#Kerkverhalen: Van Cuypers tot Dekkers: Een bijzondere ontmoeting in Tilburg

Als jonge student kunstgeschiedenis mocht ik in 1975 zomaar mee met de excursie van de ouderejaars naar Spanje. Toen we met de trein Tilburg passeerden werd ik opgeschrikt door de afbraak van de grootscheepse Noordhoekkerk nabij het station. Terug uit Spanje ben ik nog snel wat dia’s gaan maken, om de afbraak vast te leggen. Daar verdween immers niet zomaar een kerk, maar een werk van de toen nog vaak verguisde Pierre Cuypers. Een gebouw dat bovendien een twijfelachtige naam had verkregen vanwege de vondst van de vermoorde Marietje Kessels op de gewelven in augustus 1900. Ik bezit nog een exemplaar van de brochure: Uitgebreide Onthullingen van de Gruweldaad in den Noordhoek te Tilburg door H.P. Bouwpastoor George van Zinnicq Bergmann en koster Johannes van Isterdaal behoorden tot de verdachten, maar de dader is eigenlijk nooit opgespoord. Als ik mijn dia’s weer terugzie realiseer ik me hoe bijzonder de kerk was. Niet alleen als ruimtelijk werk van vader en zoon Cuypers maar ook door de bijzondere schilderingen van Egbert Dekkers. Een ontmoeting van negentiende- en twintigste-eeuwse kunst!

Silhouet

In de jaren zeventig was sloop van neogotische kerken zeer gebruikelijk, zeker in de binnensteden. De Heilig Hartkerk van de Noordhoek (1897-1898) was te groot geworden voor de krimpende parochie van pastoor Lapidaire. De machtige westtoren was nooit gebouwd, de onderhoudskosten stegen alleen maar en er waren in Tilburg nog genoeg neokerken over. In die jaren zijn ook de Annakerk en de Leonarduskerk zonder veel discussie afgebroken. Algemeen vond men het geen groot verlies. Goed, het was wel een werk van de grote architecten Pierre en Joseph Cuypers, maar daar waren er nog meer van. Er werd wel getreurd om het verlies van het machtige silhouet in de omgeving van het station, en de kunstenaar J. van den Berg legde de afbraak vast in zijn schilderij Late processie. Ik meen dat de kranten schreven dat de essentie van het kerksilhouet terug zou keren in de nieuwbouwappartementen. Een belofte die wel vaker werd gedaan, om mensen te verzoenen met de sloop. Maar daar is in de huidige woonkolos op de hoek van de Noordhoekring niets van terug te vinden.

Bejubeld

Toch werd de Heilig Hartkerk kort na de bouw wel degelijk bejubeld. Kunsthistoricus Jan Kalf schreef het standaardwerk over de katholieke kerken van Nederland dat Cuypers ‘den geest des tijds’ die vroeg om ‘een overzichtelijk kerkruim’ goed had aangevoeld. Door het brede schip en de smalle zijbeuken hadden alle parochianen een onbelemmerd uitzicht op het hoogaltaar. Bovendien was in de vormentaal ‘al die uiterlijke navolging van middeleeuwsche vormen’ losgelaten. Hij vond het door de grootscheepse aanleg een ‘rijk’ gebouw. Maar hij merkt wel op dat het ontwerp in een afgezwakte vorm is nagevolgd door de Tilburger A.G. de Beer in de nieuwe kerk voor de wijk De Hasselt. Juist deze kerk is na brand herbestemd tot wijkcentrum, een optie die voor de Cuyperskerk te laat kwam.

Vader en zoon

Pierre en Joseph Cuypers hebben deze kerk samen gemaakt. Dat blijkt al uit de correspondentie. Zo raadt Pierre zijn zoon aan de zaal van de pastorie aan de tuinkant te plaatsen, daar de heeren ‘nog al eens luidruchtig zijn’ tijdens de pastoorskrans en dat niet buiten gehoord mag worden. Er komen granieten zuilen en hij laat op verzoek van de pastoor een mooi perspectief uit het oosten tekenen. Juist dat perspectief wordt een van de grote platen in het overzicht van het werk van Pierre Cuypers.

