Nederland en Vlaanderen op de Frankfurter Buchmesse (7)

In 2016 zijn Nederland en Vlaanderen Ehrengast op de Frankfurter Buchmesse. Dat waren ze eerder, in 1993. Toen heette het nog Schwerpunkt Flandern un die Niederlande.

Frankfurt    ……. und kein Ende

De complimenten aan minister d’Ancona, haar medewerkers en de Stichting Frankfurter Buchmesse stromen nog dagelijks binnen.

‘Die 45. Frankfurter Buchmesse war eine der bisher wohl erfolreichsten. Die großartige Präsentation der niederländische Literatur als Schwerpunktthema hat ganz wesentlich zu diesem überragenden Erfolg beigetragen.’(Gerhard Kurtze, voorzitter van de Duitse Börsenverein, verantwoordelijk voor de Frankfurter Buchmesse)

‘De gezamenlijke inspanningen van velen, heel velen, hebben er toe geleid dat Nederland en Vlaanderen als uitgeefnatie thans nadrukkelijk een terechte – plaats op de wereldkaart hebben verworven.’ (K. Leeflang en R. Vrij van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond)

Exotische charme van het Nederlands

Ook de krantenkoppen tijdens en direct na de Messe lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. ‘Het sukses van het Nederlandse proza in Duitsland’ (De Morgen), ‘Schwerpunkt was een doorslaggevend succes’ (Haagsche Courant), ‘Duitse lezer lijkt rijp voor vloed van Nederlands proza (de Volkskrant), ‘De exotische charme van het Nederlands’ (De Morgen), ‘Nederland knippert verbijsterd met de ogen’ (de Volkskrant), ‘Via Frankfurt naar Europa’ (Haagsche Courant), ‘De beste literatuur van heel Europa’ (NRC-Handelsblad). En dit is maar een willekeurige greep uit de overvloed van persreacties.

En dat terwijl al deze loftuitingen op een haar na onze neus gepasseerd zouden hebben, en, nog belangrijker, de faam van de Nederlandstalige literatuur dezelfde zou zijn geweest als voor de Buchmesse: zo goed als non-existent.

Ik herinner enkel aan de verbaasde uitroep van een Amerikaanse uitgever op een vorige Buchmesse: ‘Is there literature in The Netherlands?’ De voorgeschiedenis van Frankfurt 1993 is bekend. Lees het eerste artikel in deze reeks.

Effecten

De Frankfurter Buchmesse heeft geleid tot een drietal gunstige effecten:

1. Er is een grote belangstelling wereldwijd voor de Nederlandstalige literatuur, waarvan de verwachting is dat deze nog wel enige tijd aanhoudt en zelfs sterker wordt. In het Duitse taalgebied is er sprake van een echte Welle, zoals die er in de jaren zeventig was voor de Latijns-Amerikaanse literatuur.

Het beleid is er op gericht om die Welle zo lang mogelijk door te laten stromen en ook om in andere taalgebieden golven op gang te brengen (bijvoorbeeld in Frankrijk). Een opmerkelijk hiermee samenhangend verschijnsel is de veranderde houding van Nederlanders en Vlamingen zelf ten opzichte van hun eigen literatuur.

Deze verandering werd door Frank Ligtvoet, directeur van het Literair Productie- en Vertalingenfonds, in een lezing aan een Keuls universitair publiek als volgt verwoord: ‘Was het een paar jaar geleden nog bon ton om tegen buitenlandse vrienden of relaties met enige reserve te spreken over proza van eigen taal en openlijk te beweren: ‘Ik lees geen Nederlandse romans, ik volg de Engelse literatuur’, nu – na de successen van Nooteboom, Claus, Mulisch en Haasse in vertaling – lijkt men die zuinigheid te hebben verloren.’

2. De gezamenlijke Vlaamse  / Nederlandse aanpak is van beide kanten als een succes ervaren en heeft de nooit helemaal verdwenen drempel tussen Noord en Zuid weer een stukje lager gemaakt. De Vlaamse cultuurminister laat zich nu al uit over vervolgprojecten.

De Belgische krant de Standaard schrijft in een hoofdredactioneel commentaar onder meer: 'Het gezamenlijk optreden van Vlaanderen en Nederland op de 45ste Buchmesse van Frankfurt zou nog wat meer kunnen worden dan een strategische opstelling om onze letteren in het buitenland te verkopen.’ En: ‘Vlaanderen kan alleen maar hopen dat de kleurrijke vuurpijl die deze week boven de internationale boekenbeurs door de Verenigde Nederlanden wordt afgeschoten, ook in het hoge noorden zal opgemerkt worden.’

3. Frankfurt heeft ten slotte weer cachet gegeven aan het internationale cultuurbeleid dat, zeker voor de buitenwacht, toe was aan een aansprekend succes. De uitspraak van gouverneur Connally van Texas, ‘Oh, Brinkman! From Belgium I presume’ zal, wanneer weer eens sprake is van Nederlands internationaal cultuurbeleid, vermoedelijk minder vaak te berde worden gebracht, hoewel het NRC-Handelsblad in een hoofdredactioneel commentaar het niet kon nalaten nog eens smalend op te merken: 'Voor WVC-ambtenaren is Frankfurt misschien niet zo spectaculair als Houston ...'

Het vervolg van de zin laat evenwel zien dat dit ook voor NRC-Handelsblad verleden tijd is '... maar Frankfurt heeft goud opgebracht, nog geheel los van de dukaten. Kortom, een daverend succes.' En niet alleen Texas lijkt gerevancheerd te zijn, maar ook Sevilla (dat toch niet als een echte afgang beschouwd werd). Zo sprak de Algemeen Secretaris van de Nederlandse uitgevers: 'Ik durf rustig te zeggen dat we zelfs de wereldtentoonstelling in Sevilla dubbel en dwars hebben ingehaald. En als je nagaat hoeveel geld daarmee gemoeid was ...'

Succesfactoren

Frankfurt heeft het internationale cultuurbeleid weer in het centrum van de politieke aandacht gebracht. Een analyse van het succes van Frankfurt kan leiden tot een identificatie van de kritische succesfactoren.

Als ik daar een voorschotje op mag nemen, het kan gaan om literatuur zijn, maar ook vormgeving, dans, schilderkunst, film etc. Sluit aan op een bestaande manifestatie,  maak de bodem rijp door enige jaren van te voren al belangstelling te wekken, probeer een of meer sterren te creëren, neem een land dat bewerkbaar is (niet te ver weg, reeds vele economische contacten, potentiële interesse in meer van ons land dan tulpen en kaas), zet royalty in,  en, ten slotte, kies goede mensen die, bij voorkeur in een kleine stichting, de zaak uitwerken.

Tags

Reageren