Cubic3 Design (1981 – 1995) | Kunstmuseum Den Haag

Cubic3 Design (1981 – 1995) | Kunstmuseum Den Haag

Vazen van purschuim, kleurrijke interieurs, porseleinen kopjes voor bouwvakkers, een penduleklok met een vervormde spiegel en kunstogen: de ontwerpers Ton Hoogerwerf en Gerwin van Vulpen ontwierpen tussen 1981 en 1995 onder de noemer Cubic 3 Design vooral wat ze zelf leuk vonden.

Dat resulteerde in spraakmakende objecten vol humor en dubbelzinnigheden die impliciet reflecteerden op maatschappelijke thema’s en het ontwerpvak zelf. Hun werk, dat zich niet in een hokje liet stoppen, week totaal af van de modernistische designcanon.

Alles kan ontwerpmentaliteit 

Hoogerwerf en Van Vulpen ontpopten zich met een ‘alles kan’-ontwerpmentaliteit als zelfproducerende ontwerpers die gebruikmaakten van readymades. Zich afkerend van gevestigde ontwerpers als Wim Crouwel, die form follows function propageerden, plaveiden ze de weg voor het ironische en conceptuele Dutch Design dat in de jaren negentig door Droog Design internationaal op de kaart is gezet. De tentoonstelling Cubic 3 Design (1981-1995) laat een fascinerend oeuvre zien, wars van dogmatische ontwerpprincipes, en een bepalende periode in de Nederlandse designgeschiedenis.

Concept-store avant-la-lettre  

De basis van het oeuvre van Cubic 3 Design ligt eind jaren ’70 als Ton Hoogerwerf en Gerwin van Vulpen de opleiding grafische vormgeving aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag volgen. Ze voelen zich onbegrepen en beperkt, omdat er weinig ruimte is voor vernieuwing. Hun stage bij de Staatsdrukkerij vinden ze ronduit saai, waarna ze uiteindelijk besluiten stage bij elkaar te lopen. Geïnspireerd door wat Vivienne Westwood en Malcolm McLaren eind jaren ’70 in Londen doen, runnen ze twee jaar lang een eigen designwinkel in de Haagse Prinsestraat die zich nu het beste zou laten omschrijven als een concept-store avant-la-lettre.

Provocatieve ontwerpen 

Hoogerwerf en Van Vulpen werken vooral op gevoel, meestal zonder uitgebreide ontwerptekeningen, hooguit een schets. Hun textielontwerpen zijn daarvan een mooi voorbeeld, deze werden met de hand bedrukt. Uit een mix van hun emoties en indrukken, toevalligheden en een dosis humor ontstaan opvallende, vaak provocatieve ontwerpen die flirten met camp, punk en new wave. Voorbeelden uit de beginjaren zijn Zwemblad (1982) of Fruitmat (1982). Als materialen grijpen zij alles aan dat voorhanden is: van bloemetjestapijt tot paperclips, van nepparels tot spuitfluweel en van de bontjas van Hoogerwerfs moeder tot het oude linoleum van de toiletvloer. Reagerend op de consumptiemaatschappij en natuurvervuiling kiest Cubic 3 heel bewust voor duurzaam ondernemen, hergebruik van materialen en een ambachtelijke productie in kleine edities. Als zelfproducerende ontwerpers slaan ze een nieuwe weg in, in een tijd waarin massaproductie de norm lijkt te zijn en design in Nederland veelal recht en hoekig is.

Form follows fun

Van meet af aan gooien Hoogerwerf en Van Vulpen het principe van form follows function overboord, in een periode waarin het functionalisme nog hoogtij viert. Sfeer en uitstraling zijn leidend in hun ontwerpen, en veel objecten zijn dan ook vooral decoratief of als conversation piece bedoeld. Hun Tafelstuk (1983) bijvoorbeeld of de kartonnen borden in een afdruiprek die zij maakten voor een ‘A3-tentoonstelling’ in het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum Den Haag). Opvallend zijn ook de producten van purschuim waar de inhoud van een rommellaatje in leeg gekieperd is en Trøll (1985), een staande lamp met een gezicht dat bovendien aangepast kan worden aan je humeur. Pas jaren later krijgen andere consumentenproducten een menselijk gezicht – denk aan het keukendesign van Alessi – dus het ontwerpduo liep hiermee op de troepen vooruit.

