Poëzie en waanzin

Op donderdagmiddag 12 maart, van 13.00 tot 15.00 uur, vindt in Spui25 de boekenweekbijeenkomst ‘Poëzie en waanzin’ plaats. Het thema sluit aan bij het thema van de boekenweek, dat dit jaar ‘te gek voor woorden’ luidt. Het is een middag waarin vier geesteswetenschappers, te weten universitair docent Literaire Cultuur Gaston Franssen, hoogleraar Scandinavische talen en cultuur Henk van der Liet, universitair docent Literatuurwetenschap Hanneke Smit en hoogleraar Hebreeuws, Aramese en Syrische talen en culturen Irene Zwiep samen met het publiek teksten zullen gaan analyseren. Waarom is waanzin zo’n goed onderwerp voor een gedicht?

Piet Paaltjens
Één van de uitgekozen dichters is Piet Paaltjens. Paaltjens is het pseudoniem van de Nederlandse dichter en predikant François Haverschmidt (1835-1894). Paaltjens’ bekendste dichtbundel is Snikken en glimlachjes, dat in 1867 werd uitgebracht. Op 12 maart draait het om Paaltjens’ gedicht Aan Rika, welke ook afkomstig is uit deze bundel.

Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die de trein
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.
 
En toch, zij duurde lang genoeg om mij,
Het eindloos levenspad met fletse lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.
 
Waarom hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!
 
En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?
 
Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?

 

Uit Aan Rika spreekt de wanhoop van de dichter, die hopeloos verliefd is op de blonde vrouw met blauwe ogen die hij heeft zien zitten in een voorbijrijdende sneltrein. Hij zou zelfs liever – samen met haar – verpletterd willen worden onder een trein, dan zijn leven moeten voortzetten zonder haar.

Een andere tekst die met het publiek wordt besproken op 12 maart, is een songtekst van rapper Raske Penge (1977) – wederom een pseudoniem, in de werkelijkheid heet de rapper Rasmus Poulsen - , afkomstig uit Denemarken. Zijn rap heet Bor her (2011), wat in het Nederlands Woon hier betekent. Op Youtube is een vertolking van het nummer te vinden. Wat de link is met het thema, moet de bezoeker tijdens de middag zelf uitvinden, aangezien er op internet geen vertaling te vinden is van de songtekst.

De derde tekst die centraal staat is het gedicht One Art van de Amerikaanse Elizabeth Bishop (1911-1979). Zij was een dichteres, schreef korte verhalen en won onder andere de Pulitzer Price, de National Book Award en de Neustadt International Prize for Literature.

The art of losing isn’t hard to master;
so many things seem filled with the intent
to be lost that their loss is no disaster,

Lose something every day. Accept the fluster
of lost door keys, the hour badly spent.
The art of losing isn’t hard to master.

Then practice losing farther, losing faster:
places, and names, and where it was you meant
to travel. None of these will bring disaster.

I lost my mother’s watch. And look! my last, or
next-to-last, of three loved houses went.
The art of losing isn’t hard to master.

I lost two cities, lovely ones. And, vaster,
some realms I owned, two rivers, a continent.
I miss them, but it wasn’t a disaster.

– Even losing you (the joking voice, a gesture
I love) I shan’t have lied. It’s evident
the art of losing’s not too hard to master
though it may look like (Write it!) like a disaster.

In het gedicht gaat het over verliezen en een ramp. Volgens Bishop is het lijden van verlies geen ramp en geen kunst. Ze geeft hierbij voorbeelden, maar de voorbeelden groeien qua omvang: van het verlies van een horloge van haar moeder tot het verlies van een geliefde. Dat laatste is wel een ramp. De titel spreekt de inhoud van het gedicht ook tegen: de titel – vrij vertaalt – betekent namelijk ‘een kunst’. Harry Kuitert, Bernlef en Guss Luijters hebben alle drie een vertaling gemaakt van het gedicht. Vooral Bernlef was niet mild gestemd over het werk van Luijters; hij keurde de vertaling resoluut af. De vertaling van Bernlef zelf, is te vinden op het weblog van Alma Oostenwint.

Tenslotte wordt er nog gesproken en gediscussieerd aan hoe waanzin is verwerkt in schilderijen waarnaar kunsthistorica M

Datum:
12 maart 2015
Type activiteit:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0