Marsmans leven beschreven

Onder de bloedhete zon van Marokko in Tétouan ontstond Marsmans gedicht ‘Herinnering aan Holland’ met de overbekende beginregels ‘Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan’.

De dichter die in de jaren twintig roem had vergaard als vitalist en expressionist, had op dat moment, 1934, zijn vitalisme allang vaarwel gezegd.

Dit, en nog veel meer uit het leven van Marsman, komen we te weten uit Zee, berg, rivier, de biografie van H. Marsman door Jaap Goedegebuure, hoogleraar literatuurwetenschap aan de KUB te Tilburg en essayist. Toen onlangs het boek werd gepresenteerd in de Koninklijke Bibliotheek was de Cultuurbarbaar van de partij.

Niet alleen de biografie werd gepresenteerd, maar ook het boek Tussen twee generaties, de briefwisseling tussen Marsman en Roland Holst.

Polderklimaat in de jaren dertig

Het boek Zee, berg, rivier is samengesteld uit een enorme hoeveelheid feiten uit het leven van Marsman, uitspraken van anderen over Marsman en citaten uit zijn werk. Zowel Marsmans proza als poëzie komen aan de orde. Het is af en toe doorploeteren, soms lijken hele blokken tekst willekeurig in een bepaald hoofdstuk terecht te zijn gekomen, terwijl ze ook in andere hoofdstukken hadden kunnen staan.

Het boek maakt hierdoor een verbrokkelde indruk. Desalniettemin roep het een goed beeld op van het nogal bedrukte polderklimaat van de tussenoorlogse jaren in Nederland en het effect  dat zo’n klimaat heeft op een gevoelige dichtersziel als Marsman.

Het verwisselen van dat klimaat voor zonnige Zuid-Europese sferen halverwege de jaren dertig werkt zeer positief voor de stemming en productiviteit  van de dichter. Zodra hij, na een jaar reizen, weer in Nederland terug is, begint weer de kommer en kwel.

Explosie

Goedegebuure’s beschrijving van het tragische levenseinde van de dichter is aangrijpend.  Toen de Tweede Wereldoorlog uitgebroken was, probeerde Marsman in Bordeaux per schip met zijn vrouw naar Engeland te ontkomen. Het schip waarop zij in juni 1940 aanmonsterden, explodeerde in de vroege ochtend van de 21e juni en zonk naar de diepte.

Als enige passagier overleefde Marsmans vrouw de ramp. Met Marsman verdwenen al zijn onvoltooide manuscripten in zee.

De samensteller van het boek Tussen twee generaties, Briefwisseling A. Roland Holst en H. Marsman (1922-1940), H.T.M. van Vliet, lichtte op de bijeenkomst toe hoezeer  ‘Jany’ Roland Holst als klankbord fungeerde voor Marsman. Uit het boek blijkt het ook. Bijna twintig jaar correspondeerden ze met elkaar.

De Vrije Bladen

Uit de brieven (voor het overgrote deel brieven van Holst aan Marsman, in een vlaag van opruimwoede van Holst is Marsmans aandeel in de correspondentie zo goed als verdwenen) blijkt hoe de oudere Holst zijn vriend tactvol in de literaire wereld, met name het tijdschrift De Gids, introduceert.

Het hele literaire leven in het interbellum komt in beeld. Duidelijk wordt dat uitgevers als Nijgh & Van Ditmar, Stols, Van Kampen en Leiter-Nypels  naast tijdschriften als De Gids, de Gemeenschap, De Vrije Bladen, Het Getij en Forum de toon zetten voor het literaire wereldje.

En passant worden we deelgenoot van de kunstenaarswereld in die jaren met de vriendschap, haat en nijd, escapades en roddels, met daarin een grote rol voor Clara Eggink, Jacques Bloem en Charley Toorop. Uit de brieven komt ook de aantrekkingskracht van enerzijds Berlijn, waar het expressionisme bloeide, en anderzijds Parijs naar voren.

Landsarchief van Batavia

Opvallend is het gebrek aan geld in die tijd bij schrijvers en de activiteiten die ondernomen worden om daar toch aan te komen. Zo haatte Bloem zijn griffierwerk, maar vroeg hij zijn vrienden om tips voor baantjes bij kantongerechten omdat er toch geld binnen moest komen, had Marsman al gauw genoeg van zijn advocatenpraktijk en moest hij achter tijdrovend recensiewerk aan en ging Du Perron zelfs terug naar Indië om geestdodend werk in het Landsarchief van Batavia te doen.

De briefwisseling Marsman – Roland Holst is alweer de 34e aflevering van de reeks Achter het Boek, een uitgave van het Letterkundig Museum onder redactie van Sjoerd van Faassen en Anton Korteweg. Een compliment voor de verzorging, zorgvuldigheid en volledigheid is zeer op zijn plaats.

Op het punt van de afdrukkwaliteit van de foto’s is echter verbetering mogelijk. Sommige foto’s zijn te zwart afgedrukt en daardoor helaas minder goed zichtbaar.

 

Reageren