Oorbellenbus 

Cubic’s ontwerpen bieden de nodige vrolijkheid tijdens de crisisjaren van de jaren ‘80. Het levert verschillende opdrachten op, zoals het ontwerp van een ‘oorbellenbus’ voor het Gemeentemuseum, een geveldecoratie voor een winkel, het interieur van een kapsalon, interieurreportages in tijdschriften als Viva en Avenue en een spraakmakend interieur voor de Rijksdienst Beeldende Kunst in het statige achttiende-eeuwse Logement van de Heren van Amsterdam. 

In latere jaren snijden de ontwerpers onderwerpen als aids en klimaatverandering aan. Ontwerpen worden gaandeweg steeds symbolischer, luxueuzer en ook decadenter, maar blijven verrassend en humoristisch. Voorbeelden zijn Between the Dykes, Rêve Blue en Kookset Karaat (1990), een reeks opvallende pendules voor op de schoorsteenmantel, of het ironische Mécanicien (1991)een kostbare set porseleinen kop en schotels voor in de bouwkeet of bedrijfskantine waarop ze schroeven en bouten uit de Overtoom-catalogus kopiëren. 

Als na een jaar of tien steeds meer ontwerpers objecten for fun gaan ontwerpen, kiezen ze kortstondig een minimalistische koers met het wandkleed E.V.A. (1991) en de Adam-lamp (1991). Deze visie op een toekomst vol eenvoud luidt tevens het begin van het einde in. Door een samenloop van omstandigheden – waaronder ziekte, de toenemende zakelijke sfeer en de door internet snel veranderende wereld – besluiten de ontwerpers in 1995 Cubic 3 op te heffen. 

Eerste overzicht

Soms wordt pas jaren later de relevantie van iets zichtbaar. In lifestylemagazines en internationale designglossy’s was het werk van Cubic 3 veelvuldig te zien, maar de vakpers en musea hadden er nauwelijks aandacht voor. Zo dreigde hun werk in de vergetelheid te raken. Sinds een aantal werken te zien was in de presentatie Speculatief Design Archief in Het Nieuwe Instituut in 2018 is er - terecht - weer hernieuwde belangstelling. In retrospectief blijkt de alternatieve werkwijze en de dubbelzinnige, subversieve ontwerpmentaliteit van Hoogerwerf en Van Vulpen een onmisbare schakel te vormen in het begrijpen van Droog Design en latere ontwerppraktijken waarin DIY, omdenken, humor en ironische verwijzingen belangrijke ingrediënten zijn gaan vormen.

Complete oeuvre 

Cubic 3 Design (1981-1995), en de publicatie die ter gelegenheid daarvan verschijnt, zet voor het eerst de spotlight op het complete oeuvre van dit duo dat zo belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van Nederlands design, maar nog een ontbrekende schakel is in de geschiedschrijving. Deze tentoonstelling en de publicatie geven aanleiding voor een herijking van de designgeschiedenis.  Hoogerwerf en Van Vulpen zijn nauw betrokken bij de vormgeving van de tentoonstelling. 

Publicatie  

Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt bij Uitgeverij Waanders de publicatie Cubic 3 Design (1981-1995), geschreven door kunsthistoricus Yvonne Brentjens en met een voorwoord van Jan de Bruijn. 240 pagina’s; richtprijs €29,95. ISBN 978 94 6262 396 5 NUR 644. 

Afbeeldingen

1) Cubic 3 Design (1981-1995), Stofstaal Bakker & Willemse (1986), Pendule Rêve blue (1990), Tafelstuk (1983), 2) Cubic 3 Design (1981-1995), Stofstaal Water (1988), Rotsklok (1982), Zwemblad (1982), 3) Cubic 3 Design (1981-1995), Interieur ‘Tussen hemel en aarde’ voor Avenue (1986), Fruitmat (1982), kop en schotels Mécanicien (1991), 4) Cubic 3 Design (1981-1995), Stofstaal Bakker & Willemse, 1986, 5) Cubic 3 Design (1981-1995), Stofstaal Water, 1988, 6) Cubic 3 Design (1981-1995), Servetleggers Rock Hudson, 1989 

https://www.kunstmuseum.nl/nl

Datum:
28 mei 2022 / 9 oktober 2022
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0