Documentaire speelfilm ‘Escher: het oneindige zoeken’ van Robin Lutz

Escher laat een wereld zien die op het eerste gezicht logisch in elkaar lijkt te zitten maar bij nadere beschouwing onmogelijk is. Gisteren was ik bij de perspremière van ‘Escher: het oneindige zoeken’ in Pathé City in Amsterdam. Vanaf 12 april is de film in de bioscoop te zien. De film is van de hand van Robin Lutz en het scenario is van Marijnke de Jong. Robin Lutz kennen we van zijn eerdere films over Spinoza en Hendrik Willem Mesdag.

Van te voren weet je dat het een onderhoudende en informatieve film gaat worden. Escher regisseert de film zelf, niet letterlijk maar symbolisch. Hij vertelt zijn verhaal in zijn eigen woorden, ontleend aan honderden brieven, dagboeken, lezingen en catalogi, waarin hij zijn gedachten en observaties beschreef.

Graham Nash

I fear that there is only one person in the world who could make a really good film about my prints: myself' schreef Escher in 1969 aan een Amerikaanse verzamelaar. De vondst van dit citaat inspireerde de vorm van de film: dat is precies wat Escher gaat doen.

Hij schrijft beeldend en door zijn woorden en gedachten te visualiseren en te combineren met zijn werk en zijn beeldtaal, word je meegenomen in zijn levenslange zoektocht, zijn emoties, zijn spel en zijn gepuzzel. Opvallend is de rol van de muziek in de film, overal waar het kan, is die aanwezig in een grote variëteit, van Arvo Pärt tot de muziek van Crosby, Stills, Nash & Young.

De film opent zelfs met Graham Nash op de bank thuis, die vertelt hoe hij dankzij Escher de kunst heeft ontdekt. Hij voorspelt dat Eschers faam in de komende decennia de hoogten zal bereiken als die van Rembrandt, Van Gogh, en Mondriaan.

Het verhaal van de film is in de ‘ik’ vorm gemaakt. Escher neemt de kijker mee op reis door zijn leven en vertelt wat hem zo fascineerde in Italië waar hij bijna 20 jaar woonde. Wij volgen hem op zijn reizen door Italië, Zwitserland en Spanje op zoek naar inspiratie en beleven mee hoe hij al puzzelend tot zijn grote werken kwam. Om de ‘onmogelijke wereld’ in zijn prenten inzichtelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van 3D animaties. De toeschouwer kijkt in de film door de ogen van Escher: de camera is Escher. Om zijn eigen verhaal in een context te plaatsen worden interviews gebruikt met de zonen van Escher. Hun getuigenissen zijn een directe aanvulling maar ook een reflectie op het eigen verhaal.

Rare eend in de bijt

Maurits Cornelis Escher (Mauk) werd in 1898 geboren in Leeuwarden als zoon van een welgestelde familie. We zien een plaatje van een statig pand aan de Grote Kerkstraat in Leeuwarden, ‘Het Princessehof’. Tegenwoordig is er het Keramiekmuseum in ondergebracht. Als kind had hij een zwakke gezondheid en bracht vele maanden, weg van zijn familie, door in een kinderpension aan zee. Hij vertelde vaak dat hij een grote hekel had aan naar school gaan. Het enige lichtpuntje was de tekenles.

Om zijn vader tevreden te stellen besloot hij architect te worden. Hij ging naar de School voor de Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem. Met hulp van de docent grafische technieken, Samuel Jesserun de Mesquita, die wel wat zag in het grafische werk van zijn nieuwe leerling, verliet hij de afdeling bouwkunde al na enkele dagen om graficus te worden. Hij ging houtsneden maken die hij vervolgens afdrukte op papier.  

Van jongs af aan koos Escher zijn eigen weg. Zijn ouders legden hem niets in de weg en ondersteunden hem financieel, maar hadden grote twijfels over zijn keuze. Een grote drijfveer was voor hem dan ook om te bewijzen “dat ook een artiest, nou ja ik heb een hekel aan dat woord, het wel een eindje schoppen kan. Ik was een rare eend in de bijt. Het is gewoon een kwestie van zelfvertrouwen.” Dat zelfvertrouwen straalde hij naar buiten uit, maar uit zijn persoonlijke documenten blijken zijn enorme twijfels en zijn behoefte aan erkenning. Toch verhinderden de drang om zichzelf te bewijzen en de twijfels over wat hij maakte hem niet om stug en in afzondering zijn eigen weg te bewandelen.

