Rivalen aan het Haagse Hof

Een paar dagen geleden bezocht ik in het Haags Historisch Museum de tentoonstelling Rivalen aan het Haagse Hof. Op de uitnodiging van Edith Bergansius om met de leden van het Spaans genootschap deze expositie te bekijken, ging ik graag in.

We kregen een rondleiding door de directeur himself, Marco van Baalen. Voordat we daaraan begonnen vertelde Van Baalen over zijn Museum en over de historie van het gebouw.

Tussen stad en Binnenhof

Sinds mei 2014 is hij directeur en daarvoor was hij acht jaar Hoofd Collecties. Van Baalen: ‘Ik ben al meer dan tien jaar aan dit museum verbonden. We positioneren het graag als het Museum van de Stad.’ Het museum heeft drie zwaartepunten, een ervan is de late 20e eeuw, onze tijd dus. Op dit moment is er in dit verband de tentoonstelling De Wereld in Den Haag. Portretten van migratie. Van Baalen: ‘In zekere zin slaat dit ook op mijzelf. Ik ben geboren in het zuiden van het land.’ De tentoonstellingen over de recente tijd doet het HHM graag samen met het Haagse publiek. ‘Dat noemen we ‘co-creatie’, een term die veelvuldig gebezigd wordt in museumkringen de laatste jaren.’

De plaats van het museum is speciaal. Van Baalen: ‘Stad en Binnenhof waren gescheiden eenheden.’ Met de komst van dit gebouw hier, zo vlak bij het Binnenhof, aan de Hofvijver,  kwam er een nauwere band van het Binnenhof, waar het bestuur van de Nederlandse republiek van de Zeven Provinciën zetelde, met het toen nog kleine plaatsje Den Haag, dat bestond uit een kerk, de Grote Kerk en wat straten er omheen.

Het Huis van Oranje

Het gebouw dat in 1635 gereed kwam was het Schuttershuis of de Sint Sebastiaansdoelen. De plaats waar de burgers zorgden voor de verdediging van hun stad. ‘Typisch een verschijnsel van de republiek dat de verdediging gelegd werd in handen van de mensen zelf.’ Maar Den Haag was geen echte stad, het kreeg pas in het begin van de negentiende eeuw stadsrechten. ‘Dat is de reden dat de stad regeringsstad is geworden. Als het een echte stad was geweest had het de strijd moeten aangaan met machtige steden als Amsterdam of Dordrecht, en dan het vermoedelijk aan het kortste eind getrokken.’

Een andere bijzonderheid van Den Haag was dat vanaf het eind van de 16e eeuw het Huis van Oranje gekozen had voor de stad als woonplaats. De eerste oranje-representant die dat deed was Prins Maurits. ‘Hij zei: Den Haag is mijn basis.’ De oranje huizen, de paleizen, waren om te wonen en te werken, en niet open voor het publiek. Van Baalen: ‘Ik hoor geluiden dat de nieuwste oranjelichting wel ideeën heeft om een of twee paleizen, op termijn, voor een deel open te stellen.’

Schutterszaal

We lopen op de eerste verdieping de Schutterszaal in. De zaal wordt af en toe ook gebruikt voor recepties. Er hangen een paar grote schuttersstukken, de meeste van de hand van Jan van Ravesteyn. Een ervan, met de titel De Officieren van het Witte Vendel, gaat eind 2015 naar het Museum of Fine Arts in Boston voor een prestigieuze tentoonstelling over de Nederlandse Gouden Eeuw. Van Baalen: ‘Den Haag was in die tijd de tweede kunststad van Nederland, na Amsterdam.’

Alleen personen die het calvinistisch geloof aanhingen konden deel uitmaken van de schutterij. Lutheranen en katholieken waren ervan uitgesloten. We bekijken een ander groot schilderij van Van Ravesteyn. Centraal zien we een tafel met er rond omheen de Burgemeesters en Schepenen van de stad. En aan het eind de architect van het gebouw van de schutterij met achter hem zijn bouwmeesters, onder wie een zekere Balkeneynde.

Iedereen is in het zwart gekleed. Van Baalen: ‘De belangrijkste persoon, de baljuw, zien we linksonder aan de tafel, naast hem zitten de drie burgemeesters van Den Haag  – dat geldt voor alle schuttersstukken. Onder de leden van de schutterij heeft Jan van Ravesteyn ook zichzelf afgebeeld. Hij was lid van de schutterij.

Eind 18e eeuw waren het roerige tijden, ook in Den Haag. Er werden enige schuttersstukken vernietigd, waarschijnlijk ook een stuk van Lengele. Er hangt nu een klein schuttersstuk, wat vrijer geschilderd dan de andere, met de schutters opgesteld voor de trappen van hun gebouw. Het is een kopie op het klein formaat van het originele stuk. Dit schilderij heeft waarschijnlijk op de plek van de schoorsteen in de schutterszaal gehangen. 

De rivalen

Dan lopen we de tentoonstelling Rivalen aan het Haagse Hof in. Links zien we Elizabeth, rechts Amalia. Het zijn twee van de meest invloedrijke vrouwen in de Gouden Eeuw, voluit Elizabeth Stuart (1596-1662) en Amalia van Solms (1602-1675). De tentoonstelling laat zien hoe deze vrouwen elkaar de loef probeerden af te steken.

