#kerkverhalen: STAPHORST

Afgelopen zondag hield de orthodoxe Hersteld Hervormde Gemeente in Staphorst drie diensten met elk 600 kerkgangers. Het kerkgebouw telt 2400 zitplaatsen. De media rapporteerden en de publieke opinie roerde zich.

Wat men in Staphorst deed, gebeurde binnen de Corona-regels die dat weekend van kracht waren. Desondanks was er landelijk veel verontwaardiging. Vooral uit contexten waarin mensen niet zo massaal mogen samenkomen – theater, concert, sport – werd heftig gereageerd: ‘Zij wel, wij niet, en dat nu de tweede Corona-golf over het land gaat?’.

Al op maandag stelde de regering de regels voor kerken bij: max 30. Nu ja, het dringende advies dan, want ook in Corona-tijd blijven de individuele vrijheid en de godsdienstvrijheid zoveel mogelijk overeind en is er geen verplichting. Je mag, kort gezegd, zelf beslissen of je ziek wilt worden. In het verkeer word je zo dringend geadviseerd rechts te houden…

Ondanks die keuzevrijheid werd vooral vanuit de orthodox-protestantse hoek fronsend gereageerd op de maandagse regelgeving. In het parlement zag je het terug bij partijen die hun achterban in de Bible Belt hebben.

Kritiek op de orthodoxe opstelling ligt voor de hand. Maar waarom wordt vooral in de rechtzinnige hoek een punt gemaakt van die aantallen kerkgangers? Valt het Staphorster gedrag ook te begrijpen? Begrijpen is iets anders dan toejuichen, zeg ik er maar even bij.

Ik vermoed dat het niet alleen om godsvertrouwen gaat, maar dat in de orthodoxe identiteit leerstelligheid en groepsvorming elkaar versterken. Hoe strikter men is in de leer, des te meer aandacht er is voor de eigen groep. En omgekeerd: een hechte groep koestert de eigen overtuiging. De beperking tot dertig kerkgangers hindert het functioneren van de besloten groep van gelijkgezinden.

Het verband tussen leer en groep wordt bij orthodox Protestanten op minstens drie manieren zichtbaar. In de visie van kerkelijke leiders staat de leer voorop. Afwijkingen zijn niet welkom, al sinds Calvijn. Komt iemand met een tegendraads idee, dan treedt de kerkelijke tucht in werking en wordt zo iemand ter verantwoording geroepen. De volhardende ketter wordt buiten de gemeenschap gezet. Om afwijkingen te voorkomen, is de godsdienstige opvoeding er al vroeg op gericht de leer der vaderen over te dragen op de kinderen.

Het belang van de groep wordt ten tweede zichtbaar in de sociale controle bij de kerkgang. Wordt iemand gemist, dan checken naaste buren al snel waarom men niet is op komen dagen. Het netto resultaat is dat de kerken vol zitten, terwijl buiten de Bible Belt de kerken steeds verder leeg lopen. De grote kerkgebouwen symboliseren de succesvolle instandhouding van de besloten groep.

Er is nog een derde manier waarop leer en groep elkaar versterken. Binnen de geloofsleer heeft de eigen gemeente een sacrale status, als volk van God. Vaak speelt het idee van uitverkiezing een rol, waardoor het als een exclusief voorrecht wordt gezien dat men bij deze gemeente hoort. Buiten de groep geen heil, en het heil is sowieso al een schaars artikel. Het wij/zij-denken is daardoor sterk ontwikkeld. Zo wordt de eigenwaarde van de groep gevoed.

Als de directe nadruk op de leer resulteert in een indirecte nadruk op de groep, is te begrijpen dat orthodoxe gemeentes, zoals de Hersteld Hervormden in Staphorst, moeite hebben met een Corona-beperking van het aantal kerkgangers. Ik bedoel dat niet als verontschuldiging, noch als beschuldiging, alleen als duiding van een voorval in de multireligieuze samenleving tijdens een pandemie.

Toch nog een slotvraag voor iedereen: Welke waarden uit je levensbeschouwelijke overtuiging sturen je gedrag in Corona-tijd?

https://www.andredroogers.nl/staphorst/  

Reageren