Het Rijksmuseum in Amsterdam

Tien jaar duurde het en meer dan 375 miljoen euro kostte het, de renovatie, reconstructie en restauratie van het Rijksmuseum en wat is het resultaat? Een meesterwerk.

Slechts een handjevol mensen kan echt appreciëren wat dit project allemaal betekende. Van buiten kon je tijdens de restauratie weinig zien, maar als je dat vergelijkt met wat er van binnen gebeurde ….  Het interieur is in essentie nagenoeg volledig gestript.

8000 palen

Er werd een nieuwe fundering gelegd met behulp van state-of-the-art beton die droogt in water om veel van de oorspronkelijke 8000 palen te vervangen – 500 werden er alleen al vervangen op de centrale binnenplaats en die droegen  ook de toegevoegde gebouwen die geen deel uitmaakten van de originele constructie.  Alleen die palen die de muren en het exterieur van het gebouw droegen zijn gebleven.

In de periode van wederopbouw heb ik aan een aantal ‘bouwvakker’ rondleidingen meegedaan. Ik was verbaasd over de complexiteit van de bouw  en de hoeveelheid materiaal voor de nieuwe entree.

Twee nieuwe vleugels

Een aantal van de meest veeleisende en noodzakelijke elementen voor de bouw was niet zichtbaar, zoals de 500 meter lange energie en IT ring rond het gebouw. Dat, en de topbeveiliging kostte alleen al 100 miljoen euro.

Mijn laatste tour was in januari 2012. Toen kregen we de nieuwe terrazzo vloer te zien die in de Grote Hal gelegd was. Ik zag restauratoren de pilaren opnieuw schilderen en ik dacht: zal het echt op tijd klaar zijn?

Op het complex zijn twee nieuwe vleugels gebouwd met een avantgarde architectonisch ontwerp. De tuin is opnieuw aangelegd. Na een tijdje vraag je je af:  hoe is dit alles gedaan met zo ‘weinig’ geld?

Een doolhof

Bedenk daarbij dat de opeenvolgende museumdirecteuren in de loop van de jaren een groot deel van het interieur hadden veranderd. Variërend van het blokkeren van de ramen tot het volproppen van de twee binnenplaatsen  met binnenbouwsel. De buitenkant was nog redelijk intact, maar de binnenkant was mishandeld. Het was onherkenbaar, een doolhof, je raakte er de weg kwijt. Helemaal waar!

Cruz y Ortiz, de Spaanse architecten hebben het interieur aangepakt. Ze moesten daarbij de wensen van de museummensen en de technische beperkingen van het gebouw combineren. Maar ze hadden ook het motto: ‘Verder met Cuypers’.

Pierre Cuypers

Het was een groepsinspanning, niet zonder problemen toen de bureaucratische elementen in het spel kwamen en niet te vergeten de publieke reactie toen werd aangekondigd dat de doorgang door het museum zou verdwijnen ten behoeve van de nieuwe ingang. Die reactie was negatief en heeft de boel  drie jaar opgehouden.

Er zijn mensen die beweren dat het publiek niet heeft gekregen wat het wilde.  Wat mijzelf betreft, ik ben blij dat ik weer met mijn fiets door de doorgang kan rijden. Het maakt het museum meer open in plaats van dat je een vesting met wat groen eromheen hebt.  Je hebt interactie met het gebouw  zonder dat je er echt ingaat en je kunt het dag en nacht.

De oorspronkelijke architect van het museum, Pierre Cuypers, was een rooms-katholiek. Normaal gesproken heeft religie zelden invloed op een architectonisch ontwerp, tenzij het het bouwen van een kerk betreft. Het Rijks is een anomalie. Cuypers had, toentertijd, een reputatie wat betreft kerken – katholieke – die hij door heel Nederland heen ontwierp.

De blik van de toeschouwer

Sommige kun je nog steeds zien in Amsterdam. Hij ontwierp ook het Centraal Station. Ten tijde van de bouw van het Rijksmuseum was er al vocale ontevredenheid met het ontwerp wat sommigen beschouwden als layout  van een katholieke kerk.  Het gaat, meer specifiek om de Grote Hal en de Eregalerij die leidt naar het ‘altaar’ waar we de iconische Nachtwacht zien.

Ten tijde van de opening weigerde de Koning van Nederland aanwezig te zijn vanwege het ‘Paapse heiligdom’.  Zelfs nu zegt Moshe Zwarts, een 76-jarige architect, dat hij niet houdt van het intense en katholieke karakter van het museum.  Grote Nederlandse kunstenaars als Rembrandt en Frans Hals zouden zich omdraaien in hun graf als ze geweten hadden waar ze al die tijd geweest waren.

Mensen lachen als ik dit zeg, maar ik meen het. En wat heeft deze restauratie opgeleverd? Het katholieke karakter is sterker dan ooit zichtbaar. Dat bewijst eens te meer de juistheid van het axioma: ‘het zit in de blik van de toeschouwer’.

Persoonlijk, als iemand die meer dan 4000 keer in de katholieke kerk zat – op school van de eerste tot en met de 12e klas  begonnen we met de mis – kan ik eerlijk zeggen: ik zie het katholiek karakter niet.

De Nachtwacht

Maar laten we eens een rondje maken door de 80 galerijen, verdeeld over vier verdiepingen, waar we 8000 kunstwerken kunnen zien – uit een totale collectie van meer dan een miljoen stuks – en daarnaast voorwerpen van kunst en vakmanschap die chronologisch en op een gebruikersvriendelijke manier zijn gerangschikt  om het 800-jarige verhaal  van de Nederlandse kunst, cultuur en samenleving te vertellen.

