De Betoverde Wereld – 7

Wat in Cuba Santería wordt genoemd heet in Noord-Brazilië Candomblé en in West en Centraal Brazilië Macumba. In deze aflevering een beschrijving van een Candomblé sceance in Salvador, de meest zwarte stad van Brazilië,  door Paul Ophey. Volgende week gaan we meer inhoudelijk in op de inhoud van deze religie.

Paul Ophey:

‘In Pelourinha, het oude stadscentrum van Salvador, heb ik me voor twintig dollar laten strikken voor deze candomblé. Na een lange taxirit door het donker van de buitenwijken arriveer ik in een armoedige buurt op een heuvel bij een terreiro, een tempeltje, waar de festa van de candoblé zal plaatsvinden.

Het oproepen van de orixa’s

Binnen in het lemen gebouwtje zitten mensen op stoelen langs de muur, ook ik neem plaats. De vloer van de kleine, met kleurige slingers versierde ruimte is bedekt met palmbladeren. In het midden staat een kleine kruik. Dat middelpunt heet segredo da casa volgens de Portugees naast me. We moeten lang wachten voordat er wat gebeurt.   

Dan komt een drietal percussiespelers binnen. Ze nemen plaats achter trommels. Een oude man en vrouw bezetten twee van vijf klaarstaande leunstoelen en een andere oude man neemt plaats op een keukenstoel. Er komen ook ongeveer vijftien dansers binnen. De oude man in de leunstoel maakt een handgebaar en het getrommel, het zingen en het dansen komen op gang. Het oproepen van de orixa’s, de geesten, is kennelijk begonnen.

De axé

Terwijl de dansers tegen de klok in dansen, kussen ze zo nu en dan de voeten van de oude man op de keukenstoel, dan weer liggen ze languit op de grond en draaien van de ene op de andere schouder – wat volgens mijn buurman dobalé heet. Zo gaat dat meer dan een uur voort, terwijl het indringende getrommel en de zang alsmaar aanzwellen. Het aantal dansers groeit uit tot twintig. Uiteindelijk – na minder dan anderhalf uur – raken er wel zo’n acht in trance, het klassieke beeld: alleen maar wit van de ogen, zweten en als slangen slingeren ze over de grond, door de palmbladeren. De orixa’s zijn blijkbaar ingetreden.

Op een signaal van een jonge mannelijke danser wordt met het water uit het kruikje in de rondte gesprenkeld, maken alle dansers hun voorhoofd nat en wordt het kruikje helemaal geledigd. Dan heft het zingende, swingende en klappende publiek de rechterarm ten teken dat de kracht van de geesten, de axé, gevoeld wordt. Alle acteurs verdwijnen naar de kleedkamer en ook de trommels stoppen ermee. Maar ze dreunen na door heel mijn lichaam.

Mae de santo

Een aantal dansers keert terug, sierlijk verkleed als orixa. Ook de oude vrouw fungeert nu als medium, om de kracht van de geesten door te kunnen geven. Zij is de mae de santo, verklaart de Portugees naast me, de moeder van de heiligen. Ze neemt weer plaats in haar leunstoel en geeft consultas, adviezen. Dan komt de gonzende ruimte heel geleidelijk tot rust – het moet het einde van de avond zijn, want de eerste mensen trekken huiswaarts. Het is alsof ik een toneelstuk hen bijgewoond, leuk om te zien, maar niet echt. Maar had ik dan liever de hele nacht hier gezeten?

Paul Ophey, ‘Dansen in het kippenhok’, Te gast in Brazilië, tweede druk

Tags

Reageren