Conflict in Syrië

Syrië is sinds 2011 verzeild geraakt in een chaotische oorlog. Het conflict draait om de afzetting van president Assad, maar is ook een uiting van interne etnische spanning die decennia heeft liggen smeulen. Het conflict wordt uitgevochten tussen een complex geheel aan religieus, politiek en economisch gemotiveerde groeperingen.

Syrië is globaal in te delen in drie groeperingen: soennieten, sjiieten en christenen. Deze groepen bestaan weer uit een mozaïek aan afgesplitste stromingen en sekten die het geteisterde land politiek en sociaal nog verder opdelen. De soenieten vormen de meerderheid in het land, naast de christelijke en sjiitische minderheid, die op hun beurt weer zijn opgedeeld in verschillende richtingen. De sjiieten en  De sjiitische minderheid bestaat uit Alawieten, zeveners en twaalvers. Naar eigen zeggen horen de Druzen hier ook bij, maar deze groep wordt niet door de overige sjiiten erkend. Hiernaast leeft er een omvangrijke christelijke minderheid, wiens leden ook weer aan verschillende kerken verbonden zijn.

Macht van de minderheid

Sinds 1966 hebben de Alawieten, de grootste sjiitische afsplitsing, die zo’n 11 procent van de bevolking uitmaken, de macht in handen. De presidenten vader en zoon Assad hebben de greep van hun Bat’h partij op het regeringsapparaat en op s’lands veiligheidsdiensten verstevigd en hebben alle instituties gevuld met loyale, meestal Alawitische, vertrouwelingen.

Na de golf van revoluties in de Arabische wereld sinds januari 2011 bleef het relatief rustig in Syrië. Pas nadat enkele acties van kleine groepen, meestal soennitische protesteerders, bloedig werden neergeslagen, kwam de revolutie van de grond op 18 maart 2011. Door het hele land werden protestacties gehouden, die Assad met veel geweld beantwoordde. Duizenden mensen verdwenen in staatsgevangenissen en martelkamers. Om de gemoederen enigszins tot bedaren te brengen en andere minderheidsgroepen te vriend te houden, deed Assad in maart 2011 enkele concessies. Zo hief hij de noodtoestand op die sinds 1966 van kracht was geweest.

Overlopers en rebellen

Ondertussen namen groepen jongeren de wapens op in enkele steden en begonnen een militaire strijd tegen het regime van Assad. Naarmate de economische toestand verslechterde en Assad steeds hardvochtiger optrad tegen rebellen en actievoerders, sloten steeds meer mensen zich aan bij de gewapende strijd. Inmiddels hebben ook hoge officieren uit Assad’s vertrouwenskring zich van hem afgekeerd en zich bij de rebellen aangesloten. Hoewel Assad veel goodwill heeft verloren onder de andere minderheidsgroepen, blijven deze hem doorgaans toch steunen; men is bang dat de rechten die zij verkregen onder het Assad regime, , ongedaan worden gemaakt als de soennitische meerderheid aan de macht komt.

Onzekere toekomst

Hoewel de meeste experts het erover eens zijn dat het aftreden van Assad slechts een kwestie van tijd is, is het einde van de oorlog nog niet in zicht. Door het versplinterde oorlogsgebied en het ontbreken van een frontlinie is het moeilijk vast te stellen hoe lang het Syrische leger nog stand kan houden tegen de rebellen, die zich hebben verenigd in het Vrije Syrische Leger. Hiernaast dreigt het conflict zich over de grens uit te breiden, gezien de gespannen sfeer tussen Syrië en haar buurlanden. Met name de relatie met Turkije, dat het leeuwendeel aan Syrische vluchtelingen heeft opgevangen en militaire steun aan de rebellen verleent, staat op zeer gespannen voet. 

Ook als Assad zou  aftreden heeft het land nog een lange weg te gaan. Of en hoe de vele bevolkingsgroepen weer tot elkaar kunnen komen na de oorlog en een stabiel fundament voor een democratisch Syrië weten leggen, blijft de vraag. 

Tags

Reageren