Italië

De familie Escher reisde veel en tijdens een van deze reizen raakte Mauk in de ban van Italië. Hij keerde naar dat land terug in 1922 en bleef er bijna twintig jaar. Hij ontmoette er zijn vrouw, Jetta. Financieel ondersteund door Eschers ouders, vestigden ze zich in Rome waar twee van zijn zonen geboren werden. Hij beschouwde de opkomst van Mussolini als een groot gevaar voor Italië en voelde zich uiteindelijk gedwongen – zijn oudste zoon vond het als elfjarige prachtig om met zwart baretje op zijn hoofd mee te lopen met de fascistenoptochten - om met zijn familie het land te verlaten, een besluit dat een enorme impact op hem had. Hij verliet zijn geliefde Italië en kwam terecht in de Zwitserse sneeuw die hij intens verafschuwde: “Ik haat dat witte lijkkleed dat de aarde bedekt.”

Om de sneeuw te ontvluchten maakten Mauk en Jetta in 1936 een zeereis rond de Middellandse Zee. In Spanje bezochten ze onder andere het Alhambra in Granada waar ze de geometrische vlakvullingen natekenden die hem fascineerden en inspireerden. Het werd een keerpunt in zijn leven en leidde na de Tweede Wereldoorlog tot zijn grafische prenten die eerst Amerika en daarna de hele wereld veroverden. In dit werk laat Escher een wereld zien die op het eerste gezicht logisch in elkaar lijkt te zitten maar bij nadere beschouwing onmogelijk is.

Teruggekeerd van de zeereis wilden de Eschers niet meet in Zwitserland blijven. Ze verhuisden naar België, waar de eerste voor Escher zo kenmerkende prenten ontstonden zoals ‘Dag en Nacht’ en ‘Metamorphose’. Waar het werken in Italië een weergeven was van de buitenwereld, geïnspireerd door het landschap en de mensen, werd vanaf toen zijn werk een weerspiegeling van zijn binnenwereld, zijn gedachtegoed.  

Terug in Nederland

In 1941 verhuisde de familie naar Baarn. Tijdens de oorlogsjaren werkte Escher in stilte. Toen hij hoorde dat architecten die lid van hun bond waren in de gilden van de Kultuurkamer zouden worden ondergebracht, ook al wilden zij dat niet, zegde hij onmiddellijk zijn lidmaatschap van Pulchri Studio en van de Grafische Vereeniging op. Hij weigerde voor of met de Duitse bezetters te werken en was diep geraakt door de deportatie in 1944 van zijn geliefde leraar Jesserun de Mesquita. Een prent van Jesserun die hij aantrof op de grond van zijn overhoop gehaalde atelier, vertrapt en met de afdruk van een Duitse laars er op, bewaarde hij zijn leven lang.

Na de Tweede Wereldoorlog groeit Eschers faam. In zijn brieven schrijft hij niet alleen over zijn worstelingen met zijn werk en zijn houtsnijwerk, over de muziek waar hij naar luistert en die hij mooi vindt, over zijn wandelingen, over de vogels voor zijn raam die hem inspireren etc. maar ook over de gevolgen van zijn toenemende bekendheid en populariteit bij mensen die hij helemaal niet kent of zelfs niet wil kennen. Zo is hij, bijvoorbeeld, verbaasd over het feit dat in de roerige jaren ’60 van de vorige eeuw illegale kopieën van zijn prenten, gedrukt in fluorescerende kleuren, verkocht worden in de VS. Mensen zoals Mick Jagger of Stanley Kubrick proberen tevergeefs met hem in contact te komen; hun namen zeggen hem niets. Hij krijgt opdrachten voor werken in de openbare ruimte. Zijn prenten worden afgedrukt in wetenschappelijke tijdschriften en wiskundigen, kristallografen en zelfs Nobelprijswinnaars zoeken contact met hem.

Doorbraak

Hij correspondeert met hen en met verzamelaars en drukt talloze malen zijn beroemde prenten af, wat hem vaak zuchten ontlokt omdat hij minder toekomt aan nieuw werk en aan het oplossen van de vragen die hij zichzelf voortdurend blijft stellen.

Zijn definitieve doorbraak in de Nederlandse kunstwereld komt pas in 1968 dankzij een grote overzichtstentoonstelling in het Gemeentemuseum van Den Haag.

Het is een prachtige film geworden. Gaat het zien!

https://www.pathe.nl/film/23416/escher

Datum:
3 april 2018
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0