Slechts één werk kwam terug op de oorspronkelijke locatie: de Nachtwacht. Dat is terecht omdat Cuypers het museum daaromheen ontwierp. De oude ingang is verdwenen. De nieuwe entree bevindt zich in het centrum van dertien afzonderlijke galerijen met een keur uit de collectie van het jaar 1000 tot het jaar 1600.

Van de Italiaanse renaissance, via Delfts blauw – het Nederlandse porselein, wapens en scheepsmodellen. Het is een gemakkelijke wandeling door de galerij omdat ze allemaal met elkaar in verband staan.

Mozaïeken

Op de eerste verdieping zien we het verhaal van de jaren 1800 tot 1900. Breitner, Van Gogh, prenten, romantiek, Meissen en Nederlandse schilderkunst. Ah … de tweede verdieping. Je komt de Grote Hal binnen en je eerste indruk is: waarom is het zo leeg?  Als je een frequente bezoeker was voor de restauratie zal dit je reactie zijn.

In de Grote Hal stond oorspronkelijk de cadeauwinkel / boekhandel. Dat zit nu op het eind van de nieuwe entree. Wat je nu ziet is een compleet geïntegreerd interieur van meesterlijk ontwerp. De oude terrazzo vloer is verwijderd en, aan de hand van originele tekeningen, vervangen met mozaïeken gemaakt in Italie.

De enorme ruimte is open en de gebrandschilderde ramen zijn beter zichtbaar dan ooit. De decoraties waar je overheen keek, ontdek je nu pas. Adembenemend!

De Eregalerij

Dan kom je in de Eregalerij, die ik altijd een beetje benauwd vond. Die benauwdheid is weg, een mysterie! De muren zijn allemaal blauw-grijs geverfd. Jean-Michel Wilmotte, de Franse interieurarchitect die daar verantwoordelijk voor is zegt dat het de kleuren van een schilderij beter doet uitkomen.

Er is een minder punt in de Eregalerij te constateren. Langs de muren direct onder het plafond hangen ook schilderijen, maar wel in de schaduw. Er staan geen spotjes op. Maar daar gaat het niet op de eerste plaats om in deze ruimte, want de Rembrandts, de Steens en de Hals hangen er, allemaal ter voorbereiding van De Nachtwacht. In een woord: spectaculair.  

Nazi schaakspel

Terwijl in het oude labyrinth in verschillende delen zorgvuldig moest worden genavigeerd, hoeft dat nu niet meer met een uitzondering: de derde verdieping die gaat over de jaren 1900 tot 1950. Er zijn twee ruimten / gedeelten met ieder verschillende galerijen. Helaas kun je niet van de ene afdeling naar de volgende zonder de lift terug te nemen naar de hoofdingang.

Daar moet je de lobby oversteken en een andere lift nemen. Klaarblijkelijk liet de originele architectuur geen andere oplossing toe. Dat is jammer, want dit gedeelte van het museum is zeker een bezoek waard, ook al vanwege de onverwachtse ‘modernistische’ collectie die daar te zien is. 

Als je tijd en moeite neemt zie je onverwachte dingen als een Nazi schaakspel. De pionnen zijn soldaten en er zijn kanonnen, cavalerie, vliegtuigen, een bom, een houwitser en tanks. Eng! Er is zelfs een echt vliegtuig te zien. Het is een vechttoestel voor een passagier, de FK-123, uit 1918 ontworpen door Frits Koolhoven, een Nederlander (1886-1946) .

Cadeauwinkel

Mis Man Ray’s grote collectie Ray-O-Graphs  niet. En je ziet de COBRA-school en Rietveld en Mondriaan. Zoals ik al zei, zeker de moeite waard. De tekstbordjes zijn uitstekend. In een alinea vertellen ze specifieke details over het tentoongestelde werk, dat is een kans die je moet benutten.   

De koffieshop /  restaurant bevindt zich bij de ingang. Je kunt neerkijken op de centrale hal. Direct eronder is de cadeauwinkel / boekhandel. Die is goed gevuld met cadeauartikelen. Het rek met ansichtkaarten neemt  de hele muur in beslag. In eerste instantie was ik telergesteld over de kleine hoeveelheid boeken. Pas later ontdekte ik op een andere verdieping, lager, de eigenlijke boekenafdeling. Een hele grote collectie.

SMAAK

Er zijn een paar minpuntjes. Het belangrijkste toilettenblok bevindt zich op de entreeverdieping. Maar de iconen zaaien verwarring. Terwijl ik naar de toiletten liep zag ik een man vlak voor me de iconen bestuderen en vervolgens het damestoilet inlopen. Op twee van de andere verdiepingen zijn er ook toiletten maar die zijn moeilijk te vinden.

Een publicatie die zeer de moeite waard is om te lezen is SMAAK. Het vertelt  het hele verhaal, in het Nederlands en het Engels, over het nieuwe Rijksmuseum.  Het is compleet en goed geillustreerd.  Een echt positief punt voor het nieuwe Rijks is dat kinderen tot 18 jaar er gratis in kunnen. Ze hebben het recht ertoe. Hopelijk een voorbeeld ter navolging voor andere musea.

Er is ook een team van 68 gidsen beschikbaar die op afroep naar je toekomen. Er is de keuze in meer dan tien talen.

Het Rijksmuseum is weer terug op een welverdiend voetstuk.  Een gebouw van wereldklasse met een collectie van wereldklasse! Het museum is 365 dagen per jaar open.

Tags

Reageren