de achtervolging van Blücher na de slag bij Ligny. Tot zijn grote schrik zag hij echter dat het Blücher zelf was die richting het slagveld marcheerde met zijn ongeveer 50.000 troepen.

Het was nu van het grootste belang snel te handelen. Ney werd belast met de taak het Brits- Nederlandse leger middels een grootscheepse cavalerie aanval te verslaan of in ieder te ontregelen voordat Blücher zou arriveren. Ney was echter evenals zijn Engelse collega Uxbridge nogal overmoedig en viel de geallieerden frontaal aan zonder te wachten op steun van de artillerie en infanterie. Wellington’s troepen stelden zich hierop in carre’sop, waardoor Ney’s cavalerie nutteloos werd en grote verliezen leed. De enige manier om in carré, of vierkanten, opgestelde soldaten te penetreren is namelijk door infanterie of artillerie- vuur.

Wel wist Ney de strategisch belangrijke hoeve  La Haye Sainte in te nemen. Hierop konden Franse infanterie- en artillerie- eenheden hun intrek nemen en hadden ze een vrij schootsveld op de Engelse carré’ s. De Franse aanval was dus nog verre van mislukt.

'Blücher to the rescue'

In de tussentijd hadden de Pruisen het achter de Franse linies gelegen dorpje Plancenoit bereikt, waar felle straatgevechten tussen de Fransen en de Pruisen losbarstten.   Doordat Napoleon zijn befaamde Oud Garde inzette, wist hij de Pruisen vooralsnog bij Plancenoit tegen te houden.

Gesterkt door de inname van La Haye Sainte en het stuiten van de Pruisische opmars, zette Napoleon vervolgens alles op alles.  Rond 19.30 uur zette hij zijn laatste reserve, de nog onverslagen Keizerlijke Garde, in om door Wellington’s linie in het centrum door te breken en zo het hele Engels- Nederlandse leger op te rollen.

Climax

Op verschillende plaatsen werd Wellington’s linie doorbroken en dreigde er een totale aftocht van zijn leger.  Mede doordat Napoleon op zijn vroegere eigen generaal Chaussé stuitte, keerde het tij echter. De Nederlandse Chaussé, door Napoleon al Général Baïonette genoemd, beval zijn nog relatief frisse Nederlandse divisie tot een bajonetcharge en deed de Fransen uiteen vallen en op de vlucht slaan.

Rond dezelfde tijd wisten de Pruisen Plancenoit te veroveren. Binnen een mum van tijd was het Franse leger uiteen gevallen en was de voor Napoleon bijna gewonnen slag uitgelopen op een verpletterende nederlaag. Onder bescherming van de twee laatste bataljons van de Oude Garde ontkwam Napoleon en vluchtte naar Parijs. Door de nederlaag werd hij echter niet langer als keizer erkend en deed hij voor de tweede keer afstand van de troon. Onder het mom, “laat ik mij aan de meest edelmoedige van mijn vijanden overgeven’, gaf hij zich op 15 juli aan de Engelsen over. Napoleon hoopte dat hij politiek asiel zou krijgen in Groot- Brittannië.

De Engelsen wensten deze keer echter geen enkel risico te lopen.  Nadat tijdens de slag bij Waterloo nog eens 25.000 Franse en 22.000 geallieerde doden waren gevallen, waren de Engelsen er alles aan gelegen ervoor te zorgen dat de verslagen keizer nooit meer terug zou kunnen keren. Hij werd verbannen naar het afgelegen eilandje  St. Helena waar hij in 1821 stierf.      

Tags

Reageren