Begraven is alleen voor rijke stinkerds?

Vroeger had je verschillende klassen op de begraafplaats. Nu kun je je rijkdom nog steeds tonen, door een imposant grafmonument aan te schaffen. Maar beweer niet dat begraven alleen voor de rijken is, er is een graf voor iedereen…

 Tot aan 1829 werd in ons land in en rond de kerken begraven. Daar stamt het woord kerkhof vanaf, een hof rond de kerk. Taalpuristisch gezien mag je voor een begraafplaats die niet bij een kerk ligt dan ook niet het woord kerkhof gebruiken.

Het populairst waren de plekken in de kerk, zo dicht mogelijk bij het altaar, zo dicht mogelijk bij God of bij de reliek van een heilige. Een dergelijk graf was uitsluitend weggelegd voor geestelijken, edelen en rijke burgers. De armen kwamen op het kerkhof te liggen, vaak ook nog in een massagraf.

De uitdrukking ‘in de dood is iedereen gelijk’, gold zeker als het om het onverbiddelijke einde ging, die kwam vroeg of laat voor iedereen, rijk of arm. Dat is prachtig in beeld gebracht in de zogenaamde dodendansen, die vooral in de middeleeuwen zeer populair waren. De dood, in de vorm van een skelet danst met iedereen: het kind, de burger, de bakker, de leraar, de boer, de arme sloeber, de hoer, de priester, de edelvrouwe en de koning. Om na de dood herdacht te blijven met een herkenbaar graf en een steen met je naam er op, was slechts voor enkelen weggelegd. Zo maakten rijkdom en status eeuwenlang een belangrijk verschil in de wijze waarop armen en rijken begraven werden.

Het begraven in de kerk bracht overigens onaangenaamheden met zich mee, zeker omdat men het nog niet zo nauw nam met de diepte van de graven. Lag er weer eens een graf open, omdat er een begrafenis in aantocht kwam, dan kon het onaangenaam ruiken. Dat waren de rijke stinkerds, een uitdrukking die we nog steeds gebruiken.

Klassen

Op de begraafplaatsen die in de 19e eeuw verschenen, werd nog steeds aan standsverschil gedaan. De begraafplaats was verdeeld in meerdere klassen. Drie, vier en soms zelfs vijf klassen, van graven op eenvoudige plekken tot ‘bijzonder goed gelegen’ graven. Die zichtbare klassenindeling in de vorm van bordjes waarop de klasse stond vermeld, is meestal pas in de jaren vijftig van de vorige eeuw afgeschaft.

Uiteraard speelt geld ook nu nog wel degelijk een rol op de begraafplaats. In principe mag iedereen liggen waar hij of zij wil, maar sommige plekken kosten meer dan andere, en sommige begraafplaatsen hebben hogere tarieven dan andere. En wie geld en status heeft en dat ook na zijn /haar dood wil laten zien, heeft daartoe alle mogelijkheden en schaft bijvoorbeeld een luxueus en buitensporig groot grafmonument aan.

Armen in een kuil

Sinds enkele jaren maken begraafplaatsen op financieel gebied een inhaalslag en verhogen ze hun tarieven. Om wat voor reden dan ook zijn de tarieven jarenlang hetzelfde gebleven, gemeenten legden er daardoor vaak geld op toe. Rond de eeuwwisseling is bij veel gemeenten ‘kostendekkendheid’ het toverwoord geworden. Kostendekkendheid bij alle afdelingen, dus ook op de begraafplaats. Die inhaalslag is niet ongemerkt gebleven en leidde tot emotionele reacties. Zo schreef toenmalig SP-fractieleider Jan Marijnissen in 2005 op zijn weblog dat begraafplaatsen het zo bont maken dat minima zich geen graf meer zouden kunnen veroorloven. ‘Ik denk dat we over vijf jaar, drie categorieën krijgen: begraven, cremeren en massagraf. Alle uitgedroogde bejaarden en uitgehongerde uitkeringstrekkers komen dan in een kuil terecht.’