Het machtige silhouet en de ruimtelijke werking vond ik fascinerend. Cuypers gebruikt een middeleeuws motief, namelijk het smallere en lagere koor met omgang van de Spaanse kathedraal van Gerona. Die oplossing had hij al toegepast bij de ook al gesloopte Amsterdamse Willibrordus buiten de Veste, de ‘kathedraal aan de Amstel’. Het maakt zijn koren beweeglijk en spannend, door een indrukwekkende toneelwand met schilderingen. Van buiten kan hij machtig opklimmende massa’s realiseren. Hij gebruikt het motief vaker en zorgt ervoor dat kleuren en geheimzinnig licht de gedachten op koor en altaar richten. Dat is ontwikkeling op basis van de beste voorbeelden uit het verleden. Samen met Joseph maakt hij de Tilburgse koorpartij met de lage straalkapellen, en de alles overheersende topgevel tot een versoberde versie van de Amsterdamse Willibrordus. Inwendig is de ruimtelijke werking van koor en omgang werkelijk voortreffelijk. Een hoogstandje van vader en zoon is het middenschip, met de maar liefst veertien meter overspannende bakstenen gewelven. Die laten vader en zoon niet als gebruikelijk dragen door kolommen met vier flankerende kolonetten. Nee, ze verzwaren de kolonetten en laten de middenkolom weg, wat mogelijk is door hardsteen en graniet te gebruiken. Een technisch hoogstandje, waarbij ze laten zien dat ze met baksteen en natuursteen de voorbeelden uit de middeleeuwen niet alleen kunnen verbeteren maar zelfs overtreffen!

Ontmoeting

Waar ik in 1975 ook van onder de indruk was, waren de geweldige schilderingen op de triomfboog bij het koor uit 1954-1958. Daar had de priester-kunstenaar Egbert Dekkers (1919-1983) zijn creativiteit op kunnen uitleven. Dekkers kreeg als jonge kapelaan in 1936 van bisschop A.F. Diepen toestemming om naar de Amsterdamse Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te gaan. Hij werkte daar tot 1941, onder meer onder de glazenier Heinrich Campendonck. Het was een gewaagd besluit van de bisschop, maar het heeft het bisdom veel opgeleverd. De begaafde Dekkers, vaak in één adem genoemd met zijn vrienden Jan Dijker en Marius de Leeuw, maakte veel glas-in-lood, glas-in-beton en muurschilderingen voor kloosters en kerken. Een van de mooiste werken is de nog bestaande glas-in-betonwand in de Waalwijkse Sint Antoniuskerk (1962). Hier in Tilburg bleek het werk van vader en zoon Cuypers en dat van Dekkers zich heel goed met elkaar te verdragen. Met de afbraak verdween een groot ensemble dat de ontwikkeling van Dekkers haarscherp liet zien. Figuratieve, min of meer barokke schilderingen in ingehouden tonen in het schip, felle en experimentele schilderingen op de triomfboog. Beweeglijke vormen, scherpe contouren en felle kleuren, in een verbeelding van de visioenen van de Apocalyps, die de enorme triomfboog van Cuypers als vanzelfsprekend vulden. Een meeslepend kunstwerk viel in puin.

Literatuur

P.J.H. Cuypers, (red.), J. Kalf (tekst), De katholieke kerken in Nederland, dat is de tegenwoordige staat dier kerken met hunne bemeubeling en versiering beschreven en afgebeeld, Amsterdam 1906-1914, 454-455

A.J.C. van Leeuwen, Pierre Cuypers architect (1827-1921), Zwolle-Zeist 2007

Ed Schilders, Moordhoek. De moord op Marietje Kessels in een katholieke kerk, Tilburg 1988

www.egbertdekkers.nl

Reageren