Van Baalen: ‘Elizabeth’s vader was koning van Engeland en Schotland. Amalia kwam oorspronkelijk uit Duitsland, haar vader was een zoon van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels, een Rijksgraaf. Hij was de oudste zoon van Elizabeth van Nassau, de zus van Willem van Oranje. Ze was van behoorlijk goede afkomst, maar de familie behoorde niet tot de allerrijksten. Beide vrouwen komen in 1621 naar Den Haag. Elizabeth Stuart als Koninklijke balling, Amalia van Solms als een van haar hofdames. Ze waren beiden getrouwd en zouden hun mannen overleven.

Elizabeth trouwde in 1613 in Londen met Frederik V van de Palts, de ‘winterkoning’. Door dit huwelijk werd ze – zij het kort – koningin van Bohemen, en ‘winterkoningin’. Ze gingen naar Heidelberg. Met haar man hield ze diverse territoria goed in de gaten en in de winter lukte het om koning en koningin van Bohemen te worden. Dat duurde niet lang, slechts een winter, de winter van 1620, vandaar de bijnaam. Op 8 november verloor Frederik V de slag op de Witte Berg. We zien een afbeelding van het slagveld, Frederik’s Waterloo.

First Lady

Frederik Hendrik en Maurits waren ooms van Frederik V. ‘Maurits zei: ‘Kom naar ons.’ Dat deed hij. Er stond een huis leeg aan de Kneuterdijk, het huis van de in 1619 geëxecuteerde Johan van Oldenbarnevelt. Daar kon een deel van haar vele kinderen – in totaal 13 – ook een kamer betrekken. De in Den Haag geboren dochter  Louise kreeg als tweede naam Hollandine.  

Amalia kreeg kort na de aankomst in Den Haag een verhouding met Frederik Hendrik, ‘mooie Heintje’, geliefd bij de dames. Ze trouwden in 1625, ook op verzoek van Frederik Hendrik’s halfbroer Maurits vanwege de belangen van het Huis van Oranje.  Door dit huwelijk werd Amalia First Lady van de Nederlandse republiek. Haar nieuwe status zorgde voor toenemende rivaliteit tussen de twee vrouwen. De concurrentie had als positief effect dat er een echte hofcultuur ontstond in de republiek. De dames troefden elkaar af met opdrachten aan kunstenaars, jachtpartijen, hofbals, maskeraden en toneel.

Huwelijksmarkt

We zien een aantal schilderijen van Van Mierevelt van de dames en hun echtgenoten. Ze zijn behoorlijk gelijkend. Van Baalen: ‘Niet originaliteit stond voorop, maar de conventie. Vandaar de gelijkenis. Maar in kleine details wilde de een toch net iets beter te voorschijn komen dan de ander.’ We zien een bijzonder mooie soepterrine van Amalia.

Ook op de huwelijksmarkt waren Elizabeth en Amalia rivalen. Ze aasden op dezelfde kandidaten voor hun kinderen. De belangen van de dynastie moesten veiliggesteld worden. We zien een schilderij waarbij Van Goyen de achtergrond voor zijn rekening nam en Van der Merck de figuren. Elizabeth staat erop in het zwart, dochter Louise Hollandaise is – naast enige anderen - prominent in beeld. Rechts zit een jongeling op een paard, het is de zoon van de Graaf van Brandenburg. Maar ook Amalia had een oog op deze jongeman voor haar familie en wist Elizabeth de loef af te steken en hem als echtgenoot voor haar dochter te strikken.   

Willem III

We lopen naar een schilderij van een meisje met een sinaasappel in haar hand dat een jongen blijkt te zijn. Het is de latere Willem III, koning William van Engeland. Op een ander schilderij zien we zijn vader, Willem II, op 14 jarige leeftijd samen met zijn  echtgenote, de 9 jarige Maria Henriette Stuart, oudste dochter van Karel I van Engeland.  Het blijkt de trouwafbeelding van de kinderen te zijn.

Willem II stierf vroeg, in 1650. Maria is weduwe, maar stierf ook jong, op 28-jarige leeftijd. Hun kind, dat nog net geboren is kunnen worden, Willem III, die we zagen met de sinaasappel in de hand, zou trouwen met Mary, ook van de Stuarts. Zij kregen geen kinderen en het Engelse koningshuis ging naar een kleinkind van Elizabeth. George werd koning. Hij kwam van het Huis van Hannover. Deze naam werd aangepast tot Het Huis van Windsor. 

Tough ladies

We zien een maquette van Huis Ten Bosch. Om haar man te eren liet Amalia hier de prachtige Oranjezaal bouwen met bijdragen van prominente architecten en schilders. We bekijken nog even de ‘letterlocking’, het verzegelen van brieven die hoog geplaatsten -  en ook deze families -  elkaar schreven en die dichtgevouwen met rode was en een apart stempel kregen, zodanig dat ze niet door derden ingezien konden worden.

Van Baalen besluit: ‘Het waren tough ladies, stevige dames, die goed voor hun belangen opkwamen. Edith Bergansius spreekt haar dank uit en de groep geeft een applausje. Te zien tot en met 15 maart 2015.

Tags

Reageren