En de grootste uitvaartverzekeraar en -verzorger van Nederland bracht een persbericht uit onder de kop: ‘Gedwongen crematie vanwege gestegen grafrechten’. In het persbericht stond o.a.: ‘Steeds meer mensen die vanuit ideële overwegingen zouden kiezen voor een begrafenis, laten zich vanuit een financieel noodgedwongen situatie cremeren. In bepaalde gemeenten zijn de grafrechten de afgelopen jaren met wel tientallen procenten gestegen. Gemeenten gebruiken de verhoogde grafrechten als melkkoe.’

Elders in dit tijdschrift schrijft een medewerker van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB) dat de meeste beheerders ernaar streven om de kosten van een begrafenis in een algemeen graf goedkoper te laten zijn dan een crematie: ‘Gelukkig maar, want de kosten mogen geen argument zijn bij de principiële keuze: wil ik later begraven worden of gecremeerd.’

Wie heeft er nu gelijk? Dat kunt u tegenwoordig zelf vrij makkelijk uitvinden. Elk jaar presenteert de LOB de uitkomsten van een jaarlijkse grafkostenonderzoek. Op www. grafkostenonderzoek.com kan precies gezien worden hoeveel een graf kost op 800 begraafplaatsen in Nederland. Begraven worden in een algemeen graf is het goedkoopst, maar let op, niet iedere begraafplaats heeft algemene graven. De begraafplaatsen die ze wel heeft rekent daar anno 2012 tussen de 878 en 1410 euro voor. Een gemiddelde crematie kost 990 euro. In beide gevallen gaat het sec om het begraven of cremeren, de kist en dergelijke komt daar nog bij.

Een algemeen graf zal meestal direct in één keer betaald moeten worden. Bij de aanschaf van een eigen graf, dat op naam van iemand staat, is bij steeds meer begraafplaatsen een gespreide betaling mogelijk. Een prijs van 2500 euro voor een graf van 20 jaar en voor twee personen (in verhouding dus goedkoper dan het algemene graf dat voor 10 jaar is en voor één persoon), lijkt erg veel als je het in één keer moet betalen. Maar stel dat je dat bedrag in jaarlijkse termijnen mag afrekenen, dan gaat het om 125 euro per jaar. Dat klinkt al een stuk haalbaarder voor veel mensen. Zaak is natuurlijk wel dat begraafplaatsen die service bieden: een gespreide betaling.

Begraven een recht?

Er zijn mensen die menen dat iedereen recht heeft op de uitvaart die hij/zij wil en dat de overheid dit zou moeten garanderen. Wie begraven wil worden heeft daar recht op. Dat is echter een geheel andere discussie. Nu privatiseren al jaren de trend is, zal een staatsbegrafenis voor iedereen, op kosten van de overheid, er voorlopig niet in zitten.

In één ding heeft de grote uitvaartverzekeraar gelijk, steeds meer mensen die zeggen een voorkeur voor begraven te hebben kiezen toch voor cremeren. Maar de reden daarvan is bijna nooit een financiële. Het vaakst wordt als reden opgegeven dat ze hun nabestaanden niet willen opzadelen met de zorg voor een graf. Oma overlijdt. Haar generatiegenoten zijn allen begraven. Zij heeft voor cremeren gekozen want “dan hoeven jullie niet steeds langs te komen om het graf netjes te houden.” Kiezen voor cremeren en verstrooien is dan vooral een praktische keuze en geen economische.

Daarom spelen beheerders daar steeds meer op in – of ze zouden er op in horen te spelen – en bieden een onderhoudsvrij graf. Steeds meer beheerders bedenken constructies in tariefvorming en grafuitvoering, waardoor het grafonderhoud geen belemmerende factor hoeft te vormen voor de nabestaanden. Stap eens naar de beheerders van begraafplaatsen bij u in de buurt. Speelt hij nog niet in op deze wens? Dan wordt dat hoog tijd, kunt u hem zeggen.

foto's Pauline Prior

Wordt abonnee van ThemaTijdschriften voor 30 euro (in België 55 euro) en ontvang vier mooie, boeiende ThemaTijdschriften per jaar. Laat u verrassen.

 

Alleen BEGRAVEN is zo gek nog niet bestellen? Dat kan. Maak € 10,45 (€ 7,95 plus portokosten) over op rekening 5034669 op naam van Stichting ThemaTijdschriften o.v.v. 'Begraven' en uw adres (!). Vergeet vooral dat laatste niet!

 

 

 

 

 

Tags

Reageren